Johnson Controls YORK ENJC 09 D-R Instructions D'installation page 53

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 20
Afvoer installeren
1. Leg de afvoer met een afschot van ca.
10° aan voor een goede afvoer van het
condenswater. Let erop dat de pakking
van de afvoer niet lekt. Deze delen
moeten ook geïsoleerd worden ter voor-
koming van condensaanslag.
2. Er zit een uitlaat voor de afvoer aan elke
zijde van het toestel. Kies de uitlaat die u
wilt gebruiken en zet een stop op de niet
gebruikte uitlaat aan de andere zijde. De
klemband dient gebruikt te worden om
de uitlaat van de afvoer correct te beves-
tigen en te isoleren.
3. Af fabriek bevindt de uitvoer zich aan de
rechterkant van het toestel.
Isolatie van de afvoer
ISOLATIE
Fig. 1
NOTE: De pakkingen van de afvoer
moeten geïsoleerd worden ter voorkoming
van waterlekkage.
Regels voor de aanleg van de
afvoer
1. Leg de afvoer met een afschot van 1/50
– 1/100 om buigingen en bochten te ver-
mijden.
2. Wanneer de afvoer op het toestel aan-
gesloten wordt, moet de kracht aan de af-
voerzijde gering zijn terwijl de buis vlakbij
het toestel bevestigd moet worden.
3. De afvoerbuis dient in het algemeen van
hard PVC te zijn. Steek bij het maken
van de verbinding een uiteinde van de
PVC buis in het afvoergat en maak het
vast. De afvoerbuis dient in het alge-
meen van hard PVC te zijn. Steek bij
het maken van de verbinding een uitein-
de van de PVC buis in het afvoergat en
maak het vast.
4. Als er afvoeren voor meerdere toestellen
gebruikt worden, moet de gemeentelijke
afvoerleiding zich ca. 100 mm onder elk
toestel bevinden.
Controleren van het afvoer-
systeem
1. Het afvoersysteem moet na het installe-
ren uitgeprobeerd worden.
2. Controleer of het water op de juiste wijze
door de buis stroomt en of er een lek bij
de pakking is.
3. Voor nieuwe constructies is het beter de
afvoer uit te proberen voordat de ruimte
ingericht wordt.
Installeren van de bedie-
ningseenheid op de wand
(Units type luchtkanaal)
1. Kies eerst de plaats uit waar deze geïns-
talleerd gaat worden. Denk eraan dat er
een gat geboord of een sleuf gehakt moet
worden om de kabel door te voeren.
2. De verbindingskabel tussen de bedie-
ningseenheid op de wand (afmetingen:
120 x 120 x 16) en de binnenunit kan
in een PVC kabelgoot. (Fig.2); of in de
wand (Fig.3). Sluit de kabel of de bedie-
ningseenheid op de wand aan (Afb.4) en
bevestig deze op de wand.
3. Boor twee gaten in de wand op de pla-
ats van de achterste schroeven, breng
de pluggen aan, zet de gaten met
de schroeven op één lijn en draai de
schroeven in.
4. Sluit de 4-aderige kabel op de connec-
tor CN10 van de plaat van de binnenunit
AFVOER
aan.
Installatie in zicht
Installatie uit zicht
ONTVANGER
LCD-DISPLAY
Fig. 2
Fig. 3
KABEL
STEKER
STEKER
Fig. 4
NL
by johnson controls
Speciale functies
Dubbele ruimtesensor
Deze serie toestellen met luchtkanalen zijn
uitgerust met twee sensoren voor de rui-
mtetemperatuur. Eén sensor bevindt zich
in de retourleiding van de binnenunit en de
andere in de wandthermostaat.
De gebruiker kan kiezen welke sensor hij
wil gebruiken afhankelijke van de bouwkun-
dige vereisten. (Zie Bedieningsinstructies
voor meer informatie). De ruimtesensor die
standaard werkt, bevindt zich in de retour-
leiding van de binnenunit.
Controle van de buitentemperatuur
De buitentemperatuur kan op de wandther-
mostaat worden gecontroleerd ter informa-
tie voor de gebruikers (zie Bedieningsins-
tructies voor meer informatie).
Aansluiting van de kabels
Sluit de bedrading op de
aansluitklemmen aan (Fig.5)
NOTE: Gelieve de volgende punten te
controleren alvorens de installatie uit te
voeren.
1. Controleer of de voedingsspanning ove-
reenkomt met de aangegeven spanning
op de printplaat.
2. Het gecontracteerde vermogen dient
met de behoeften overeen te komen en
de doorsnede van de netkabel moet gro-
ter zijn dan 2,5 mm2.
3. De elektrische installatie dient door
vakbekwaam personeel te worden uit-
gevoerd. De installatie dient voorzien
te zijn van een beveiligingssysteem met
een differentieelschakelaar waarvan de
contacten op 3 mm afstand van elkaar
zitten.
FLEXIBELE
KABEL
Fig. 5
Flexibele kabel.
1. Strip ca. 10 mm van de kabel af.
2. Draai
de
schroeven
aansluitblok.
3. Zet een ringtong op het gestripte
uiteinde.
4. Steek de schroef door de ringtong
en draai de klemmen aan.
uit
het
53

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières