Instructies Bij Storingen - Olsberg 14/563 Notice D'utilisation

Instructies bij storingen

Olsberg-warmteaccumulatoren zijn voorzien van een
traploze oplaadregelaar
veiligheidstemperatuurbegrenzer.
opwarmproces de oplaadregelaar niet uitschakelt, dan
onderbreekt de veiligheidstemperatuurbegrenzer het
stroomcircuit. Eventueel optredende storingen mogen
uitsluitend door een vakman worden verholpen, zie
paragraaf „In acht te nemen regels".
Mocht de warmteaccumulator ooit niet volgens de
voorschriften werken, dan moeten de volgende
controles worden uitgevoerd:
Attentie:
Als in de warmteaccumulator een extra verwarming of
een geïntegreerde
gemonteerd zit, dan is de in de voorwand aanwezige
wipschakelaar elektrisch
componenten. Deze bedrading
losgemaakt, voordat de voorwand eventueel voor
servicedoelen moet worden verwijderd. Hiervoor de
rechter zijwand verwijderen
losmaken. De speciale
kamertemperatuurthermostaat
worden opgevolgd.
5. Apparaat slaat niet op
• Belastingszekeringen
verdeling controleren.
• Wordt de oplaadelektronica B1 voorzien van
spanning?
• Heeft de uitgang „SH" van de oplaadelektronica B1
spanning?
• Is de beveiligingsweerstand R1 (22 Ohm) defect?
• Schakelt het thermische relais K1?
Attentie: Schakelvertraging t/m 2 minuten.
• Is
de veiligheidstemperatuurbegrenzer
uitgeschakeld?
veiligheidstemperatuurbegrenzer
geactiveerd door op de gebruiksknop te drukken.
Mogelijke oorzaken voor het uitschakelen van de
veiligheidstemperatuurbegrenzer zijn:
- Defect van de oplaadregelaar.
- Verboden apparaatafdekking
opgetreden warmtestuwing.
• Verwarmingselement controleren.
• Laadpotentiaal (insteller laadintensiteit B4)
controleren (0 – 47 kOhm).
• Controleren of kerntemperatuursensor B2 correct
zit en de juiste waarde heeft.
• Regelspanning op de klemmen A1/Z1 en A2/Z2
controleren. Hoe hoger de regelspanning, des te
kleiner is de lading.
84
All manuals and user guides at all-guides.com
en een
Als tijdens het
kamertemperatuurregelaar
bedraad met andere
moet worden
en de bedrading
handleiding voor de
dient eveneens te
en schakelrelais in de
F1
De
wordt weer
en daardoor
6. Apparaat laadt altijd volledig op
• Schakelt de oplaadelektronica B1 het thermische
relais K1 niet uit?
laadintensiteit B4) en kerntemperatuursensor B2
controleren.
• Steekbrug „Max. lading" B3 correct ingestoken?
Gewenste waarde zie schakelschema.
• Oplaadregelaar defect? Bij aansturing via een
oplaadregeling (centraal regelapparaat) dient de
regelspanning op de klemmen A1/Z1 – A2/Z2 te
worden gecontroleerd. Is er geen wisselspanning
op de klemmen meetbaar, is eventueel de
oplaadregeling defect.
7. Apparaat geeft onvoldoende warmte af
• Apparaat is te klein gekozen. Ventilator of
kamerthermostaat is defect. Eventueel dient ook
de oplaadregeling hoger te worden ingesteld.
Hiervoor dienen de speciale instructies bij de
betreffende oplaadregeling te worden opgevolgd.
• Loopt de ventilator? Kamertemperatuurregelaar,
temperatuursensor ventilator
mechaniek van de ventilator controleren.
8. Karakteristiek kerntemperatuursensor
Kerntemperatuur in graden Celsius
Laadpotentiaal (insteller
F3 en evtl.