Reparaties mogen uitsluitend door
–
goedgekeurde klantenservicewerk-
plaatsen of door vaklui voor dit gebied
worden uitgevoerd die met de betref-
fende veiligheidsvoorschriften ver-
trouwd zijn.
Mobiel commercieel geëxploiteerde ap-
–
paratuur dient te worden gecontroleerd
volgens de lokaal geldende veiligheids-
voorschriften (bv. in Duitsland: VDE
0701).
Accessoires en reserveonderdelen
Om risico 's te vermijden, mogen repa-
–
raties en het vervangen van onderdelen
aan het apparaat alleen worden uitge-
voerd door een erkende klantendienst.
Er mogen alleen toebehoren en onder-
–
delen gebruikt worden, die door de fa-
brikant zijn goedgekeurd. Origineel
toebehoren en originele onderdelen
staan er borg voor dat het apparaat vei-
lig en storingsvrij gebruikt kan worden.
Apparaten met heet water- en
benzinemotor
Uitsluitend de in de gebruiksaanwijzing
–
aangegeven brandstof mag worden ge-
bruikt. Bij het gebruik van ongeschikte
brandstoffen bestaat explosiegevaar.
Bij apparaten met benzinemotor moet
–
er bij het tanken worden op gelet dat
geen benzine terechtkomt op hete op-
pervlakken.
Gelieve in het bijzonder de veiligheids-
–
instructies in de gebruiksaanwijzing
voor apparaten met benzinemotor in
acht te nemen.
Bij de werking van het apparaat in ruim-
–
ten moet gezorgd worden voor voldoen-
de verluchting en afvoer van de
uitlaatgassen (vergiftigingsgevaar).
De uitlaat mag niet geblokkeerd wor-
–
den.
Niet over de uitlaat buigen of deze aan-
–
raken. Tijdens de werking van de bran-
der de verwarmingsketel niet aanraken.
(verbrandingsgevaar).
22
Er moet gegarandeerd worden dat in de
–
buurt van luchtinlaatopeningen geen
uitlaatgasemissies optreden.
Apparaten met luchtbanden
Bij apparaten met vastgeschroefde vel-
–
gen: Vooraleer u de vuldruk van de
banden corrigeert, moet gecontroleerd
worden of alle schroeven van de velg
stevig aangedraaid zijn.
Vooraleer u de vuldruk van de banden
–
corrigeert, moet gecontroleerd worden
of de drukverlager aan de compressor
juist is ingesteld.
Maximum vuldruk van de banden niet
–
overschrijden. De toegelaten vuldruk
van de banden moet aan de band en
eventueel aan de veld afgelezen wor-
den. Bij verschillende waarden moet de
kleinst waarde in acht genomen wor-
den.
– 4
NL