Ledigen Van De Ketel; Bediening Van De Installatie; Regelmatige Kontrole; Veiligheid Ketel - FRANCO BELGE Sunambiance 3223 BVI Notice De Référence

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Sunambiance 3223 BVI - ref. 972 23 11 Z
Figuur 28
Als de ketel niet vertrek
-
Kontroleren of de kamerthermostaat, als die bestaat,
in aanvraag is.
-
Kontroleren of de ketelthermostaat (kent 2), in
aanvraag is.
-
Kontroleren dat het lampje (kent 13) niet brandt en dat
d e o v e r v e r h i t t i n g s v e i l i g h e i d ( k e n t 1 4 ) n i e t
ingeschakeld. Als dit het geval is, de thermostat
herwapenen (zie hierna § Veiligheid ketel).
-
Kontroleren dat het lampje (kent 12) niet brandt en
dat de brander niet in veiligheid staat. Als het
kontrolelampje brandt staat hij in veiligheid, hem
opnieuw inschakelen. (Zie hierna § veiligheid
brander).
3.3

Bediening van de installatie

De instrukties volgen van Uw installateur-chauffagist
(fig. 28).
Regelmatig de waterdruk in de verwarmingsomloop
(tussen 1 en 2 bar).
Winter werking (verwarming + sanitair)
-
De schakelaar op "sneeuwvlokken" plaatsen
-
De ketelthermostaat regelen om de gewenste
temperatuur van de ketel te bekomen.
-
De mengkraan regelen (kent. 6, fig. 27) tussen 1 en 10
om de gewenste temperatuur op de verwarmingkring
te bereiken (tussen 5 en 10 aanbevolen)
-
Eventueel de kamerthermostaat regelen.
Zomer werking (sanitair alleen)
-
De schakelaar op "zon" plaatsen
-
Stel de hendel van de mengkraan in op "0" om
circulatie in het verwarmingscircuit te voorkomen.
3.4

Veiligheid ketel

Wanneer de temperatuur in het verwarmingslichaam
boven de 110 °C gaat, is de ketel beveiligd door een
veiligheidsthermostaat.
De controlelampje (kent. 13) is aan.
De voorkant van de ketel afnemen.
De knop losdraaien (kent. 14 en herwapenen wanneer
de watertemperatuur (kent. 3) opnieuw normaal
geworden is. Indien dit incident zich herhaalt, de
installateur verwittigen.
Notice de référence "1101"
3.5

Veiligheid brander

Wanneer het kontrolelampje (kent. 12) van de brander
a a n g a a t ,
w o r d t
d e z e
veiligheidssysteem geblokkeerd.
De voorkant van de ketel afnemen.
Op de lichtdruktoets (kent. 15) drukken om de brander
opnieuw in te schakelen.
Indien dit incident zich herhaalt, het volgende
kontroleren :
- De kraan van de voedleiding openen is.
- Het stookolieniveau in de tank kontroleren ; indien dit
normaal is, de filter reinigen die op de leiding staat.
A l s d e b r a n d e r d a n n o g n i e t g a a t , n a d a t h i j
heringeschakeld is geworden, de chauffagist roepen.
3.6
Stopzetten van de ketel en de
brander
In geval van een korte stilstand : de funkties schakelaar
(kent. 1) van het bedieningsbord op " O " zetten.
In geval van een lange stilstand : de hoofdschakelaar
v a n
d e
v e r w a r m i n g
brandstoftvoeding sluiten.
Wanneer er vorstgevaar is, de installatie ledigen.
3.7

Ledigen van de ketel

Voor de ketel en de installatie volledig ledigen :
-
De ledigingskraan van de ketel openen (k. 17, fig. 27).
-
De ledigingskraan van de serpentin openen (kent. 9,
fig. 27).
-
De ledigingskraan van de boiler openen (k. 8, fig. 27).
-
Een warm water kraan openen.
-
De aftapkranen bovenaan de installatie openen.
3.8

Regelmatige kontrole

Gedurende de werking van de ketel mag er in de
stookruimte geen rook uit de ketel of het rookkanaal
ontsnappen.
Het mazoutverbruik en de staat van de mazouttank
moeten regelmatig gekontroleerd worden teneinde
een lek dadelijk op te sporen.
Om de drie maanden de filter van de mazoutvoeding
reinigen.
In geval van abnormale werking, de elektrische
voeding uitschakelen, de mazoutkraan sluiten en
onmiddellijk Uw installateur raadplegen.
3.9

Onderhoudsinstrukties

De onderhoudsoperaties moeten regelmatig gedaan
worden ten einde de werking van de toestel in alle
veiligheid te waarborgen.
De stookketel en de brander moeten 1 tot 2 keren per
jaar gereinigd en gekontroleerd worden en dit volgens
de gebruiksomstandigheden.
Dit onderhoud dient uitgevoerd te worden door een
vakman, die tevens de veiligheidselementen van de
ketel en de installatie zal kontroleren.
De muurdoorvoerpijp aanvoerleiding moet 1 maal per
jaar door een vakman gereinigd worden.
Voorschriften voor de installateur
l a a t s t e
d o o r
u i t s c h a k e l e n
e n
z i j n
d e
17

Publicité

Chapitres

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

972 23 11 z

Table des Matières