Problemen Oplossen; Als De Grasmaaier Niet Start; De Grasmaaier Werkt Af En Toe; Grasmaaier Maait Onregelmatig Of Geeft Een Slecht Maairesultaat - Gamma GM-1300/33 Mode D'emploi Original

vast is gemonteerd.
• Leeg de grasbak na elk gebruik en maak
deze zowel binnen als buiten schoon.
• Spuit het apparaat nooit nat of schoon
met water.
• Na het seizoen en na het schoonmaken
de metalen delen (zoals wielassen) met
een lap met een beetje olie afvegen om
roest te voorkomen.
• Berg het apparaat op in een droge
omgeving.
• Draai desgewenst de vleugelmoeren
los om de duwboom naar voren te
klappen en zodoende ruimte in de
opbergplaats te besparen. Let op dat
je de kabel bij het samenvouwen of
openklappen niet vastklemt.
• Let op! Aan het eind van de levens-
duur moet je het apparaat inleveren
bij een inzamelpunt. Het apparaat
mag niet bij het huisvuil worden weg-
gegooid. Raadpleeg je gemeente over
de juiste wijze van afvoer van afval.

6. PROBLEMEN OPLOSSEN

6.1 Als de grasmaaier niet start

• Het verlengsnoer, de aardlekschake-
laar of de zekering in de schakelkast
controleren.
• Een kapotte zekering in de schakelkast
vervangen of de aardlekschakelaar
terugzetten.
• Zo nodig de hoofdschakelaar van de
woning controleren.

6.2 De grasmaaier werkt af en toe

• Controleer de verlengkabel of deze
niet beschadigd is en vervang deze
indien nodig.
• Interne bedrading beschadigd: neem
contact op met een erkende service-
dienst.
• Koolborstels verbrand: laat de kool-
borstels vervangen door een erkende
servicedienst.
NL - Originele gebruiksaanwijzing
• V-Snaar defect, laat de snaar vervan-
gen door een erkende servicedienst.
6.3 Grasmaaier maait onregelmatig
of geeft een slecht maairesultaat
• Maaihoogte te laag. Pas de maaihoogte
aan.
• Maaimes bot. Vervang het maaimes.
Zie paragraaf '3.8 Vervangen van het
maaimes'.
• Onderzijde van het apparaat is verstopt.
• Maaimes niet juist of omgekeerd gemon-
teerd. Plaats het maaimes juist of draai
het maaimes om. Zie paragraaf '3.8
Vervangen van het maaimes'.
• De grasbak is vol: maak deze leeg.
6.4 Het maaimes draait niet
• Controleer de maaihoogte en pas deze
zo nodig aan.
• Verwijder eventuele objecten of gras
rond het maaimes.
• Maaibevestigingst zit los. Draai de maai-
bevestigingst vast.
6.5 Het apparaat raakt snel over-
verhit
• Ventilatieroosters schoonmaken.
• Het apparaat maakt lawaai of trilt:
• Maaibevestigingst zit los. Draai de maai-
bevestigingst vast.
• Maaimes is beschadigd. Vervang het
maaimes. Zie paragraaf '3.8 Vervangen
van het maaimes'.
Bij andere dan de bovenstaande afwijkin-
gen of als na de bovenstaande maatrege-
len te hebben getroffen de grasmaaier
nog steeds niet op de juiste wijze functio-
neert, het apparaat naar een erkende
servicedienst brengen.
28