Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 20
Betreffende het ontladen raken van nieuwe batterij
e.d.
Aangezien bij nieuwe en langdurig niet gebruikte
batterij de chemische aktiviteit is teruggelopen, zal
de stroomopbrengst bij het eerste en tweede gebruik
slechts gering zijn. Dit is een tijdelijk verschijnsel;
de normale oplaadtijd kan hersteld worden door de
accu 2 à 3 maal bij kamer-temperatuur op te laden.
Om langdurig gebruik van de batterij te bevorderen
(1) Laad batterij op vóórdat ze volledig uitgeput zijn.
Merkt u dat de gevoede apparatuur minder krachtig
gaat werken, onderbreek dan het gebruik en laad
de batterij op. Als u apparatuur op batterijvoeding
te lang blijft gebruiken, kan dit leiden tot teruglopen
van de batterijwerking en eventueel zelfs
beschadiging ervan.
(2) Verricht het opladen niet bij hoge temperatuur.
Een oplaadbare batterij zal onmiddellijk na gebruik
gewoonlijk erg warm zijn. Als u een dergelijke batterij
onmiddellijk gaat opladen, zal de chemische balans
in het inwendige verstord worden en zal de
levensduur van de batterij afnemen. Laat de batterij
daarom even afkoelen, voor u met opladen begint.
LET OP:
Wanneer de batterijlader voortdurend wordt gebruikt
kan de batterijlader oververhitten. Dit kan tot defecten
leiden. Wacht na het laden 15 minuten voordat u
opnieuw een batterij laadt.
Als de batterijlader niet werkt en de batterij juist
geplaatst is dan is het mogelijk dat de batterij of
lader defect is. Breng de lader naar een erkend
servicecentrum.

VOOR HET GEBRUIK

1. Gereedmaken en kontroleren van de werkplaats
Kontroleer of de werkplaats geschikt is door
nauwkeurig de genormde voorzorgsmaatregelen op
te volgen.
BEDIENING
Om langdurig gebruik van de batterij te bevorderen
Laad batterij op vóórdat ze volledig uitgeput zijn.
Merkt u dat de gevoede apparatuur minder krachtig
gaat werken, onderbreek dan het gebruik en laad
de batterij op. Als u apparatuur op batterijvoeding
te lang blijft gebruiken, kan dit leiden tot teruglopen
van de batterijwerking en eventueel zelfs
beschadiging ervan.
1. Monteren van het schroefstuk
Volg altijd de onderstaande aanwijzingen bij het
monteren van het schroefstuk. (Afb. 4)
(1) Trek de geleide-ring naar voren.
(2) Steek het schroefstuk in de zeshoekige opening in
de aansluiting
(3) Laat de geleide ring los, waarna deze naar de
oorspronkelijke positie terugkeert.
LET OP:
Als de geleide ring niet naar de oorspronkelijk positie
terugkeerd, is het schroefstuk niet op de juiste wijze
gemonteerd.
2. Het bit verwijderen
Volg de instructies voor het aanbrengen van het bit
in omgekeerde volgorde op.
3. Automatische asvergrendelingsmechanisme
Wanneer de hoofdschakelaar uit staat, wordt het bit
op zijn plaats vergrendeld en kan het gereedschap
als handmatige schroevendraaier worden gebruikt.
4. Kontroleer of de accu op de juiste manier aange
bracht is
5. Veranderen van de draaisnelheid
Gebruik de toerenschakelaar om de draaisnelheid
te veranderen. Druk op de vergrendeltoets en schuif
de toerenschakelaar in de richting van de pijl (zie
Afb. 5 en 6).
Door de toerenschakelaar op „LOW" te zetten, draait
de boor met lage snelheid. Wanneer de toets „HIGH"
gezet wordt, draait de boor op hoge snelheid.
LET OP:
Voor u het toerental wijzigt met de toerenschakelaar
moet u controleren of de schakelaar uit staat.
De motor wordt beschadigd wanneer de draais
nelheid veranderd wordt tijdens het draaien van de
motor.
Wanneer er tijdens de klus veel kracht gezet moet
worden zet dan de toerenschakelaar op „LOW"
(LAAG). Wanneer de toerenschakelaar op „HIGH"
(HOOG) is ingesteld kan de motor uibranden of
defect raken.
6. Controleer de stand van de koppelingsinstelling
(Zie Afb. 7)
Het aantrekkoppel wordt ingesteld aan de hand van
de stand van deze koppelingsinstelling.
(1) Bij gebruik van deze machine als schroevendraaier
plaatst u één van de nummers "1, 5 9... 21" op
de koppelingsinstelling, of zwarte stippen, tegenover
het driehoekje op de machine.
(2) Bij gebruik van deze machine als boor plaatst u de
boor-markering "
tegenover het driehoekje.
LET OP
De koppelingsinstelling mag niet in een stand
worden gezet tussen de nummers "1, 5, 9 ... 21"
of de zwarte stippen in.
Gebruik de machine niet met de koppelingsinstelling
tussen "22" en het zwarte streepje in het midden
van de boor-markering. Dit kan resulteren in
beschadiging (Zie Afb. 8).
7. Afstelling van het aantrekkoppel
(1) Aantrekkoppel
Instelling van het aantrekkoppel van de boor dient
te gebeuren op basis van de schroefdiameter. Wan
neer teveel kracht bij het aandraaien gebruikt wordt,
zal de schroef beschadigd en misschien onbruikbaar
worden. Plaats de koppelingsinstelling in een stand
die geschikt is voor de diameter van het soort
schroef in gebruik.
(2) Aanduiding van het aantrekkoppel (Zie Afb. 7).
Het aantrekkoppel verschilt afhankelijk van het type
schroef en het soort materiaal dat wordt vastgezet.
De machine geeft het aantrekkoppel aan met
nummers "1, 5, 9 ... 21" op de koppelingsinstelling
en zwarte stippen. Het aantrekkoppel bij stand "1"
is het kleinst en het koppel wordt groter naarmate
het nummer oploopt.
Nederlands
" op de koppelingsinstelling
34

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières