Alde COMFORT 2928 Instructions D'emploi page 23

Masquer les pouces Voir aussi pour COMFORT 2928:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 27
2:2 Het aanzetten van de gasketel.
1. Draai de hoofdkraan van de gastoevoor open.
2. Draai de thermostaatknop naar de ontstekingspositie
(zie fig 2). Het controlelampje voor de ontstekingsvonk
zal nu gaan knipperen.
3. Druk de thermostaat helemaal in. Houd de knop
ingedrukt gedurende 15 seconden nadat het controle-
lampje is uitgegaan. (De hoofdvlam brandt als het
controlelampje is uitgegaan, maar om de ontstekings-
beveiliging open te houden, dient de thermostaatknop
de benodigde tijd te worden ingedrukt).
4. Laat de thermostaatknop los.
5. Draai de knop naar de bedrijfspositie en stel de
gewenste temperatuur in (zie hoofdstuk 2.4).
6. Als het controlelampje direct weer gaat knipperen nadat
de knop is losgelaten, betekent dit dat de hoofdbran-
der weer is uitgegaan. Druk de knop nog een keer in,
maar houd hem deze keer iets langer ingedrukt.
7. Door het kijkglaasje in de onderste mantelplaat kunt U
controleren of de brander brandt.
Als de ketel uit gaat, moet de thermostaatknop naar de
stoppositie worden gedraaid (zie fig.3).
Wacht drie minuten en steek de brander opnieuw aan.
De ketel is voorzien van een automatische zelfontste-
king. Als de ketel om de een of andere reden uit mocht
gaan, houdt dit in dat de ketel uit zichzelf opnieuw zal
trachten te starten na ca. 20 seconden (totdat de ontste-
kingsbeveiliging de gastoevoer onderbreekt). Mocht het
gas opraken als de ketel in bedrijf is begint het controle-
lampje te knipperen totdat de ketel wordt uitgezet, of totdat
de ketel opnieuw wordt gestart.
2:3 Het uitzetten van de gasketel
1. Draai de thermostaatknop rechtsom tot de stoppositie
(zie fig 2). Na ca 20 seconden zal een "klikgeluid"
aangeven dat de ontstekingsbeveiliging is afgesloten.
2. Zet de circulatiepomp uit.
3. Draai de hoofdkraan van de gastoevoer dicht.
N.B. Een ketel die is uitgezet of uitgegaan mag pas
na 3 minuten weer opnieuw worden ontstoken.
2:4 Hoe de verwarming het best
wordt ingesteld
Om een aangename verwarming en een zuinige
verbranding te verkrijgen is het belangrijk, dat de water-
temperatuur van het systeem optimaal wordt ingesteld.
Bij lage buitentemperatuur is een hogere watertempera-
tuur nodig dan bij meer normale temperatuurverhouding-
en. De ideale instelling van de thermostaatknop wordt
bereikt als de circulatiepomp voor ca 75% van de tijd in
bedrijf is.
Als de ketel koud is, mag de thermostaat gedurende de
eerste 10 minuten niet op maximum worden gezet. Zet
de thermostaat de eerste 10 minuten in de middenpositie.
De getallen op de knop van de thermostaat correspon-
deren met het aantal graden van de watertemperatuur in
de ketel volgens de gegevens van fig. 4.
NL
Bij koud weer kunnen de gasverwarming en de
elektropatroon gelijktijdig in bedrijf worden gesteld. Op
deze manier wordt een maximaal effect van de ketel ver-
kregen.
Als de ketel wordt gebruikt in hoog gelegen gebieden,
verandert het kookpunt van het vloeistofmengsel vanwege
het luchtdrukverschil. Als deze situatie zich voordoet moet
de systeemtemperatuur van de unit worden verlaagd in
verhouding tot de hoogte waarop men zich bevindt (zie
fig 5).
Om het principe van een op water gebaseerd verwar-
mingssysteem goed te kunnen benutten is het van belang
dat de circulatielucht vrij kan passeren onder bedkasten
en achter de rugkussens. Als de wagen wordt voorzien
van vaste vloerbedekking, moet er voor worden gezorgd
dat de inzuigopeningen van de warmtewisselaars vrij blij-
ven. Het is ook belangrijk dat kussens en dekens de
luchtcirculatie achter de rugkussens niet belemmeren.
2:5 Het instellen van de kamertemp-
eratuur
Door middel van de kamerthermostaat kan de in de
wagen gewenste temperatuur worden ingesteld. De draai-
knop van de thermostaat is voorzien van een schaal van
5 - 30 °C.
2:6 De circulatiepomp
Om het opgewarmde water in het systeem te laten
circuleren is een circulatiepomp nodig. Voor de standaar-
duitvoering van de gasketel is een pomp van 12 Volt
geinstalleerd. De unit kan bovendien worden uitgebreid
met een elektropatroon die is voorzien van een 230 Volt
circulatiepomp.
De keuze van de pomp die gebruikt gaat worden, en
tevens de keuze tussen thermostaataansturing en con-
stant gebruik wordt gedaan op het bedieningspaneel.
2:7 Elektrische verwarming
Als er een elektropatroon is gemonteerd kan deze alleen
worden gebruikt indien er een 230 Volt electrische
aansluiting aanwezig is. De elektropatroon wordt in twee
uitvoeringen geleverd. Eén zonder en één met circulatie-
pomp. Het effekt van de elektropatroon ligt op 1050 en
2100 Watt. Het gewenste effect wordt via het bedienings-
paneel geselecteerd. Aan de binnenkant van de beman-
teling van de elektropatroon zitten twee thermostaten. De
ene thermostaat zorgt ervoor dat de elektropatroon een
constante bedrijfstemperatuur van 80 °C houdt, terwijl
de andere als een beveiliging tegen oververhitting func-
tioneert, voor het geval dat de spiraal om de een of andere
reden zou droogkoken. Als deze beveiliging het systeem
heeft geblokkeerd kan deze weer worden teruggezet door
het resetknopje aan de zijkant van de elektropatroon in
te drukken (zie fig. 6A).
Zorg ervoor dat textiel en ander brandbaar materiaal niet
in contact kan komen met de elektropatroonunit.
N.B.! Alle electrische reparaties en/of ingrepen
moeten worden gedaan door een vakman.
23

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières