Starthulp; Het Powerpack Aansluiten; Voertuigen Met Negatieve Massa; Starten - EUFAB 16643 Manuel De L'opérateur

overzicht) drukt, laat de voltmeter voor de laadtoestand
(positie 6 in het overzicht) een spanning zien van ca. 13 V.
LET OP
Laad het Powerpack alleen op tijdens
de rit of als de motor loopt, anders
bestaat het gevaar dat de startaccu van
uw voertuig wordt ontladen.

6.3 STARTHULP

Verwijder alle op het Powerpack aangesloten apparaten.
Zorg dat het Powerpack volledig is opgeladen. Druk daartoe
op de drukknopschakelaar voor de laadtoestand (positie 8
in het overzicht). Wanneer een laadtoestand tussen 50% en
100% wordt weergegeven, is de accu gebruiksklaar.
Öffnen Sie die

6.3.1 HET POWERPACK AANSLUITEN

Verriegelung

VOERTUIGEN MET NEGATIEVE MASSA

am Ventilanschluß
Schakel de ontsteking en alle elektrische verbruikers (radio,
verlichting, achterruitverwarming, stoelverwarming etc.)
op uw voertuig uit. Trek de handrem aan. Sluit eerst de rode
(+) pooltang (positie 5 in het overzicht) aan op de pluspool
van uw voertuig. De zwarte (-) pooltang (positie 4 in het
overzicht) sluit u, zo ver mogelijk verwijderd van de accu,
aan op het motorblok of het chassis (niet op gelakte delen).

6.3.2 STARTEN

Start de motor. Laat de starter niet langer dan 6 seconden
werken. De accu van het Powerpack is niet geschikt voor
langdurige startpogingen. Houd tussen twee startpogingen
altijd een pauze van minimaal 5 minuten aan. Als de
motor na meerdere pogingen niet aanspringt, stop dan
de starthulpprocedure en probeer de oorzaak van het
probleem op te lossen.

6.3.3 HET POWERPACK AFVOEREN

Verwijder eerst de zwarte (-) pooltang, rol de kabel op
en plaats de pooltang in de daarvoor bestemde houder.
Verwijder daarna de rode (+) pooltang, rol de kabel op en
plaats de pooltang in de daarvoor bestemde houder. Houd
deze volgorde altijd aan.
Laad het Powerpack weer op.
6.4 GEBRUIK ALS 12 V SPANNINGSBRON
Het Powerpack kan worden gebruikt als 12 V-voeding
voor diverse apparaten die op 12 V-gelijkspanning
werken en voorzien zijn van een 12 V-autostekker. Steek
de 12 V-autostekker van het te voeden apparaat in de
12 V-uitgang (positie 12 in het overzicht). Het aangesloten
apparaat mag niet meer stroom verbruiken dan 10 A.
20
Setzen Sie den
Ventilanschluß auf
das Ventil

6.5 COMPRESSOR

Om met de compressor te werken, haalt u eerst de
luchtslang uit het opbergvak (positie 11 in het overzicht).

6.5.1 EEN BAND VULLEN MET HET AUTOVENTIEL

SCHRADERVENTIEL

Öffnen Sie die
Verriegelung
Open de vergrendeling op
am Ventilanschluß
de ventielaansluiting
Afb. 7
Verriegeln Sie den
Ventilanschluß
Vergrendel de
ventielaansluiting
Afb. 9
Voor het vullen schakelt u de compressor in met de
schakelaar (positie 10 in het overzicht).
De manometer (positie 9 in het overzicht) dient daarbij
als globale controle van de luchtdruk. Als de gewenste
luchtdruk is bereikt, schakelt u de compressor uit. Verwijder
de ventielaansluiting in omgekeerde volgorde (afb. 10 – 7).
Let bij het vullen altijd op de correcte
luchtdruk (lees daartoe de handleiding
van uw voertuig erop na). De compres-
sor kan een druk van max. 18 bar lever-
en. Bij te hoge druk bestaat explosie-
en letselgevaar.
Laat de compressor nooit langer dan
10 minuten onafgebroken werken om
oververhitting te voorkomen. Schakel
de compressor na 10 minuten uit en
laat hem eerst volledig afkoelen voor-
dat u het apparaat weer aanzet.
Laat de compressor nooit zonder
toezicht lopen.
Na het vullen van een band controleert u de bandendruk
nogmaals met een aparte luchtdruktester (zoals te vinden
bij tankstations, garages).
Setzen Sie den
Ventilanschluß auf
Plaats de ventielaansluiting
das Ventil
op het ventiel
Afb. 8
Sie können jetzt
den Reifen mit dem
Nu kunt u de band met de
Kompressor
compressor vullen
befüllen
Afb. 10
Ver
Ven