Electrische Aansluiting - Kongskilde HVL 30 Instructions De Service

NL
Gebruiksaanwijzing voor HVL axi-
aalventilatoren met lage druk.
Deze gebruiksaanwijzing is
voor axiaalventilatoren met
lage druk van het type HVL
30/55/100/150/250 voorzien van
een motor voor 3x380 V, 50 Hz.
Gebruik
HVL lagedrukventilatoren zijn ge-
schikt voor het drogen en beluchten
van graan en andere produkten. In
de industrie worden de ventilatoren
gebruikt voor afzuigen en ventilatie.
De HVL ventilatoren zijn niet ge-
schikt voor lucht die grote hoeve-
elheden stof bevat, daar dat zich
vast kan zetten op de motor en dan
storingen kan geven. Er mag geen
materiaal worden vervoerd met de
ventilator.
De HVL ventilatoren zijn niet ge-
schikt voor korroderende luchtsoor-
ten en de luchttemperatuur mag
niet hoger zijn dan 70°C.
Veiligheid
De ventilator moet worden vast-
gezet zodat hij niet kan omvallen.
De ventilator is het zwaarst aan de
kant waar de motor is gemonteerd.
Pas op dat de ventilator niet om-
kiept als hij wordt verplaatst.
Vóór het aanzetten moet worden
gecontroleerd of alle schermen in
orde zijn en correct gemonteerd.
Gebruik geen motoren met een
hoger toerental dan is voorgeschre-
ven.
Zet de ventilator altijd stil tijdens
reparatie en onderhoud en zorg
ervoor dat hij niet per ongeluk kan
aanslaan.
Steek nooit de hand in de aanzuig-
of afvoeropening van de ventilator
terwijl hij loopt.
Montage van de
motor
Het ventilatorwiel (A) en de aan-
zuigpijp (B) moeten elkaar 5-7 mm
overlappen.
Leg rubber blokjes onder de motor
zodat de aanzuigpijp middenin de
opening van het ventilatorwiel zit.
Electrische
aansluiting
Controleer of de electrische voor-
zieningen ter plaatse passen bij de
specificaties voor motor en starter.
De aansluiting moet gebeuren door
een erkend installateur. De motor
moet tegen overbelasting worden
beschermd met een motorbeveili-
gingsschakelaar. De kabel moet bij
de ventilator met een trekontlasting
worden beveiligd.
Losse kabels moeten zo kort moge-
lijk zijn. Voorkom dat er over de ka-
bels kan worden gereden waardoor
beschadigingen kunnen ontstaan.
Opstelling van de
ventilator
De ventilator kan met verticale of
horizontale uitblaasopening worden
opgesteld.
Onderhoud
De motor mag niet worden afge-
dekt en moet schoon gehouden
worden omdat vuil de koeling kan
verminderen.
Als er abnormaal lawaai optreedt of
trillingen, moet de ventilator worden
afgezet en niet weer worden ge-
start voor de fout is verholpen.
13