22
Onderhoud en reiniging
Het instellingenmenu inschakelen:
1. Schakel het apparaat zo nodig uit
2. Raak
Het display geeft "SET1" weer en "1" knippert.
3. Raak
4. Raak
5. Raak
6. Raak
Automatische uitschakeling
De oven wordt na enige tijd uitgeschakeld:
• Als u het apparaat niet uitschakelt
• Als u de oventemperatuur niet verandert
Schakel na een automatische uitschakeling het apparaat eerst helemaal uit om het weer te
kunnen bedienen.
Helderheid van het display
Er zijn twee standen voor de helderheid van het display:
• Helderheid 's nachts - wanneer het apparaat uit staat, is de helderheid van het display
tussen 22:00 en 06:00 lager.
• Helderheid overdag:
– Als het apparaat aan staat;
– Als u een sensorveld tijdens helderheid 's nachts aanraakt (behalve AAN/UIT), keert het
display gedurende 10 seconden terug naar helderheid voor overdag;
– Als het apparaat uit staat en u de timer met aftelfunctie hebt ingesteld. Wanneer de
timer met aftelfunctie eindigt, keert het display terug naar helderheid voor 's nachts.
Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de op-
pervlakken van het apparaat koel te houden. Na het uitschakelen van het apparaat kan de
ventilatie doorgaan totdat het apparaat is afgekoeld.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
gedurende drie seconden aan.
/
aan om de instelling te bevestigen.
aan.
/
aan om de waarde van de instelling te wijzigen.
aan.
Oventemperatuur
30°C - 115°C
120°C - 195°C
200°C - 245°C
250°C
.
Uitschakeltijd
12,5 uur
8,5 uur
5,5 uur
3,0 uur