Onderhoud Van De Brander; Schoorsteen; Veiligheidsonderdelen - FRANCO BELGE Ambiance BTX 3000 Notice De Référence

Ambiance BTX 3000

2.11.2. Onderhoud van de brander

Om de drie maanden de filter van de mazoutvoeding
reinigen. Het regelmatige onderhoud van de brander
(cel, spuitstuk, verbrandingskop, elektrode, pompfilter)
moet worden uitgevoerd door een vakman, 1 of 2 maal
per jaar, naargelang de gebruiksomstandigheden.
Deze onderhoudsoperaties worden beschreven in de
technische gebruiksaanwijzingen van de brander.
Een verbrandingskontrole moet worden uitgevoerd
teneinde de afstelling van de brander na te gaan.
3. Instructies voor de gebruiker
1
2 - Ketelthermostaat (regeling verwarming)
3 - Voorziene plaats voor regeling
4 - Toegang beveiligingsthermostaat (oververhitting)
De installatie en de eerste inwerkingsstelling moeten
uitgevoerd worden door een installateur centrale
v e r w a r m i n g d i e U a l l e n o d i g e i n f o r m a ti e s z a l
verschaffen over de ontsteking en de regeling van de
ketel.
De elektrische uitrusting van de ketel moet op de
aarding aangesloten worden.
Brandstoft : Uw verwarmingstoestel is uitgerust met
een brander die werkt op huisbrandolie, of een brander
op gas.
3.1. Inwerkingstelling van de ketel
- Zich ervan verzekeren dat de installatie met water
gevuld is en dat de druk op de manometer voldoende
hoog is (tussen 1,5 en 2 bar met gesloten expansievat).
- Elektrisch aansluiten.
- De schakelaar plaatsen ( fig. 16, # 1) :
In de winter, op .
In de zomer, op , Indien de installatie uitgerust is
met een regeling (type RS 971 43).
- De kraan van de brandstoft voedleiding openen.
- De ketelthermostaat regelen (fig. 16, # 2) om de
gewenste temperatuur te bekomen, 50 tot 60 °C in de
zomer, 70 tot 80 °C in winter.
Gebruiksaanwijzing "881"
2 3
Figuur 16 - Bedieningsbord

2.11.3. Schoorsteen

De schoorsteen moet 1 tot 2 maal per jaar door een
vakman gereinigd worden.

2.11.4. Veiligheidsonderdelen

Ieder jaar de goede werking van het expansiesysteem
kontroleren : de druk van de expansievat en de
tarrabepaling van de vieligheidsklep .
4 5
5 - Thermometer (Ketelt°)
6 - Kontrolelampje van circulatiepomp
- I n d i e n d e i n s t a l l a t i e u i t g e r u s t i s m e t e e n
kamerthermostaat, deze op de gewenste temperatuur
zetten.
Als de ketel niet vertrek :
- Kontroleren of de kamerthermostaat, als die bestaat,
in aanvraag is.
- Kontroleren of de ketelthermostaat, ook in aanvraag
is.
- K o n t r o l e r e n o f d e v e i l i g h e i d s t h e r m o s t a a t
ingeschakeld is; hiervoor de zwarte knop losdraaien en
op de inschakelknop drukken ( fig. 16, # 4)
- Kontroleren of de brander niet in veiligheid is. Als zijn
kontrolelamp aan is, de brander herinschakelen.
3.2. Stopzetten van de ketel en de brander
• In geval van een korte stilstand : de schakelaars van
het bedieningsbord op " 0 " zetten fig. 16, # 1).
• In geval van een lange stilstand : de hoofdschakelaar
van de verwarming uitschakelen en de mazoutvoeding
sluiten.
Wanneer er vorstgevaar is, de installatie ledigen.
Instructies voor de gebruiker
6
11