Vanderbilt IR261 Instructions D'utilisation page 7

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 4
De passieve infraroodbewegingsdetector IR261 is
bestemd
voor
bewakingstoepassingen
alarmsystemen binnenshuis. Dankzij de montage aan
het plafond is het mogelijk om over obstakels in het
bewaken gebied heen te kijken.
De dubbele pyrosensor bevindt zich in het brandpunt
van een lens met een aantal segmenten die het
detectiegebied in diverse zones verdelen. Door deze
opstelling ontstaan 33 paren geobserveerde gebieden.
1
De
sensor
ontvangt
van
zijn
hoeveelheid
infrarood-energie
referentiewaarde
wordt
gebruikt.
referentiewaarde stabiel is, wordt er geen alarm
geactiveerd. Als iemand een van de geobserveerde
gebieden binnengaat of verlaat, registreert de
detector een snelle verandering in de hoeveelheid
infrarood-energie (warmte) die hij ontvangt. Deze
verandering genereert een impuls. Deze wordt
gebruikt voor het activeren van het alarm. Het
detectievermogen neemt echter af wals er slechts een
gering temperatuurverschil tussen achtergrond en
indringer bestaat.
Binnen de gespecificeerde omgevingsvoorwaarden
reageert de detector op bewegingen van indringers
die van heel snel tot heel langzaam kunnen lopen. De
gevoeligheid neemt echter af naarmate het verschil
tussen de temperatuur van de achtergrond en die van
de indringer kleiner is. Langzame wijzigingen in het
niveau van de infrarood-energie, b.v. veroorzaakt
door temperatuurverandering bij muren, worden
automatisch door de detector gecompenseerd en
veroorzaken geen alarm.
Installatierichtlijnen
Monteer de detector op een stabiel deel van het
plafond dat niet aan trillingen onderhevig is.
Het is mogelijk een aantal detectoren in dezelfde
ruimte te plaatsen. Elkaar overlappende gebieden
veroorzaken geen problemen met vals alarm.
Lijn de detector zodanig uit dat een indringer
waarschijnlijk door zoveel mogelijk gevoelige zones
loopt.
De detector reageert op bewegingen in het directe
gezichtsveld van de detector. Hij reageert niet op
bewegingen achter muren, grote meubels, pilaren,
grote planten of glas.
Richt de gevoelige zones niet op voorwerpen
waarvan u snelle temperatuurveranderingen kunt
verwachten, zoals verwarmingen, verwarmde
oppervlakken, roosters van de airconditioning,
ramen.
Montagehoogte tussen 2m en 5m.
Vermijd hoogtes boven 5m, aangezien dan de
gegarandeerde reikwijdte van de detector wordt
overschreden,
waardoor
de
vermindert.
Montage
1. Open de detector.
- Draai de openingshendel in de pijlrichting. Het
sensorgedeelte kan nu van de detectorvoet worden
getild.
2. Voer de kabel door de opening in de voet van de
detector of door het uitbreekplaatje aan de zijkant.
3. Monteer de voet van de detector met de
bijgeleverde schroeven op een stevig oppervlak.
4. Sluit de detector aan.
De aansluitklemmen zijn
uitstekend geschikt voor massieve geleiders. Bij
gebruik van kabels met meerdere geleiders moet u
op de volgende punten letten:
- vouw de gestripte geleider dubbel voordat u het in
de klem steekt, en/of
- plaats kabelschoentjes aan het uiteinde van de
kabel voordat u die in de klem steekt.
5. Instellen van de detector volgens het afzonderlijke
hoofdstuk "Programmeren".
6. Klik het sensorgedeelte met het lipje naar voren (let
op pijlmarkeringen) op de detectorvoet.
7. Zet de detector vast met de bijgevoegde schroef.
003908_f
Gebruiksvoorschriften voor IR261
in
Programmeren
Alarm LED actief / inactief
Alarm-LED (rood)
LED actief
Brandt bij alarm, default
LED niet actief
Door aansluiten van klem 7 (L/C)
omgeving
een
met -12V wordt LED actief.
die
als
Met externe schakelaars kan zo
Zolang
de
de LED actief / inactief
geschakeld worden.
Alarmgeheugen
Alarmgeheugen (geel)
Actief:
Bij activering van een alarm
knippert de gele LED
gedurende 3 minuten en blijft
daarna 47 minuten branden.
