Veiligheidsmaatregelen Tegen Terugslag - Gardol GMSH 40+ Manuel D'instructions

Werk NIET met uw kettingzaag dichtbij of in de
omgeving van brandbare vloeistoffen of gassen,
brand kan het gevolg zijn.
Bij draaiende motor de brandstof- of olietank
niet vullen of de kettingzaag smeren.
GEBRUIK HET JUISTE GEREEDSCHAP:
Zaag alleen hout. Gebruik de kettingzaag niet
voor doeleinden waarvoor deze niet is bedoeld.
Gebruik de kettingzaag bijvoorbeeld niet voor
het zagen van kunststof, metselwerk, of niet-
bouwmaterialen.
De beginnende gebruiker moet bij pagina 10
van de handleiding (opdelen op zaagbok)
over het gebruik van de kettingzaag en de
beschermingsmiddelen, praktijkinstructies van
een ervaren gebruiker krijgen.
Probeer niet de zaag met slechts één hand vast
te houden. U kunt de reactiekrachten niet onder
controle houden en u kunt de controle over
de zaag verliezen, wat ertoe kan leiden dat
geleider en ketting langs de tak of het stamdeel
gaan lopen of stuiteren.
Zet de kettingzaag nooit binnenshuis aan.
Zodra de verbrandingsmotor wordt gestart,
produceert uw kettingzaag giftige uitlaatgassen,
die kleur- en geurloos kunnen zijn. Bij gebruik
van dit product kunnen stof, nevels en dampen
ontstaan, die chemicaliën bevatten waarvan
bekend is dat ze de voorplanting kunnen
schaden. Wees bedacht op schadelijk stof,
nevel (zoals zaagstof of olienevel van de
kettingsmering) en bescherm uzelf goed.
Draag handschoenen en houd uw hand
warm. Langdurig werken met kettingzagen
stelt de gebruiker bloot aan vibraties, wat het

VEILIGHEIDSMAATREGELEN TEGEN TERUGSLAG

TERUGSLAG kan optreden wanneer de NEUS
of PUNT van de geleider tegen een voorwerp aan
komt, of wanneer het hout dichttrekt en de zaag in
de zaagsnede bekneld raakt.
Als de punt contact maakt, kan dit in sommige
gevallen een bliksemsnelle tegengestelde reactie
veroorzaken, waarbij de geleider omhoog en
naar achteren, naar de gebruiker toe wordt
geslagen. BEKNELLING van de zaagketting
aan de ONDERKANT van de geleider kan de
zaag naar voren TREKKEN en van de gebruiker
af. BEKNELLING van de zaagketting aan de
BOVENKANT van de geleider kan de zaag naar
achteren DUWEN en naar de gebruiker toe.
Elk van deze reacties kan er toe leiden dat u de
controle over de zaag verliest, wat tot ernstig
lichamelijk letsel kan leiden.
1. Wanneer u in essentie begrijpt hoe terugslag
werkt, kunt u het verrassingselement verkleinen
of elimineren. Plotselinge verrassingen spelen
een grote rol bij ongelukken.
2. Houd bij draaiende motor met beide handen
een goede en sterke greep op de zaag, de
rechterhand aan de achterste handgreep en
de linkerhand aan de voorste handgreep.
witte vingersyndroom kan veroorzaken. Om
het risico van het witte vingersyndroom te
verminderen dient u handschoenen te dragen
en uw hand warm te houden. Als een van
de witte vingersymptomen optreedt, moet u
onmiddellijk een arts raadplegen.
Als u de motorkettingzaag vervoert of opbergt,
moet u altijd de afdekking over het zaagblad
aanbrengen.
Druk de getande aanslag van de kettingzaag
rechtstreeks achter de bedoelde breuklijn
in het hout en laat de zaag om dit punt heen
scharnieren. De getande aanslag rolt tegen de
stronk.
Er kunnen slechts 3 onderdelen, ketting,
geleider en bougie, door de gebruiker zelf
worden vervangen. Gelieve hetzelfde type te
de gebruikershandleiding.
(Typenummer van de bougie is NGK CMR7H).
Als behalve voornoemde onderdelen andere
componenten defect zijn, breng dan uw
gereedschappen voor onderhoud naar het
dichtstbijzijnde geautoriseerde servicepunt.
OPMERKING: Dit aanhangsel is voornamelijk
bedoeld voor de consument of incidentele
gebruiker. Deze modellen zijn bedoeld voor
incidenteel gebruik door huiseigenaren, eigenaren
van vakantiehuizen en campers, en voor
algemene toepassingen als opruimen, snoeien,
haardhout zagen enz. Ze zijn niet bedoeld voor
langdurig gebruik. Als het de bedoeling is deze
voor langere duur te gebruiken, kan dit door
trillingen problemen in de bloedsomloop in de
handen van de gebruiker veroorzaken.
Hou stevig vast zodat uw duimen en vingers
de handgrepen van de motorzaag omsluiten.
Door de zaag stevig vast te houden vermindert
u de terugslag en houdt u meer controle over
de zaag. Laat hem niet los.
3. Zorg ervoor dat het gebied waarin u aan het
zagen bent, vrij is van obstakels. Laat de neus
van de geleider geen contact maken met een
stamdeel, een tak of een ander obstakel dat
geraakt kan worden terwijl u met de zaag
werkt.
4. Zaag met een hoog motortoerental.
5. Reik nooit te ver en zaag nooit boven
schouderhoogte.
6. Volg voor het slijpen van en onderhoud aan de
zaagketting de instructies van de fabrikant op.
7. Gebruik uitsluitend vervangende geleiders en
kettingen die door de fabrikant zijn opgegeven,
of die daaraan equivalent zijn.
OPMERKING: Zaagketting met weinig terugslag is
ketting die de terugslagkarakteristiek bezit.
- 80 -