Montage-Instructies; Uitlaatdruk Instellen - Honeywell D16 Notice De Montage

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

1. Veiligheidsvoorschriften
1. Lees de installatiehandleiding goed door.
2. Gebruik het apparaat
• waarvoor het is bestemd
• in goede toestand
• met aandacht voor de veiligheid en mogelijke gevaren
3. Let op dat het apparaat uitsluitend bestemd is voor het
toepassingsgebied dat in de installatiehandleiding wordt
aangegeven. Elk ander gebruik geldt als niet in overeen-
stemming met het doel waarvoor het is bestemd, waar-
door de garantie vervalt.
4. Houd er rekening mee dat alle montage-, ingebruikname-
, onderhouds- en aanpassingswerkzaamheden alleen
mogen worden uitgevoerd door gekwalificeerde
vakmensen.
5. Laat storingen die de veiligheid kunnen aantasten direct
verhelpen.
2. Functiebeschrijving
Veerbelaste drukverminderaar werkt volgens het krachtver-
gelijkingssysteem. De membraankracht werkt tegen de veer-
kracht van de regelklep. Daalt als gevolg van waterontname
de uitgangsdruk (achterdruk) en daarmee de memb-
raankracht, dan opent de nu grotere veerkracht de klep. De
uitgangsdruk wordt weer hoger tot er opnieuw een evenwicht-
stoestand tussen membraan en veerkracht is bereikt.
De ingangsdruk (inlaatdruk) heeft geen invloed op de regel-
klep in de drukreduceerklep. Drukschommelingen aan de
ingangszijde hebben geen invloed op de uitlaatdruk
(compensatie van de inlaatdruk).
3. Gebruik
Medium
water, olievrije perslucht* en stikstof* rekening
houdend met de geldige planningsnormen (b.v.
DIN EN 12502)
Inlaatdruk max. 25 bar
Uitlaatdruk 1,5 - 12 bar (af fabriek ingesteld op 4 bar)
4. Technische gegevens
Bedrijfstemperatuur max. 70°C
Nominale druk
PN25
Mininumdrukval
1 bar
Nominale breedte
DN15 - DN40
* In het kader van de toestelgoedkeuring volgens PED moet dit
product als onderdeel van de installatie worden gecertificeerd.
5. Leveringsomvang
De drukreduceerklep bestaat uit:
• Huis met flens PN25, DIN 86021
• Klepinzetstuk incl. membraan en klepzitting
• Veerkap met instelgreep
• Zeef met maatwijdte 0,5 mm
• Zeefzak
• Veer voor gewenste waarde
• Zonder manometer (zie toebehoren)
MU1H-1005GE23 R1112
NL
6. Modellen
D16-... A = Met flens PN 25, DIN 86021
Speciale uitvoeringen op aanvraag
Aansluitmaat
7. Montage

7.1. Montage-instructies

• Montage in horizontale buisleiding met veerkap naar
boven
• Afsluitkleppen voorzien
• De plaats van inbouw moet tegen vorst beschermd en
goed toegankelijk zijn
- Manometer goed observeerbaar
- Vereenvoudigt onderhoud en reiniging
• Na het fijnfilter of zeef installeren
- De drukverminderaar wordt zo beschermd tegen vuil
• Stabilisatietraject van 5xDN achter de drukverminderaar
voorzien (overeenkomstig DIN EN806, deel 2)
7.2. Montagehandleiding
1. Buisleiding goed doorspoelen.
2. Druckreduceerklep installeren.
• Let op de doorstroomrichting
• Spannings- en buigmomentvrij installeren
3. Manometer indichten
8. Ingebruikstelling

8.1. Uitlaatdruk instellen

Uitgangsdruk ca. 1 bar onder ingangsdruk instellen.
1. Afsluitstuk ingangskant sluiten
2. Uitgangskant drukontlasten (b.v. door watertap)
3. Afsluitstuk uitgangskant sluiten.
4. Zeshoekig moer op veerkap lossen
5. Drukveer ontspannen
6. Afsluitstuk ingangskant langzaam openen.
7. Verstelschrof draaien, tot de manometer de gewenste
waarde aangeeft
8. Zeshoekig moer weer aandraaien
9. Afsluiter aan de uitgang traag openen
9. Onderhoud
Wij raden u aan een onderhoudscontact met een
installatiebedrijf af te sluiten!
Volgens DIN 1988, deel 8 moet het volgende worden uitge-
voerd:
9.1. Inspectie
9.1.1. Drukverminderaar
Interval: eenmaal per jaar
1. Afsluitstuk uitgangskant sluiten.
2. Achterdruk met het drukmeetapparaat controleren bij
nuldoorstroming
8
Honeywell GmbH

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières