Voorbereidingen Tot Het In Bedrijf Nemen - Honda Power Equipment HRX476C Manuel De L'utilisateur

VOORBEREIDINGEN
TOT HET IN BEDRIJF
NEMEN
Plaats de gazonmaaier
op een stabiele, vlakke
ondergrond. Schakel de
motor uit en neem de
kap van de bougie [1].
STUURBOOM VERSTELLEN
1. Draai de knop voor het inklappen/instellen van de stuurboom [2]
een kwart slag in ontgrendelde stand [3].
2. Klap de stuurboom uit totdat de as van de inklapknoppen
overeenkomt met de bovenste, middelste of onderste gaten [4],
afhankelijk van de gewenste hoogte van de stuurboom.
3. Draai de knoppen weer in vergrendelde stand [5].
[3]
Kontroleer of de
spanbeugels van de
kabels op de
duwboom op de
juiste plaats staan.
Voor de montage
van de opvangzak,
zie Blz 12.
MONTAGE EN KONTROLE VAN
DE GRASVANGZAK
Kontroleer dat de grasvangzak goed gesloten is voor u met
maaien begint (steenbeveiliging).
Onder normale gebruiksomstandigheden kan de grasvangzak
slijten. Kontroleer regelmatig of de zak niet rafelt of gescheurd
is. Een versleten zak moet worden vervangen. Gebruik ook
hier uitsluitend Honda- onderdelen.
4 NL
VEILIGHEID
[1]
[4]
[2] [2]
[5]
C11
C20
VEILIGHEID
B3
Grasvangzak
demonteren:
1. Zet de motor af.
2. Licht de kap [6] op, pak
de handgreep [7] vast
en verwijder de
grasvangzak [8]. Houd
de grasvangzak hierbij
horizontaal.
Grasvangzak monteren:
1. Licht de kap op en
bevestig de
grasvangzak aan de
gazonmaaier [9].
NB: De maaimachine functioneert als een stofzuiger; door de
luchttoevoer naar de grasvangzak wordt het maaisel aangezogen.
Leeg de grasvangzak voordat hij helemaal vol raakt. Het
verzamelvermogen neemt af wanneer de zak voor ongeveer 90 %
vol is. Ook is de zak gemakkelijker te legen als hij niet propvol zit.
BENZINEPEIL KONTROLEREN
Vul de benzinetank niet zover, dat er benzine tot in de vultuit
staat. Wanneer de tank vol is, moet de dop volledig
vastgeschroefd worden.
Vermijd herhaaldelijk kontakt met de benzine en adem evenmin
benzinedampen in. Houd de benzine buiten het bereik van
kinderen.
VOORZICHTIG:
• Gebruik alleen recipiënten of
kannen die specifiek voor
koolwaterstoffen [10] zijn
ontworpen.
• Gebruik nooit
tweetaktmengsels (benzine +
olie).
• Gebruik alleen loodvrije
benzine 95 of 98.
• Laat geen vuil in de
benzinetank komen.
• Gebruik geen vervuilde benzine (water, stof, etz.).De kwaliteit van
loodvrije benzine vermindert na verloop van tijd. Bewaar
brandstof niet langer dan één maand
Benzinepeil kontroleren:
1. Neem dop [11] los en kontroleer het bezinepeil.
2. Vul de tank [12] na met benzine wanneer het benzinepeil laag
is. De maximumstand wordt aangegeven door lip [13] na met
benzine wanneer het benzinepeil laag is. De maximumstand
wordt.
3. Aangegeven door lip [11] op de tank aan en schroef hem vast.
D6
NB: Gebruik uitsluitend benzine. Vervangende brandstoffen
kunnen het brandstofcircuit aantasten.
[9]
[8]
[7]
[10]
(zie Blz 14).
[11]
[12]
[13]
[6]