Technische Specificaties; Installatie - ZONDAN A3 Instructions Pour L'utilisateur

Gebruiksomgeving
a. Temperatuur: 0° C ~ 40° C
b. Relatieve luchtvochtigheid: 15% ~ 80%
c. Luchtdruk: 59 kPa ~ 107,4 kPa
3. WERKINGSPRINCIPE EN
WAARSCHUWENDE OPMERKINGEN
3.1 MEETPRINCIPE
Het meetprincipe van het apparaat is als volgt: er wordt een
ervaringsformule van dataprocessen gecreëerd aan de hand van de wet
van Lambert Beer volgens de Spectrum absorptiekenmerken van reductieve
hemoglobine (Hb) en oxyhemoglobine (HbO2) in gloeiende en bijna
infrarode zones. Het werkingsprincipe van het instrument is als volgt: Foto-
elektrische inspectietechnologie voor oxyhemoglobine wordt toegepast
in overeenstemming met technologie voor het scannen en vastleggen
van de polsslagcapaciteit, zodat twee stralen van verschillende golflengte
kunnen worden gericht op het uiteinde van de menselijke nagel via een
sensor die op de vinger wordt geklemd. Het zo gemeten signaal worden
verkregen via een fotogevoelig element. De verkregen informatie wordt
op het scherm weergegeven na verwerking door elektronische circuits en
een microprocessor.
Figuur 1. Werkingsprincipe
660 nm Gloed en 940 nm
infrarood-straal -
emissiebuis
Gloed en
infrarood-straal -
ontvangstbuis
3.2 WAARSCHUWING
1. De vinger moet op de juiste manier worden geplaatst (zie de
bijgevoegde illustratie in deze handleiding, Figuur 5), anders kan dit
leiden tot een onnauwkeurige meting.
2. De SpO2-sensor en de foto-elektrische ontvangstbuis moeten zo zijn
geplaatst dat de kleine arterie van de patiënt zich ertussen bevindt.
3. De SpO2-sensor mag niet worden gebruikt op een plek of ledemaat die
verbonden is met een arterieel kanaal of bloeddrukmanchet of een
intraveneuze injectie ontvangt.
4. Zorg ervoor dat het optische pad vrij is van optische obstakels, zoals met
rubber beklede stof.
5. Te veel omgevingslicht kan het meetresultaat beïnvloeden. Denk daarbij
aan TL-lampen, Dual Ruby-licht, infrarood verwarmingsapparaat, direct
zonlicht, enz.
6. Zware activiteit van de patiënt of extreme elektrochirurgische storingen
kunnen de nauwkeurigheid ook beïnvloeden.
7. Hartslag- en SpO2-alarm
Als een bepaalde fysiologische parameter zich buiten het ingestelde
alarmbereik bevindt, wordt er een fysiologisch alarm geactiveerd en
verandert de parameter op het scherm van kleur om de gebruiker eraan te
herinneren dat hij of zij op de gemeten parameter moet letten.
SpO2-waarden:
Kleur Bereik
Groen 85–99
Oranje De parameterwaarde bevindt zich buiten het 'groene bereik'
Hartslagwaarden:
Kleur Bereik
Groen 50-120
Oranje De parameterwaarde bevindt zich buiten het 'groene bereik'
3.3 KLINISCHE BEPERKINGEN
1. Aangezien de meting gebeurt op basis van de pols van de kleine arterie,
is er een aanzienlijke pulserende bloedstroom bij de patiënt vereist. Voor
een patiënt die een zwakke pols heeft als gevolg van shock, een lage
omgevings-/lichaamstemperatuur, zware bloedingen of gebruik van
vasculair samentrekkende medicijnen, zal de SpO2-golfvorm (PLETH)
afnemen. In dat geval zal de meting gevoeliger zijn voor storing.
2. Voor personen met een aanzienlijke hoeveelheid verdunningsmedicijnen
die vlekken genereren (zoals methyleenblauw, indigogroen en zuur
indigoblauw), of koolmonoxidehemoglobine (COHb) of methionine
(Me+Hb) of thiosalicylisch hemoglobine, en sommige patiënten met
icterusproblemen, zal de bepaling van de SpO2 door dit meetapparaat
mogelijk onnauwkeurig zijn.
3. Medicijnen zoals dopamine, procaïne, prilocaïne, lidocaïne en butacaïne
spelen mogelijk ook een belangrijke rol bij ernstig afwijkende SpO2-
metingen.
4. Aangezien de SpO2-waarde als referentiewaarde fungeert bij de
beoordeling van anemisch en toxisch zuurstofgebrek, is het mogelijk dat
sommige patiënten met ernstige anemie ook een goede SpO2-meting
kunnen tonen

4. TECHNISCHE SPECIFICATIES

1. Weergaveformaat: TFT-scherm; Meetbereik SpO2: 35% ~ 99%;
Meetbereik polsslag: 30 spm ~ 240 spm;
2. Stroomvereisten: 2x 1,5 V AAA batterij
3. Stroomverbruik: 150 mW
4. Resolutie: 1% voor SpO2 en 1 spm voor polsslag; perfusie-index: 0,1%.
5. Meetnauwkeurigheid: ±2% bij een SpO2-percentage van 70 - 100%
en verwaarloosbaar bij een percentage onder de 70%. ±2 spm bij een
polsslag van 30 - 99 spm en ±2% bij een polsslag van 100 - 250 spm.
6. Weerstand tegen omgevingslicht: De afwijking tussen de gemeten
waarde bij kunstlicht of die bij natuurlijk licht binnen en die van een
donkere kamer is minder dan ±1%.
7. Het apparaat is uitgerust met een functieschakelaar: Het apparaat
kan naar de standby-stand gaan wanneer er binnen 8 seconden geen
vinger in het apparaat is geplaatst.
8. Optische sensor: Rood licht (golflengte is 660 nm, 6,65 mW) infrarood
(golflengte is 880 nm, 6,75 mW)

5. INSTALLATIE

5.1 AANZICHT VAN HET FRONTPANEEL
Figuur 2. Vooraanzicht
SpO
Knop
Polsslag
Figuur 3. Installatie van batterijen
5.2 BATTERIJ
Stap 1. Plaats de 2x AAA-batterijen in de juiste richting.
Stap 2. Plaats het deksel terug.
Let goed op wanneer u de batterijen plaatst. Een foutieve
plaatsing kan het apparaat beschadigen.