Soorten Vergrendeling En Tijden Bij Defecten Aan De Brander; Ontgrendeling Branderapparaat; Functie Voor Herhaling Van De Cyclus; Werkingsparameters Van De Brander In Het Geheugen Opslaan - Riello G30 MRBLU CF Instructions Pour Installation, Utilisation Et Entretien

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

9.4.2

Soorten vergrendeling en tijden bij defecten aan de brander

BESCHRIJVING SOORT DEFECT
Defect aan de olieverwarmer: het contact van de startthermostaat (K) schakelt niet om
Aanwezigheid van vreemd licht bij het ontsteken of uitzetten van de brander
Aanwezigheid van vreemd licht tijdens de voorverwarming van de olie
Aanwezigheid van vreemd licht tijdens de voorventilatie
Aanwezigheid van vreemd licht tijdens de naventilatie of de continue ventilatie (*)
Vlam dooft tijdens de werking
Geen vlam gedetecteerd na de veiligheidstijd
(*) alleen voor voorziene toepassingen.
9.4.3

Ontgrendeling branderapparaat

Voor de ontgrendeling van de controledoos, als volgt te werk
gaan:
Druk gedurende 1 à 2 seconden de ontgrendelingsknop in.
Als de brander niet weer start, moet u controleren of de
limietthermostaat (TL) sluit.
Als de ontgrendelingsknop van de controledoos blijft knip-
peren en de oorzaak van het defect aangeeft (RODE LED)
moet u de knop niet langer dan 2 seconden opnieuw indruk-
ken.
9.4.4

Functie voor herhaling van de cyclus

De controledoos zorgt ervoor dat het hele startprogramma maxi-
mum 3 maal herhaald kan worden als de vlam tijdens de werking
dooft.
Als de vlam dan nogmaals dooft, vergrendelt de brander. Als tij-
dens een herhaalde cyclus er een nieuw verzoek om warmte
komt, worden de drie pogingen bij de omschakeling van de limiet-
thermostaat (TL) hersteld.
9.4.5
Werkingsparameters van de brander in het
geheugen opslaan
De controledoos houdt, ook zonder elektrische stroom, het aantal
plaatsgevonden vergrendelingen in het geheugen, het soort
plaatsgevonden vergrendeling (alleen de laatste) en de wer-
kingstijd van de opening van de olieklep.
Zo kan er bepaald worden hoeveel brandstof er tijdens de wer-
king verbruikt is.
Voor de weergave van deze parameters is het nodig de kit dia-
gnose software aan te sluiten, volgens de uitleg in paragraaf
4.8.1 "Kit diagnose software op bladzijde.
Onderhoud
9.5
Programmeerbare extra functies van de contro-
ledoos
9.5.1

Functie naventilatie (t6)

De naventilatie is een functie waardoor de luchtventilatie ook na-
dat de brander uitgegaan is door blijft gaan.
De brander gaat uit bij het openen van de limietthermostaat (TL)
waardoor de brandstoftoevoer naar de kleppen verbroken wordt.
Om deze functie te gebruiken moet u de ontgrendelingsknop ge-
bruiken wanneer de limietthermostaat (TL) niet omgeschakeld is
(brander uit).
De naventilatietijd kan ingesteld worden op maximaal 6 minuten,
door als volgt te werk te gaan:
Druk de ontgrendelingsknop minstens 5 seconden lang in,
totdat de led rood wordt.
Stel de gewenste tijd in door de knop meer dan 1 maal in te
drukken: 1 maal = 1 minuut naventilatie.
Na 5 seconden geeft de controledoos automatisch de inge-
stelde minuten aan via het knipperen van de rode led: 1
knippering = 1 minuut naventilatie.
Om deze functie te resetten moet u de knop 5 seconden lang
indrukken totdat de signalisatieled rood wordt en dan loslaten
zonder verder iets te doen, wacht dan minstens 20 seconden al-
vorens de brander weer te laten starten.
Als er tijdens de naventilatie opnieuw een verzoek om warmte
komt, dan wordt bij de omschakeling van de limietthermostaat
(TL) de naventilatietijd onderbroken en begint er een nieuwe wer-
kingscyclus van de brander.
Als er tijdens de naventilatie vreemd licht aanwezig is, dan ver-
grendelt de brander na 30 seconden.
De controledoos verlaat de fabriek met de volgende instelling: 0
minuten = geen naventilatie.
25
NL
VERGRENDELING
Na max. 6 minuten
Na max. 30 seconden
Na max. 30 seconden
Binnen 1 seconde
Na max. 30 seconden
Na 3 cyclusherhalingen
Onmiddellijk
20011753

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières