OTT MF pro Manuel D'utilisation De Base page 123

Optie
Zoemer
Berekening van de
stroming
Plaatsen van het station
Standaardinstellingen
herstellen
4. Diagnostiek: selecteer deze optie om problemen met de meter of de aangesloten sensor op te
lossen. Raadpleeg
Diagnostiek.
Opstarten en zelftest
Chemische of biologische gevaren. Als dit instrument wordt gebruikt voor het sturen van een proces
en/of het doseren van chemicaliën waarvoor wettelijke voorschriften en/of eisen gelden ten aanzien
van de volksgezondheid, de veiligheid, de productie of het verwerken van voedingsmiddelen of
dranken, dient de gebruiker er zorg voor te dragen dat hij/zij bekend is met deze voorschriften en/of
eisen en deze na te leven. Tevens dient de gebruiker er zorg voor te dragen dat er voldoende
maatregelen getroffen zijn en eventueel vereist materiaal aanwezig is om aan de geldende wetten en
eisen in geval van een defect te voldoen.
Brand- en explosiegevaar. Gebruik of bewaar het instrument niet in direct zonlicht, in de buurt van
warmtebronnen of in een omgeving met een hoge temperatuur, zoals een afgesloten voertuig in de
hete zon. Het niet naleven van deze voorzorgsmaatregel kan ertoe leiden dat de batterij oververhit
raakt en er brand of een explosie ontstaat.
De batterij moet voor gebruik in de meter zijn geplaatst en zijn opgeladen. Raadpleeg
plaatsen op pagina 114 voor meer informatie over het plaatsen en vervangen van de batterij.
Raadpleeg Batterij opladen
Opmerking: Het meettoestel is niet operationeel zolang de batterij wordt opgeladen.
1. Druk op de aan-uitknop van de meter totdat u een pieptoon hoort.
De meter voert een zelftest uit en de resultaten worden op het display weergegeven. Als de
meter niet door de zelftest komt, verschijnt op het scherm de melding FAIL (fout) naast de
Beschrijving
Aan (standaard) of Uit. Als deze functie is ingeschakeld, laat de meter een
geluidssignaal horen wanneer:
• De sensor zich op de juiste diepte bevindt voor de desbetreffende
profielmethoden.
• 95 % van de meettijd is verstreken (modus Profiler).
• Als in een menu op een inactieve toets wordt gedrukt.
Deze functie is alleen beschikbaar met de optionele dieptesensor.
Hiermee wordt de methode geselecteerd waarop de berekening van open water
wordt uitgevoerd (alleen stromingsprofielen). Opties zijn Gemiddelde-sectie of
Mid-sectie. Raadpleeg voor meer informatie de bijlage in de uitgebreide versie
van de handleiding.
• Vast: de bediener plaatst deze in de breedte van de stroming en een aantal
stations voor het uitvoeren van de meting. De meter verdeelt de
dwarsdoorsnede in gelijkmatige afstanden tussen de verticale stations.
• Niet vast (standaard): de bediener selecteert de afstand tussen de verticale
stations. Deze optie wordt vaker gebruikt omdat de bediener met deze
methode hindernissen en andere beperkingen in de dwarsdoorsnede kan
opnemen.
• Vas en Niet vast: de bediener selecteert het referentievlak voor
dieptemetingen. Waarden: Boven of Onder.
Hiermee worden alle instellingen van de meter teruggezet in de
fabriekswaarden.
Diagnostiek op pagina 125 voor meer informatie over de opties in
W A A R S C H U W I N G
op pagina 115 voor informatie over het opladen van de batterij.
G E V A A R
De batterij
Nederlands 123