Publicité
english
The condensate flows through the feed
line (1) into the ENL unit and accumulates
in the container (2). A capacitive sensor
(3) continuously registers the liquid level
and passes a signal to the electronic
control as soon as the container is filled.
The pilot valve (4) is then activated and
the diaphragm (5) opens the outlet line
(6) for discharging the condensate.
When the ENL unit has been emptied,
the outlet line is closed again quickly and
tightly without wasting compressed air.
Ready for operation
1
Voltage is being applied
Discharge procedure
2
Outlet line is open
Malfunction
3
Alarm mode is activated
Test
4
Manual drainage/alarm
The test button is used for checking
correct functioning.
Pressing
Effect
approx. 2 sec
Manual drainage
> 1 min
Alarm mode
When the microcontroller registers a
malfunction, the device will automatically
change to the alarm mode. The switching
sequence of the valve (see illustration)
continues until the fault is cleared (auto-
matically or through maintenance). The
red LED flashes as long as the device
is in the alarm mode.
Malfunctioning could be caused by, e.g.:
• Mistakes during installation
• Dropping below the necessary mini-
mum pressure
• Excessive condensate quantities (over-
loading)
• Blocked/shut off outlet line
• Extreme amount of dirt particles
• Frozen piping
If the fault is not cleared within the first
minute, a fault signal is triggered (see
illustration) which can be picked off as a
potential-free signal via the alarm relay.
ENL 100
français
Amené dans le ENL par la conduite d'arri-
vée (1), le condensat est collecté dans
le réservoir (2). Une sonde capacitive
(3) surveille en permanence le niveau
de remplissage et envoie un signal à la
commande électronique dès que le réser-
voir est rempli. L'électrovanne pilote (4)
est activée et la membrane (5) ouvre la
conduite d'évacuation (6) pour l'éclusage
du condensat.
Dès que le ENL est vide, la conduite
d'évacuation est à nouveau refermée
avec une parfaite étanchéité, avant même
que l'air comprimé ne puisse s'échapper.
Prêt à fonctionner
1
Tension d'alimentation présente
Phase de purge
2
Conduite d'évacuation ouverte
Dysfonctionnement
3
Mode Alarme activé
Test
4
Purge manuelle/Alarme
La touche Test sert à tester le fonction-
nement.
Action
Effet
environ 2 sec Purge manuelle
> 1 min
Mode Alarme
Lorsque le microcontrôleur détecte une
anomalie, il active le mode alarme. La
séquence d'activation de la vanne (voir
figure) persiste jusqu'à ce que le problème
soit résolu (automatiquement ou par inter-
vention de maintenance). La LED rouge
clignote pendant la fonction d'alarme.
Causes de dysfonctionnement possi-
bles:
• Défaut au niveau de l'installation
• Pression minimale non atteinte
• Trop de condensat (surcharge)
• Ecoulement bouché ou obturé
• Importantes quantités d'impuretés
• Conduites gelées
Si la panne n'est pas résolue en l'espace
d'une minute, un signal d'alarme est émis
(voir figure). Un signal sans potentiel est
délivré par le relais d'alarme.
http://www.ingersollrandproducts.com
nederlands
Het kondensaat stroomt door de toevoer-
leiding (1) in de ENL en verzamelt zich in
het reservoir (2). De capacitieve sensor
(3) registreert permanent het konden-
saatniveau en geeft een signaal aan de
elektronica, zodra het reservoir gevuld
is. De ventieleenheid (4) treedt hierdoor
in werking en het membraan (5) wordt
omhoog gedrukt. Het kondensaat kan
hierdoor in de afvoerleiding (6) stromen.
Als het reservoir van de ENL geleegd is,
wordt de afvoer weer gesloten, voordat
er onnodig verlies van dure perslucht kan
plaats vinden.
Bedrijfsklaar, de ENL
1
staat onder spanning
Afvoerproces
2
De afvoerleiding is geopend
Storing
3
De alarmfase is geactiveerd
Test
4
Handmatige afvoer/alarm
De testschakelaar dient ter functiecon-
trole.
Activiteit
Werking
ca. 2 sec
handmatige afvoer
> 1 min
alarmfase
Indien de microprocessor een storing
vaststelt, wordt de alarmfase in werking
gesteld. De schakelvolgorde van het ven-
tiel (zie afbeelding) duurt voort, zo lang tot
de storing is opgelost (zelfstandig of door
onderhoud). Gedurende de alarmfase
knippert de rode LED.
Mogelijke storingsoorzaken zijn b.v.:
• Een installatiefout
• De werkdruk ligt onder de min. druk
• Overbelasting (te veel kondensaat)
• Verstopte/afgesloten afvoerleiding
• Extreme hoeveelheden vuildeeltjes
• Bevroren leidingen
Indien de storing niet binnen een mi-
nuut is verholpen, wordt een storing
gemeld (zie afbeelding). Deze kan als
potentiaalvrij signaal via het alarmrelais
aan een centraal meldpunt worden
doorgegeven.
15
Publicité
