10.3. Werken met Microsoft® ActiveSync®
Wanneer het navigatiesysteem op de pc wordt aangesloten, wordt automatisch Ac-
tiveSync® gestart. Het programma controleert of er een partnerschap met het ge-
vonden apparaat bestaat. Wanneer dit niet het geval is, worden de sinds de laat-
ste synchronisatie gewijzigde gegevens op de pc en op het navigatiesysteem met
elkaar vergeleken en gesynchroniseerd. U kunt bij de instellingen van ActiveSync®
exact opgeven welke gegevens prioriteit krijgen bij de synchronisatie. Vraag daar-
voor de hulpfunctie van het programma op (F1) voor informatie over de verschillen-
de instellingen. Wanneer het navigatiesysteem niet als partner wordt herkend, is au-
tomatisch een Gast toegang met beperkte rechten actief waarmee bijvoorbeeld
gegevens kunnen worden uitgewisseld. Wanneer dit het geval is, hoewel er een
partnerschap moet bestaan, koppelt u het navigatiesysteem los van de pc en scha-
kelt u het uit en weer in. Sluit vervolgens het navigatiesysteem op de pc aan om de
herkenning opnieuw te starten. Wanneer het apparaat nog steeds als gast wordt
herkend, herhaalt u deze procedure en start u de pc ook opnieuw op.
OPMERKING!
Zorg ervoor dat het navigatiesysteem altijd op dezelfde USB-aansluiting
van de pc wordt aangesloten, anders verstrekt uw pc een nieuwe ID en
wordt het apparaat opnieuw geïnstalleerd.
NL
FR
DE
29 van 108