nl Alarm
Temperatuur instellen
Aanbevolen temperatuur
Koelvak:
Koelvak
Toets + / – meermaals indrukken tot
■
de gewenste temperatuur verschijnt
op de display.
Verskoelruimte
De temperatuur in de verskoelruimte
wordt op circa 0 °C gehouden.
Aanwijzing: Wanneer rijp op de kleine
koelproducten in de verskoelruimte
voorkomt: De temperatuur warmer
instellen. ~ "Storingen, wat te doen?"
op pagina 80
Vriesvak
De temperatuur in de koelruimte beïn-
vloedt de temperatuur in het vriesvak.
Verander de temperatuur in de koel-
ruimte om de temperatuur in het vries-
vak te veranderen. Hoger ingestelde
koelruimtetemperaturen zorgen voor
hogere vriesvaktemperaturen.
72
Supervriezen
Bij het supervriezen wordt het vriesvak
zo koud als mogelijk is.
+4 °C
Het supervriezen inschakelen bijv.:
om levensmiddelen snel tot in de
■
kern in te vriezen
4 ... 6 uur vóór opslag van een
■
levensmiddelhoeveelheid vanaf 2 kg
om het max. vriesvermogen te
■
benutten
~ "Maximale invriescapaciteit"
op pagina 75
Aanwijzing: Als het supervriezen is
ingeschakeld kunnen de
bedrijfsgeluiden toenemen.
Na ca. 1 ^ dag schakelt het apparaat
over op normale werking.
Supervriezen in-/uitschakelen:
Toets Super indrukken.
■
De toets brandt als het
supervriessysteem is ingeschakeld.
M
Alarm
D euralarm
A l a r m
Als de deur van het apparaat langer
dan twee minuten open staat, wordt het
deuralarm (aanhoudend geluidssignaal)
ingeschakeld.
Deur sluiten of toets Alarm
■
indrukken.
Het alarmsignaal wordt
uitgeschakeld.