Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Programmering van de draadloze uitbreidingsmodule
Instellen van de leermodus
Om de uitbreidingsmodule in de leermodus te zetten, moet de 12V
gelijkspanningsvoeding aangesloten worden (van de BUS of aparte voeding).
Zodra alle melders in de module ingelezen zijn, worden deze permanent
opgeslagen, ook als de spanningsvoeding verwijderd wordt.
Zodra de spanningsvoeding aangesloten wordt, verschijnt als eerste de
melding "88" op het display.
Om toegang tot de leermodus te krijgen, opent u gewoon het
sabotagecontact (frontafdekking verwijderen) en druk vervolgens op de toets
"SELECT". Het display toont nu: "- -". De module bevindt zich nu in de
leermodus.
OPMERKING: U moet de leermodus van de uitbreidingsmodule eerst
verlaten, voordat u de spanningsvoeding weer verwijdert.
Inlezen van draadloze componenten
1.
Zet de uitbreidingsmodule in de leermodus, als dit nog niet gebeurd
is.
2.
Zorg ervoor dat de LED van de in te lezen draadloze component in de
richting van de inlees-sensor wijst, met een maximale afstand van 100
mm.
3.
Activeer de draadloze componenten (indien nodig door activeren van
het sabotagecontact). Daarbij moet de LED op de inlees-sensor van
de uitbreidingsmodule gericht zijn.
De uitbreidingsmodule geeft een dubbel signaal af, als de draadloze
component met succes ingelezen werd. Bij ingelezen melders wordt
nu links de signaalsterkte (max. 9) en rechts het kanaalnummer
weergegeven. Het kanaal wordt automatisch toegewezen.
Een ingelezen overvalmelder of een afstandsbediening geeft het
aantal ingelezen componenten door de weergave „
met de signaalsterkte weer.
Kan de draadloze component niet ingelezen worden, dan geeft de
uitbreidingsmodule een enkelvoudig signaal af.
4.
Herhaal de stappen 2 en 3 voor het inlezen van andere draadloze
componenten. Let erop dat max. 6 draadloze afstandsbedieningen of
overvalmelders ingelezen kunnen worden.
22
„ afwisselend
Publicité
