Makita 2704N Manuel D'instructions page 55

3. Vergrendel de breedtegeleider door de knop op
de geleiderhouder helemaal te kantelen (vergrendelde
stand).
4. Controleer of de breedtegeleider kan worden
geplaatst en verwijderd in de oorspronkelijke positie
(ontgrendelde stand).
5. Controleer of de breedtegeleider soepel kan glij-
den zonder haperingen wanneer de knop halverwege
staat.
KENNISGEVING:
Wees voorzichtig de schroe-
ven niet strakker aan te draaien dan is vermeldt in
bovenstaande instructies. Als u zich hier niet aan
houdt, kunnen de vastgezette onderdelen worden
beschadigd.
Plaats de breedtegeleider vlak tegen de zijkant van het
zaagblad. Zorg ervoor dat de aanwijslijn op de gelei-
derhouder op de 0 van de schaalverdeling staat. Als de
aanwijslijn niet op de 0 van de schaalverdeling staat,
draait u de schroef op de schaalplaat los en stelt u de
schaalplaat af.
► Fig.33: 1. Aanwijslijn 2. Schroeven
Een stofzuiger aansluiten
Door een Makita-stofzuiger of -stofvanger op het
gereedschap aan te sluiten, kunt u nog schoner werken.
► Fig.34
BEDIENING
LET OP:
Gebruik altijd hulpmiddelen zoals
duwstokken en duwblokken wanneer het gevaar
bestaat dat uw handen of vingers dichtbij het
zaagblad komen.
LET OP:
Houd het werkstuk altijd goed vast
op de tafel met behulp van de breedtegeleider of
verstekgeleider. Buig of verdraai het werkstuk
niet tijdens het invoeren. Als het werkstuk gebo-
gen of verdraaid wordt, kan gevaarlijke terugslag
optreden.
LET OP:
Trek NOOIT het werkstuk terug ter-
wijl het zaagblad draait. Wanneer u het werkstuk
wilt terugtrekken voordat de zaagsnede voltooid
is, schakelt u eerst het gereedschap uit terwijl u
het werkstuk stevig vasthoudt. Wacht totdat het
zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voor-
dat u het werkstuk terugtrekt. Als u dat niet doet,
kan gevaarlijke terugslag optreden.
LET OP:
Verwijder NOOIT afgezaagd materiaal
terwijl het zaagblad draait.
LET OP:
Breng uw handen of vingers NOOIT
in de zaaglijn van het zaagblad. Wees vooral voor-
zichtig tijdens schuin zagen.
LET OP:
Zet de breedtegeleider altijd goed
vast om gevaarlijke terugslag te voorkomen.
LET OP:
Gebruik altijd hulpmiddelen, zoals
duwstokken en duwblokken, wanneer u kleine of
smalle werkstukken zaagt.
Hulpmiddelen
Duwstokken, duwblokken of een extra geleider zijn
voorbeelden van hulpmiddelen. Gebruik ze om veilig
zuivere zaagsneden te maken zonder dat de gebruiker
met enig deel van zijn lichaam in aanraking komt met
het zaagblad.
Duwblok
► Fig.35: 1. Zichtkant/zijkant parallel 2. Handgreep
3. Houtschroef 4. Vastlijmen
Gebruik een stuk multiplex van 19 mm dik.
De handgreep moet in het midden van het stuk multi-
plex zitten. Bevestig met lijm en houtschroeven zoals
afgebeeld. Het kleine stuk hout (9,5 mm x 8 mm x 50
mm) moet altijd aan het multiplex gelijmd worden om te
voorkomen dat het zaagblad stomp wordt als de gebrui-
ker per ongeluk in het duwblok zaagt. (Gebruik nooit
spijkers in het duwblok.)
Extra geleider
► Fig.36: 1. Zichtkant/zijkant parallel
Maak een hulpgeleider van stukken multiplex van 9,5
mm en 19 mm dik.
Langszagen
LET OP:
Voor langszagen moet de verstekge-
leider vanaf de tafel worden verwijderd.
LET OP:
Wanneer u lange of brede werk-
stukken zaagt, zorgt u altijd voor voldoende
ondersteuning achter de tafel. Zorg ervoor dat
een lange plank NIET op de tafel kan bewegen of
schuiven. Hierdoor zal het zaagblad vastlopen en de
kans op terugslag en persoonlijk letsel toenemen. De
steun moet even hoog zijn als de tafel.
LET OP:
Als u langszaagt combineert met
schuin zagen, mag u dat niet doen aan de schuin
aflopende kant van het zaagblad.
1. Stel de zaagdiepte iets groter in dan de dikte van
het werkstuk.
► Fig.37
2. Plaats de breedtegeleider op de gewenste zaag-
breedte en zet hem op zijn plaats vast door de knop te
kantelen. Voordat u gaat langszagen, verzekert u zich
ervan dat het achterste uiteinde van de breedtegelei-
der stevig is vastgezet. Als deze niet stevig genoeg is
vastgezet, volgt u de procedures onder het kopje "De
breedtegeleider aanbrengen en afstellen".
3. Schakel het gereedschap in en voer het werkstuk
langzaam langs de breedtegeleider in het zaagblad.
Bij een zaagbreedte van 150 mm of meer, gebruikt
u voorzichtig uw rechterhand om het werkstuk in te
voeren. Gebruik uw linkerhand om het werkstuk op zijn
plaats tegen de breedtegeleider te houden.
► Fig.38
Bij een zaagbreedte tussen 65 mm en 150 mm, gebruikt
u de duwstok om het werkstuk in te voeren.
► Fig.39: 1. Duwstok
55 NEDERLANDS