Daarna wordt het geheugen
automatisch teruggezet
Niet actief
Geheugen UIT, default
Aard van het alarmcontact
Alarmcontact
Relais is normaal open en sluit
bij activering alarm
Relais is normaal gesloten en
opent bij activering alarm,
default
Gevoeligheid van de detectie
Gevoeligheid
120%
100%, default
80%
60%
Aantal impulsen voor activering alarm
Aantal impulsen na een eerste
impuls
(binnen 25 seconden)
gevoeligheid
1 x alarm
2 x alarm
3 x alarm
4 x alarm
Schakelaar 1
6
Schakelaar 2
Schakelaar 3
Schakelaar
4+5
Schakelaar
6 en 7
default
Aangeraden
om vals
alarm door
temperatuur
schom-
melingen te
voorkomen
7
Inbedrijfstelling
Om het werkingsgebied te controleren
schakelaar 1 in stand [ON] zetten, zie
"Program- meren".
1. Schakel de voeding in.
2. Wacht een minuut totdat de detector klaar is voor
gebruik en de rode alarm-LED niet meer knippert.
3. Controleer in het hele bewakingsgebied of het
alarm geactiveerd wordt (looptest). Loop rechtop
door het hele bewakingsgebied met ongeveer één
stap per seconde.
- Controleer of een alarm geactiveerd wordt en wacht
na elk alarm tot de rode alarm-LED uitgaat. De
detector moet zelfs een alarm genereren als u door
het verste deel van het te bewaken gebied loopt.
4. Controleer na de looptest of de detector goed is
ingesteld is, d.w.z. controleer de stand van de
programmeerschakelaars.
Onderhoud
Herhaal de looptest regelmatig en controleer of de kap
niet vuil is, zodat u er zeker van bent dat de detector
goed functioneert.
Opmerking: Door elke verandering of manipulatie
aan onderdelen van de detector verliest deze zijn
functie en vervalt de goedkeuring.
Opheffen van storingen
Detector reageert niet
- Controleer de voedingsspanning en polariteit.
Geen alarmindicatie bij de melder
- Controleer de programmeerschakelaars.
Geen alarm
- Controleer het alarmrelais.
- Controleer de alarmlijn.
Permanent of tijdelijk alarm
Zet de alarmindicatie op de detector op [ON], bedek
de detectorkap met karton en wacht twee minuten.
- Als de rood LED aan gaat, is de detector defect.
- Als de rood LED niet aan gaat:
- controleer of er storingsbronnen zijn in het
detectiegebied een verwijder deze.
- controleer de instelling van de gevoeligheid.
- lijn de detector opnieuw uit.
Onvoldoende reikwijdte
- Controleer of de kap vuil is.
- Controleer montage volgens installatievoorschriften.
Technische gegevens
Voedingsspanning (nom. 12V) ........... 10,5...30,0 V
- . max. rimpel (0...100Hz) ................................ 2,0Vpp
Stroomverbruik (in rust, bij 12V) ........................ 25mA
- . ............................................................. +2mA bij L/C
Alarmuitgang ...................................elektronisch relais
- . relaiscontact (opent bij alarm) .. 24V(
- . duur alarm ............................................. 2 seconden
Alarm/looptestindicatie .......................................... LED
Sabotagecontact ......... gesloten met deksel geplaatst
- . contactbelastbaarheid .............. 30V(
Evaluatiemode ........................................ HIGH / LOW
Gevoeligheid ................................................ 4 niveaus
Omgevingscondities:
- bedrijfstemperatuur ........................... -15°C...+55°C
- opslagtemperatuur ............................ -15°C...+55°C
- luchtvochtigheid (EN60721) ............... <95% rel. v.
Bestelinformatie
IR261 Passieve infrarooddetector VBPZ:5667770001
EC-verklaring van conformiteit
Hiermee verklaart Vanderbilt International (IRL) Ltd
dat dit type apparatuur voldoet aan alle toepasselijke
EU-richtlijnen voor CE-markering. Vanaf 20-04-2016
voldoet het aan richtlijn 2014/30/EU (Richtlijn
Elektromagnetische compatibiliteit).
De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring
is beschikbaar op
http://pcd.vanderbiltindustries.com/doc/SPC
DC
/ 250mA
AC/DC)
/ 250mA
AC/DC)

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières