Publicité
Technische instructies
NL
Algemeen
Plafondmodule
Plafondconstructie met voldoende draagvermogen voor
duurzame bevestiging van het apparaat (gewicht: 57,5 kg /
127 lbs. (US)).
Om de plafondmodule te bevestigen zijn M8 (35 600 970 90 /
35 620 970 90 / 35 600 979 90 / 35 610 970 90) / 5/16"-18 UNC
(35 610 970-90 0010) bouten (min. sterkte: 2.000 N) vereist. De
bevestigingsmiddelen voor de plafondconstructie dienen door
een bouwkundig ingenieur te worden bepaald.
Wandcomponenten
De bij levering inbegrepen bevestigingsmiddelen zijn uitsluitend
geschikt voor bevestiging in beton.
Bedrijfsvoorwaarden
Toegestane bedrijfstemperaturen
Koudwatertemperatuur
Aanbevolen koudwatertemperatuur
Warmwatertemperatuur
Aanbevolen warmwatertemperatuur
Een combinatie met geisers (doorstroomtoestellen) is niet mogelijk.
Dynamische druk
Toegestane dynamische druk:
35 600 970 90
250 – 400 kPa / 36 – 60 psi / 2,5 – 4 bar
35 620 970 90
250 – 400 kPa / 36 – 60 psi / 2,5 – 4 bar
35 600 979 90
150 – 400 kPa / 21 – 60 psi / 1,5 – 4 bar
35 610 970 90
150 – 400 kPa / 21 – 60 psi / 1,5 – 4 bar
35 610 970-90 0010
150 – 400 kPa / 21 – 60 psi / 1,5 – 4 bar
Aanbevolen dynamische druk
Waterhardheid
Aanbevolen waterhardheid:
6 – 7 °dH / 107 – 125 ppm CaCO
Installeer bij een hogere waterhardheid een
onthardingsinstallatie in de hoofdleiding.
Instructies sanitair
Berekening leidingsysteem volgens EN 806-3, DIN 1988-300.
Voor een optimale voorziening van warm water waarbij
rekening wordt gehouden met meerdere tappunten en
gelijktijdig gebruik dient de individuele behoefte te worden
bepaald (bv. op basis van DIN 1988-200, DIN 4708-2,
DIN 4753-7, VDI 6003). Daarbij dient rekening te worden met
gelijktijdig gebruik van alle andere tappunten (gelijktijdigheid).
Neem in acht:
– Posities van de aansluitingen
– Uitlijning van de QUEEN'S COLLAR (35 600 970 90 /
35 620 970 90)
5 – 25 °C / 41 – 77 °F
15 °C / 59 °F
50 – 65 °C / 120 – 149 °F
≤ 60 °C / ≤ 140 °F
300 kPa / 44 psi / 3 bar
/ 7,5 – 8,8 °e / 10,7 – 12,5 °fH
3
Maten toevoerleidingen
Warm / koud water:
35 600 970 90
35 600 979 90
35 610 970-90 0010
Mengwater:
35 600 970 90
35 620 970 90
35 600 979 90
35 610 970 90
35 610 970-90 0010
Plafondmodule en andere componenten moeten zodanig
worden aangesloten dat ze van elkaar gescheiden kunnen
worden geregeld.
US / CA:
– 35 610 970-90 0010 moet worden geinstalleerd met een
3-weg omstelling 35 104 970-90 0010.
– Drieweg-omstelling zorgt ervoor dat het product niet de
max. stroomsnelheid van 2,5 gpm / 9,5 l/min overschrijd bij
elke instelling. Het gebruik van twee functies tegelijkertijd is
niet mogelijk.
Afvoer
Afvoercapaciteit / aansluitwaarde [AW]:
35 600 970 90
35 620 970 90
35 600 979 90
35 610 970 90
35 610 970-90 0010
Aanbevolen maat afvoerpijp:
35 600 970 90
35 620 970 90
35 600 979 90
35 610 970 90
35 610 970-90 0010
Voor een optimale afvoer waarbij rekening wordt gehouden
met de doorstroom van de volledig installatie dient de
individuele behoefte te worden bepaald (bv. op basis van
EN 12056-1/-2, DIN 1986-100).
Informatie elektrische installatie
Neem de voorschriften voor veiligheidszones volgens
DIN VDE 0100, deel 701 (IEC 60364-7-701) in acht.
Afwijkende nationale voorschriften dienen in acht te worden
genomen.
De volgende elektrische componenten moeten buiten de
veiligheidszones 0 – 2 zijn geïnstalleerd: Schakelaar (ter plekke)
Het apparaat moet duurzaam worden aangesloten op
getrokken bedrading en op de randaarde.
Ter plekke voorzien:
– Automatische zekering
– Aardlekschakelaar
– Aarding
– Schakelaar
– Elektrische aansluiting
2 x DN 20 / NPS 3/4"
2 x DN 20 / NPS 3/4"
2 x NPS 3/4" / DN 20
3 x DN 15 / NPS 1/2"
3 x DN 15 / NPS 1/2"
2 x DN 15 / NPS 1/2"
2 x DN 15 / NPS 1/2"
2 x NPS 1/2" / DN 15
1,25 l/s / 0,3 gps
1,25 l/s / 0,3 gps
0,35 l/s / 0,1 gps
0,35 l/s / 0,1 gps
0,1 gps / 0,35 l/s
DN 75 / NPS 3"
DN 75 / NPS 3"
DN 75 / NPS 3"
DN 75 / NPS 3"
NPS 3" / DN 75
6 A, type B
30 mA 2-polig, type A
100 – 240 V AC,
3 x 0,75 mm² / 18 AWG
25
Publicité
