Het Symbool "+" Op De Bajonetaansluiting; Netaansluiting; Toepassingsbeperkingen; Veiligheidsmaatregelen Tijdens Het Lassen - Lastek RODIE 140 Manuel D'instruction

3.2.3 Anti-Stick functie
Ontstaat tijdens het elektrodelassen een permanente kortsluiting, dan treedt na circa 1.0 sec de Anti-
Stick functie in werking, die de lasstroom op ongeveer 35 A begrenst. Hierdoor wordt het uitgloeien van
de elektrode voorkomen en de permanente kortsluiting kan door losbreken van de elektrode eenvoudig
verholpen worden.

Het symbool "+" op de bajonetaansluiting

3.3
Het "+" teken geeft de positieve pool van de stroombron aan (linkse lasstroom aansluiting).
Bij elektrodelassen met rutielelektroden wordt de massakabel op de "+" pool aangesloten.
Bij lassen met basische elektroden wordt de elektrodehouder op de "+" pool aangesloten. Raadpleeg de verpakking
en documentatie van uw elektrodefabrikant.voor de juiste keuze van de polariteit.
Het symbool "-" op de bajonetaansluiting
3.4
Het "-" teken geeft de negatieve pool van de stroombron aan (rechtse lasstroom aansluiting).
Bij elektrodelassen met rutielelektroden wordt de elektrodehouder op de "-" pool aangesloten.
Bij lassen met basische elektroden wordt de massakabel op de "-" pool aangesloten. Raadpleeg de verpakking en
de documentatie van uw elektrodefabrikant voor de juiste keuze van de polariteit.

4. NETAANSLUITING

De Rodie 140 is voorzien van een veiligheidsstekker met randaarde en dient aangesloten te worden op een
netspanning van 230 V en afgezekerd te worden met een netzekering van 16 A.
De bedrijfstoestand "AAN" wordt door het oplichten van de netschakelaar aan de achterzijde van de machine
aangeduid.
De Rodie 140 bewaakt permanent de netspanning. Wanneer tijdens het lassen een te hoge (meer dan 260 V Ac) of
te lage spanning (minder dan 150 V Ac) gemeten wordt schakelt de machine zichzelf uit en gaat in een
beschermmodus over. Door uit- en inschakelen kan bij de juiste netspanning weer verdere gelast worden.
5. OPSTELLEN VAN HET APPARAAT
Bij de opstelling van het lasapparaat dient u erop te letten dat de luchtuitsparingen niet afgedekt worden en dat de
omgeving met de beschermingsklasse IP23 overeenkomt.

6. TOEPASSINGSBEPERKINGEN

De Rodie 140 kan onder alle omstandigheden gebruikt worden die overeenkomen met de beschermingsklasse
IP23 of lager. Voor bijzondere omstandigheden worden speciale eisen aan de beschermingsklasse van de machine
gesteld. De gebruiksmogelijkheden van de machine in een dergelijke omgeving moeten afzonderlijk onderzocht
worden.

7. VEILIGHEIDSMAATREGELEN TIJDENS HET LASSEN

Het werken met en onderhoud aan elektrische lasapparaten is altijd met mogelijke gevaren verbonden. Personen
die met zulke installaties niet vertrouwd zijn, kunnen zichzelf of anderen schade toebrengen. Daarom moet het
bedieningspersoneel op de hieruit voortvloeiende gevaren en de maatregelen om deze schade te voorkomen,
gewezen worden. Onafhankelijk hiervan moet de gebruiker van het lasapparaat zich vóór het gebruik van het
lasapparaat laten informeren over de veiligheidsvoorschriften.
7.1

Elektrische gevaren

Het aansluiten van en onderhoud aan lasapparaten en hun toebehoren mogen alleen plaatsvinden volgens de
geldende veiligheidsnormen en volgens de geldende branche- of bedrijfsvoorschriften.

raak onder spanning staande metalen delen nooit aan.

draag tijdens het lassen altijd lashandschoenen en een laskap of lashelm met een lasglas van de juiste
sterkte.

werk nooit in een natte omgeving; let erop dat alles wat U tijdens het werk aanraakt, droog is.

zorg voor een goede isolatie door het dragen van droge handschoenen en van werkschoenen met
rubber zolen en op een droge, geïsoleerde ondergrond te staan, in het bijzonder wanneer u tijdens het
lassen op een metalen ondergrond of in een omgeving van verhoogd elektrisch risico moet werken.

gebruik geen versleten of beschadigde laskabels of lastoortsen; let erop dat deze tijdens het werk niet
overbelast worden.

gebruik alleen goede (las-)toebehoren.

schakel het lasapparaat bij langere werkonderbrekingen uit.

wikkel de laskabels niet rond de behuizing van het lasapparaat en laat ze ook niet opgerold op de grond
liggen.

laat het lasapparaat nooit zonder toezicht onder stroom staan.

let erop dat de massakabel zo dicht mogelijk bij de lasplaats aangesloten is. Massakabels die te ver van
de lasplaats zijn aangesloten verminderen de werking van het lasapparaat en verhogen het gevaar op
Lastek Belgium n.v. - Toekomstlaan 50 - 2200 Herentals tel. 014-22.57.67 fax 014-22.32.91