Fabbri BICI OK 2 Mode D'emploi page 30

Table des Matières

Publicité

NL
Ingebruikneming en bediening
De twee lange riemen (23) aan de bovenkant van de
F
achterklep (mini-bus, stationwagon, etc.) of van de klep
van de kofferbak bevestigen. Let u erop, dat u de riemen
op de juiste manier in de gespen plaatst.
G
De twee korte riemen (24) op beide zijden van de
klep van de kofferbak bevestigen. Verzeker u ervan, dat de
riemen op de juiste manier in de gespen geplaatst zijn.
H
De twee korte riemen (24) aan de onderkant van de
achterklep (mini-bus, stationwagon, etc.) of van de klep
van de kofferbak bevestigen. Let u erop, dat u de riemen
op de juiste manier in de gespen plaatst.
Voor grotere veiligheid is het mogelijk de stalen
I
haak (25) aan een verankeringsriem (24) te bevestigen,
dus door hem vast te maken onder de bumper aan het
oog van de trekhaak.
Let op: De haakjes nooit aan kunsststofonderdelen (bijvo-
orbeeld bumpers) bevestigen.
L
Nu kunt u alle verankeringsriemen gelijkmatig en
strak aantrekken. Als extra zekerheid tegen het losschie-
ten van het rek door vibraties tijdens het transport, wordt
geadviseerd om aan de uiteinden van alle riemen stevige
knopen te leggen. Als de riemen ingekort moeten worden,
snij de uiteinden dan schuin af en smelt ze af met een
aansteker.
Belangrijk: Probeer het eenmaal op het voertuig
gemonteerde rek met kracht aan alle kanten te bewegen.
Eventueel alle riemen nog eens aantrekken.
Let op: Bij ingekorte riemen, bestaat er geen mogelijkheid
meer het rek op een ander type voertuig te monteren.
De fietsen op het rek monteren
Verdeel het gewicht van de fietsen gelijkmatig over
M
de draagprofielen (16) van het fietsenrek. De fietsen door
middel van de framesteunen (5) of (26) of (29) en de
grijpkabeltjes (6) bevestigen. Afhankelijk van de structuur
en de vorm van het frame moeten de afmetingen van de
grijpkabeltjes aangepast worden aan de fietsen (speciale
accessoires).
De voor- en achterwielen moeten met een veiligheidsgor-
del (17) aan het draagprofiel (16) vastgezet worden.
Belangrijk: Iedere fiets moet op minstens op 3 verschil-
lende plaatsen bevestigd zijn.
Let u erop dat noch metalen delen van de fietsen, noch
het fietsenrek, noch de uiteinden van de veiligheidsgor-
dels of verankeringsriemen met de carrosserie van het
voertuig in aanraking komen. Leg daarom altijd knopen in
de uiteinden van de riemen en de gordels.
Alle onderdelen van de fietsen moeten goed vastge-
maakt zijn. kinderzitjes, zadeltasjes en alle afneembare
onderdelen zoals bidons, verlichting, fietspompen etc.,
verwijderen.
E
Puesta en marcha – modo de usar
Enganchar las dos correas largas (23) en el borde
F
superior de la puerta ( Station Wagon, mini buses etc.),
o en el borde superior del cofre del portaequipajes (parte
posterior tronca), controlar que las correas estén inserta-
das correctamente en las hebillas correspondientes.
G
A ambos lados del cofre del portaequipaje engan-
char las dos correas cortas (24). Controlar que las
correas estén insertadas correctamente en las hebillas
correspondientes.
H
Enganchar las otras dos correas cortas (24) en el
borde inferior de la puerta ( Station Wagon, mini buses
etc.), o en el borde inferior del cofre del portaequipajes
(parte posterior tronca), controlar que las correas estén
insertadas correctamente en las hebillas correspondientes.
Para una mayor seguridad es posible fijar
I
el gancho de acero (25) a una correa de anclaje (24),
después engancharlo bajo el parachoques a la argolla
de tracción.
Atención: Evítese la fijación de ganchos a partes de mate-
rial sintético (por ejemplo, un parachoques etc.).
L
Ahora, tensar bien y uniformemente todas las corre-
as de fijación. Para que las correas del porta-bicicletas no
se aflojen debido a las vibraciones durante el transporte,
se recomienda amarrar firmemente los extremos.
Si las correas deben ser acortadas, cortar los extremos
en forma oblicua y fundirlas con un encendedor.
Importante: Mover por todos los lados el porta-bicicletas
instalado, ejerciendo una fuerza limitada, y eventualmente
tensar nuevamente las correas.
Atención: Una vez que las correas han sido acortadas,
el porta-bicicletas no puede ser montado en coches de
otro tipo.
Fijación de las bicicletas
Distribuir uniformemente el peso de las bicicletas
M
sobre los perfilados del porta-bicicletas (16).Fijar las bici-
cletas mediante el soporte para bastidor (5) o (26) o (29)
y las sogas de fijación (6). La dimensión de las sogas de
fijación debe adecuarse a las bicicletas (accesorios espe-
ciales) según la estructura o la forma del bastidor.
Las ruedas anteriores y posteriores deben ser fijadas
con una correa de seguridad (17), en el perfilado porta-
bicicletas (16).
Atención: Cada bicicleta debe fijarse en tres puntos dife-
rentes por lo menos.
Comprobar que ni las partes mecánicas de la bicicleta o
del porta-bicicletas ni las extremidades de las correas de
anclaje estén en contacto con la carrocería.
Por este motivo, amarrar siempre los extremos de las
correas. todos los componentes de las bicicletas deben
quedar firmemente fijados.
Quitar todos los accesorios zafables, los asientos espe-
ciales para niños, bolsos, cantimplora, equipos de ilumi-
nación, bombín etc.
18

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Bici ok 2 vanBici ok 3Bici ok 3 van

Table des Matières