Nederlands
Storings-/bedrijfsmeldingen
Bedieningsmogelijkheden op de
slavepomp
6.3.3 Bedrijf bij onderbreking van de
communicatie
150
ESM/SSM:
• Voor een centrale besturingsplaats kan er een verzamelstoringsmel-
ding (SSM) op de master worden aangesloten.
• Hierbij mag alleen het contact alleen op de master worden toegewe-
zen.
• De weergave geldt voor het gehele aggregaat.
• Aan de master (of via de IR-monitor/PDA) kan deze melding als enkel-
(ESM) of verzamelstoringsmelding (SSM) in het menu <5.1.5.0>
geprogrammeerd worden.
• Voor de enkelstoringsmelding moet het contact op iedere pomp wor-
den toegewezen.
EBM/SBM:
• Voor een centrale besturingsplaats kan er een verzamelbedrijfsmel-
ding (SBM) op de master worden aangesloten.
• Hierbij mag alleen het contact alleen op de master worden toegewe-
zen.
• De weergave geldt voor het gehele aggregaat.
• Deze melding kan op de master (of via de IR-monitor/PDA) als enkel-
(EBM) of verzamelbedrijfsmelding (SBM) worden geprogrammeerd
(menu <5.1.6.0>).
• De functies "Stand-by", "Bedrijf" en "Net-Aan" van EBM/SBM kunnen
onder <5.7.6.0> op de master worden ingesteld.
• Voor de afzonderlijke bedrijfsmelding moet het contact op elke pomp
worden toegewezen.
Op de slave kunnen behalve "Extern Off" en "Pomp blokkeren/
vrijgeven" geen instellingen worden ingesteld.
Bij een onderbreking van de communicatie geven beide displays de
foutcode "E052" weer. Gedurende de onderbreking gedragen beide
pompen zich als afzonderlijke pompen.
• Beide modules melden de storing via het ESM/SSM-contact.
• De slavepomp draait in noodbedrijf (regelbedrijf) volgens het eerder
ingestelde noodtoerental op de master (zie menu punten <5.6.2.0>).
Fabrieksinstelling van het noodtoerental is bij 2/4-polig
n = 1850/925 omw/min.
• Nadat de foutweergave is bevestigd, verschijnt de statusweergave
gedurende de onderbreking in de communicatie op beide pompdis-
plays. Hierdoor wordt tevens het ESM/SSM-contact gereset.
• Op het display van de slavepomp wordt het symbool (
draait in noodbedrijf) weergegeven.
• De (voormalige) hoofdpomp blijft verantwoordelijk voor de regeling.
De (voormalige) slavepomp houdt zich aan de instellingen voor het
noodbedrijf. Het noodbedrijf kan alleen verlaten worden door het
activeren van de fabrieksinstelling, het verhelpen van de onderbre-
king in de communicatie of door de netvoeding uit en weer in te scha-
kelen.
AANWIJZING
Tijdens de onderbreking in de communicatie kan de (voormalige)
slave niet in het regelbedrijf draaien, omdat de druksensor op de mas-
ter is aangesloten. Wanneer de slave in het noodbedrijf draait kunnen
er geen wijzigingen worden aangebracht aan de module.
• Nadat de onderbreking in de communicatie is verholpen, hervatten de
pompen het normale dubbelpompbedrijf zoals voor de storing.
- pomp
WILO SE 05/2010