NL
[C000384] Het is verboden om de poort als takel te
gebruiken voor objecten of personen.
[C000385] Het is verboden om een defecte poort
te gebruiken.
[C000386] Het nazicht en onderhoud van de poort
dient te gebeuren in overeenstemming met de Ge-
bruiks- en Montagehandleiding. Voor en tijdens het
in werking stellen van de poort dienen de rollen,
scharnieren, bumpers, veringen en lagers gesmeerd
te worden.
[C000387] Voor het in werking stellen van de
poort moet u de voetgangerspoort sluiten en de
sleutel in het slot omdraaien.
[C000388] Verwijder na het monteren van de
poort onmiddellijk de beschermfolie van de staal-
plaat op het poortblad.
[C000389] Het is verboden om onderdelen van
de poort weg te laten of na te maken.
[C000390] Plaats nooit uw handen of andere ob-
jecten in het werkgebied van de bewegende ele-
menten van de poort en in het werkgebied van de
vergrendeling, het slot of de looprails.
[C000391] Verwijder na het monteren van de
poort onmiddellijk de beschermfolie van het glas-
oppervlak.
[C000392] Manier om de panelen uit de verpak-
king te halen. Gooi de schroeven waarmee de pa-
nelen bevestigd worden niet weg, deze kunnen ge-
bruikt worden om de scharnieren vast te draaien.
[C000393] De verpakte poorten mogen niet
blootgesteld worden aan ongunstige weersom-
standigheden.
[A000005] 4. MONTAGEAANWIJZINGEN
Voordat u aan de montage en het gebruik van de poort begint, dient u zich in
kennis met de aanwijzingen opgegomen in deze handleiding te stellen. Het is
noodzakelijk om de aanwijzingen van de montage en het gebruik op te vol-
gen, zodat de montage op een juiste manier wordt uitgevoerd en het langdu-
rig en storingsloos gebruik gewaarborgd wordt. Alle handelingen verbonden
met de montage dienen in de navolgende volgorde uitgevoerd te worden.
50
Montage- en gebruikershandleiding – Sectionaal garagedeur UniPro SNP
[A000006] 5. DE VEREISTE VOORWAARDEN VOOR DE MONTAGE
De poort moet volgens de specificaties worden geplaatst en gebruikt. De selec-
tie en het gebruik van de poorten in de bouw moet op de technische mogelijk-
heden van het object en met inachtneming van alle geldende voorschriften en
normen worden gebaseerd.
[B000005] De poorten kunnen aan muren van gewapend beton, van baksteen
of aan stalen frames worden bevestigd. De ruimte waar de poort geinstalleerd
wordt moet volledig afgewerkt zijn (gestuukte wanden, afgewerkte vloeren) en
de wanden moeten foutloos uitgevoerd worden. De ruimte moet droog en vrij
van schadelijke chemische coatings zijn.
De zijwanden, frontwand en de bovendorpel van de montageopening moeten
haaks en loodrecht op de vloer en afgewerkt zijn.
Het is verbodem om de poort in een ruimte waar nog
afwerkingswerkzaamheden plaats vinden te monteren
(pleisteren, schuren, schilderen, ezv.).
De vloer bij de onderste dichtingslijn moet waterpas zijn en het is nodig om voor
een waterkering te zorgen. Zorg voor een voldoende ventilatie (droog houden)
van de garage.
• Het installeren van de elektrische aandrijving van de
poort moet door een professionele installateur of een
andere bevoegde persoon en volgens de aanwijzin-
gen van de Gebruiks- en Montagehandleiding van de
aandrijving gebeuren.
• [C000184] Het is verboden om de poortvleugel zonder
gemonteerde profielgeleiders te openen.
[B000092] De ruimte die nodig is voor de deurmontage moet vrij zijn van alle
soorten buizen, pijpen, etc.
[D000635] 6. INSTALLATIEHANDLEIDING
De handelingen dienen uitgevoerd te worden door een Professionele Installa-
teur of door een Bevoegd Persoon. U dient de onderdelenkaart van de poort
te bewaren. Alvorens over te gaan tot de installatie, dient u de afmetingen van
de montageopeningen te controleren (breedte en hoogte). Voer de handelin-
gen die
geïllustreerd
zijn door de tekeningen zorgvuldig en in volgorde uit. Het
maximum aandraaimoment voor het vastdraaien van de plaatschroeven aan
het paneel bedraagt 7÷9 [Nm], indien u deze waarde overschrijdt dan kan de
verbinding verbreken.
Tek. 10
Monteer de afdichting op het kozijn van de poort.
Bevestig het achterste profiel aan de verticale rails via interne gaten
om een „montage geraamte" te verkrijgen. Bevestig de beugel.
Tek. 15
Nivelleer het kozijn met de opening, stel af met behulp van een
waterpas en bevestig deze aan de muur.
Tek. 20
Monteer de horizontale rail. Bevestig de haakjes aan de horizon-
tale rail.
Tek. 25
Controleer of de diagonalen van de gemonteerde rails recht zijn.
Stel ze bij indien dit niet zo is. Monteer de horizontale rails aan
het plafond met behoud van de gewenste afmetingen.
Het is verboden om de rails zodanig te monteren dat
ze bewegen tijdens de werking van de poort.
Tek. 35
Monteer het eerste paneel.
Tek. 35.2
Bij het monteren van een hendel om de poort naar beneden te
trekken, dient deze zodanig gemonteerd te worden zodat zijde-
lings verschuiven voorkomen wordt.
Tek. 40
Monteren van de scharnieren.
Tek. 45
Plaats een afstandhouder op de rol van het eerste scharnier.
Tek. 50-60
Monteer de volgende panelen. Behoud tijdens de montage van
de panelen een speling van 1 tot 2 [mm] tussen de panelen. Om
een juiste speling tussen de panelen te verzekeren, gebruik tijdens
de montage kartonnetjes met een dikte van ongeveer 2 [mm],
welke tussen de panelen dienen gestoken te worden in de buurt
van elke scharnier. Verwijder de kartonnetjes na het vastdraaien
van de scharnieren.
Tek. 65
Monteer de bovenste rolhouder zodanig dat hij in contact komt
met het onderste deel van de rail (handmatige poort) of met het
bovenste deel van de rail (automatische poort).
Tek. 70
Til het poortblad op. Ondersteun het poortblad in opgeheven po-
sitie om te voorkomen dat het poortblad valt.
Tek. 75
Trek de dubbele kabel door de bovenste rol aan het kozijn.
Trek de dubbele kabel door de dubbele cirkel.
Haak de dubbele kabel op de schroef die is vastgemaakt aan de
metalen beugel. Vermijd afglijden door een moer op de bout te
draaien.
IIiO/BS/SNP/01/2020/ID-95695
Technische omschrijving
+