filtreau UVC OZONE 80W AMALGAM Manuel page 18

NL
kunnen schadelijk zijn voor de ogen, neus en huid. Controleer het systeem daarom altijd zorgvuldig op lekkage.
Een goede installatie en juiste posities van de O-ringen zijn van groot belang.
• Bij onderhoud dient de stroomtoevoer naar apparaat en pomp uitgeschakeld te zijn.
INSTALLATIE VAN DE AARDING; ZIE ILLUSTRATIE 2
1. Plaats de trekontlastingsclip (A) ongeveer 10-12 cm van het oog van de aardingskabel (B).
2. Schuif het oog van de aardingskabel (B) over de aardingspin (C) die aan de behuizing (D) vastzit.
3. Schuif de eerste tandveerring (E1) over de aardingspin (C).
4. Plaats de zeskantsmoer (F) op de aardingspin (C) en draai die aan.
5. Schuif de tweede tandveerring (E2) over de aardingspin (C).
6. Schuif de trekontlastingsclip (A) over de aardingspin (C).
7. Plaats laatste borgmoer (G) op de aardingspin (C) en draai die voorzichtig aan met een steeksleutel 8.
8. Zorg dat het geheel precies de volgorde heeft zoals illustratie 2 laat zien.
INSTALLATIE VAN HET APPARAAT; ZIE ILLUSTRATIE 3/4
Het apparaat moet geplaatst worden in een droge, goed geventileerde ruimte en zodanig dat er geen direct zonlicht
op kan vallen. Plaats het apparaat nooit direct na de PH regelaar en/of zoutelektrolyse. De beste positie is – indien
mogelijk – ná de filter. Installatie dient altijd verticaal te geschieden. De elektronische ballast (T) moet zichtbaar
blijven i.v.m. het lichtsignaal van de indicator voor de levensduur van de UV-C-lamp. Houd ook rekening met de
bereikbaarheid i.v.m. onderhoud (zie ook Onderhoud en demontage).
VENTURI-UNIT (ZIE ILLUSTRATIE 3/4)
1. Draai de manometer (H) handvast op de venturi-unit. Gebruik hier teflon-tape voor (niet bijgeleverd).
2. Verlijm de venturi-unit d.m.v. de bijgeleverde lijmsok (I) tussen de PVC leidingen, voor of op de inlaat van het
apparaat. Let hierbij op; de venturi-unit dient horizontaal geïnstalleerd te worden.
3. Neem de slang met de terugslagklep (J). Bevestig het langste gedeelte van de slang aan de onderzijde van het
apparaat in het luchtventiel (K). Plaats het korte gedeelte van de slang op de slangtule (L) van de venturi-unit.
APPARAAT (ZIE ILLUSTRATIE 3/4)
1. Draai de borgmoer (M) los van de behuizing (D) en bewaar deze voor bevestiging van de aansluitkoppeling (N)
bij 7.
2. Haal voorzichtig de UV-C-lamp (O) uit de verpakking en schuif deze in het kwartsglas (P).
3. Steek de UV-C-lamp (O) in de lamphouder (L) en schuif het geheel verder in het kwartsglas (P). Zorg dat de
O-ringen (Q1 & Q2) goed zitten.
4. Draai de moer (R) handvast in de behuizing (D).
5. Monteer de buisklemmen (S) op de gewenste plaats. Hierin komt het apparaat te hangen.
(Houd hierbij rekening met de lengte van de kabels, zie verder 6).
6. Monteer de elektronische ballast (T) op de gewenste plaats. (Houd hierbij rekening met de lengte van de kabels).
7. Schroef met de borgmoer (M) de aansluitkoppeling (N) op de behuizing (D) en zorg dat de O-ringen (U)
goed zitten.
8. Plaats het apparaat in de buisklemmen (S) en verlijm de aansluitkoppeling (N) tussen de leidingen en/of
eventueel de venturi-unit.
9. Zorg dat er voldoende water door het apparaat stroomt en plaats daarna de stekker in de daarvoor bestemde
contactdoos. Op de elektronische ballast (T) zullen nu alle lampjes oplichten waarna het groene lampje zal blijven
branden. Door de transparante aansluitkoppelingen (N) is te zien of de UV-C-lamp (O) brandt. Controleer het
geheel ook op eventuele lekkages.
10. Wanneer het gehele systeem lekkage-vrij is, kan de hoeveelheid Ozon afgesteld worden d.m.v. de kogelkraan (V)
op de venturi-unit. De ideale waterdruk op de manometer (H) is 0.4 t/m 0.7 bar.
11. Uitschakelen van het apparaat kan eenvoudig door de stekker uit de contactdoos te halen.
18