Marklin Digital 60906 Mode D'emploi page 31

Functies
• Multi-protocol geschikt (mfx, fx (MM), DCC en AC/DC)
• Automatische systeemherkenning
• Optrek- en remvertraging kunnen apart worden ingesteld.
• Programming on Main (PoM), deze programmering moet
worden ondersteund door de rijregelaar. Neem de hand-
leiding van uw rijregelaar in acht.
• Instelbare rangeergang
• Rem-/seinstopsectie-herkenning in digitale modus
• De 60906 decoder heeft geen mtorregeling.
• Kabelkleuren zijn op basis van Märklin-standaard.
De decoder kan volledig worden geüpdatet. Voorwaarde
hiervoor is een passende regelaar
(Central Station 60213 – 60215, softwareversie 4.2.8, 60216 /
60226, softwareversie 1.4.0).
De instel- en digitale functies kunnen alleen worden gebru-
ikt in digitale modus. Dezelfde opties zijn echter niet in alle
protocollen beschikbaar.
Let op: In analoogbedrijf (DC) kan bij locs waarbij het front-
sein massa is geschakeld bij vooruitrijden het voorste sein
niet branden (systeemgerelateerd).
Installatie van de decoder
Voor installatie moet de loc worden gecontroleerd op
correcte mechanische en elektrische werking. Indien nodig
moet de loc eerst worden gerepareerd. Wij verlenen geen
garantie voor niet vakkundig uitgevoerde werkzaamheden.
• Open de loc volgens de informatie in de handleiding.
• Demonteer de mechanische rijrichtingomschakelaar uit
de loc. Maak de kabelverbindingen aan de motor los.
• Schroef de houderplaat van de decoder op de plek waar
de rijrichtingomschakelaar gemonteerd zat. Dek de schro-
ef af met isoleertape ter bescherming van de decoder.
• Soldeer de kabels van de decoder zover als nodig op
volgens de schakelschema's op pagina 2 of 39.
Let op:
De oranje aansluitingen zijn gelijkwaardig.
Verbruikers die massa geschakeld zijn (bv. rook) moeten
altijd op bruin worden aangesloten (geleiding massa via
frame/chassis).
Verbruikers die niet massa geschakeld zijn (bv. telex) mogen
niet op bruin, maar alleen op oranje worden aangesloten.
• Klik de decoder vast in de houderplaat.
• Controleer of alle kabelverbindingen stabiel zijn en er
geen onbedoelde verbindingen zijn (kortsluiting).
Let erop dat er bij het rijden geen kortsluitingen kunnen
optreden.
• Neem de loc in gebruik, controleer en verhelp evt. fouten.
Als de rijrichting van de loc niet overeenkomst met de
rijrichting van de regelaar is het meestal voldoende om de
groene en de blauwe kabel op de motor om te wisselen.
• Monteer de loc weer.
31