NL Vloerslijpmachine DSM 400
4 Onderhoud
4 Onderhoud
Veiligheidsaanwijzingen in hoofdstuk 2 in acht
nemen!
Het voor de machine verantwoordelijke be
dienings‐ en onderhoudspersoneel moet ga
randeren dat niemand tijdens bedrijf resp. on
derhoudswerkzaamheden het gevarenbereik
van de machine kan betreden!
Onderhoudswerkzaamheden mogen alleen
worden uitgevoerd door geïnstrueerd personeel!
Dit moet de daarmee verbonden gevaren ken
nen, zich ertegen beveiligen en de gevaren kun
nen afwenden!
Bij werkzaamheden aan de machine (installe
ren, onderhoud, instandhouding, reparatie, reini
ging etc.) moet de stroomvoorziening van de
machine van het net zijn gescheiden (netstekker
eruit trekken) en de aandrijving moet stil staan!!
Reinigings‐ en onderhoudswerkzaamheden
volgens gebruiksaanwijzing uitvoeren en de vei
ligheidsvoorzieningen op volledigheid en wer
king controleren!
Gevaar voor beschadiging door ondeugdelijk
gereedschap!
De fabrikant adviseert dringend, uitsluitend het
door Schwamborn aangeboden en gecertifi
ceerde gereedschap te gebruiken.
4.1 Klantenservice en reserveonderdelen
Neem bij vragen over de klantenservice, reserveon
derdelen of reparaties contact op met de fabrikant. Ver
meld steeds de specifieke machinegegevens, zodat we
uw vragen sneller kunnen beantwoorden. Deze bevin
den zich op het typeplaatje van de machine.
4.2 Extra gewichten aanbrengen/verwijderen
Alleen voor DSM 400 / 3~:
Letselgevaar door zware extra gewichten! Extra
gewichten alleen bij de greepuitsparingen
[28, fig. A/M] beetpakken! Voorzichtig te werk
gaan!
1.
2 bouten [27, fig. L, sleutelbreedte 13] in de be
schermkap [13, fig. K] inschroeven.
2.
Naar behoefte 1 ... 3 extra gewichten [12, fig. M]
over de bouten schuiven.
Verwijderen wordt in omgekeerde volgorde uit
gevoerd.
38
4.3 Machine kantelen
De machine mag alleen op een effen, horizon
taal oppervlak worden gekanteld!
1.
Netstekker [7, fig. A/K] van het net scheiden.
2.
Stuurbeugel [fig. P en 1, fig. A] in de gestrekte
positie zwenken en vergrendelen
(! hoofdstuk 3.1).
3.
Extra gewichten verwijderen
(alleen voor DSM 400 / 3~, ! hoofdstuk 4.2).
4.
De machine kantelen en op de grond leggen
(! fig. D/P).
4.4 ETX‐diamantwerktuig monteren
De eigenschappen van het oppervlak dat moet
worden geslepen bepalen het type resp. de samen
stelling van het gebruikte gereedschap.
Alle voor deze machine goedgekeurde
ETX‐diamantwerktuigen [! fig. E] worden op
dezelfde wijze ingebouwd en gedemonteerd.
Volgens de bewerkingsprocedure steeds werk
tuigen van hetzelfde type monteren. De hoogte
van de diamantwerktuigen (slijtagegraad) moet
eveneens identiek zijn.
1.
Machine kantelen (! hoofdstuk 4.3).
2.
Door een zachte tik met een kunststofhamer het
werktuig [18, fig. F] uit de ETX‐houderplaat
[19, fig. D/F] richting midden losmaken en
daarna verwijderen.
3.
Nieuw werktuig in de ETX‐houder [22, fig. F]
plaatsen en richting buitenrand van de
ETX‐houderplaat vastdrukken (eventueel kunst
stofhamer gebruiken).
4.
Machine rechtop zetten, de stuurbeugel in de
standaardpositie zwenken en vergrendelen
(! hoofdstuk 3.1).
4.5 Machine reinigen
De machine mag niet met een hogedrukreiniger
of perslucht worden gereinigd!
1.
Machine kantelen (! hoofdstuk 4.3).
2.
Machine en werktuigen na gebruik middels af
zuiging met een geschikt filter, of met een doek
of een borstel droog reinigen.
3.
Machine rechtop zetten, de stuurbeugel in de
standaardpositie zwenken en vergrendelen
(! hoofdstuk 3.1).