Apparaat uitbalanceren
Afhankelijk van het gemonteerde
snijgarnituur, wordt het apparaat op
verschillende manieren
uitgebalanceerd.
Het aan het draagstel hangende
N
motorapparaat laten uitpendelen –
ophangpunt indien nodig wijzigen
Maaigarnituren
Maaikoppen, grassnijbladen,
slagmessen en hakselmessen moeten
net de grond raken
Cirkelzaagbladen
Cirkelzaagbladen moeten ca. 20 cm
boven de grond "zweven"
FS 500, FS 550
Motor starten/afzetten
Bedieningselementen
6
5
4
3
7
2
1
Gashendelblokkering
2
Gashendel
3
Combischuif
Standen van de combischuif
4
START – starten – de ontsteking is
ingeschakeld – de motor kan
aanslaan
5
F – werkstand – de motor draait of
kan aanslaan
6
0 – motor uit – de ontsteking is
uitgeschakeld
Symbool op combischuif
7
h – stopteken en pijl – voor het
afzetten van de motor de
combischuif in de richting van de pijl
op het stopteken (h) in
stand STOP-0 schuiven
Starten
Na elkaar de gashendelblokkering
N
en de gashendel indrukken
De beide hendels ingedrukt houden
N
Combischuif in stand START
N
schuiven en eveneens in deze
stand houden
Vervolgens de gashendel,
N
combischuif en
gashendelblokkering loslaten =
startgasstand
1
Chokeknop (1) afstellen:
N
Bij koude motor in stand g
draaien – linksom
Bij warme motor tegenover
stand g draaien – rechtsom – ook
als de motor reeds gelopen heeft,
maar nog koud is
Balg (2) van de benzinepomp ten
N
minste 5-maal indrukken – ook als
de balg met benzine is gevuld
Nederlands
1
2
109