Overzicht Van De Bedieningselementen En Aansluitingen; Veiligheidsvoorschriften - Monacor GMD-20 Mode D'emploi

Vouw bladzijde 3 helemaal open, zodat u steeds
NL
een overzicht hebt van de bedieningselementen
B
en de aansluitingen.
1 Overzicht van de bedieningselementen
en aansluitingen
1 Wijzerinstrument om gevonden metaal aan te dui-
den
2 Functieschakelaar MODE om de bedrijfsmodus en
de detector uit te schakelen
3 Regelaar GROUND om de metaaldetector aan de
bodemstructuur aan te passen
4 LOW BATT batterij-LED; als de LED tijdens het
gebruik continu oplicht, zijn de batterijen bijna leeg
en moet u ze vervangen
5 Regelaar SENSITIVITY voor instelling van de
meetgevoeligheid
6 Regelaar DISCRIMINATION voor instelling van de
discriminatorfunctie om metaal te onderscheiden
7 Regelaar TUNING om de referentie-instelling te
verfijnen
8 Volumeregelaar voor de meettoon
9 Luidspreker voor de meettoon; bij gebruik van de
hoofdtelefoonjack (11) wordt de luidspreker uitge-
schakeld
10 Referentietoets om de wijzeruitslag te resetten
11 3,5 mm-stekkerbus voor aansluiting van een ste-
reohoofdtelefoon of een oortelefoon
12 Armleuning
13 Stelschroef voor de armleuning
14 Stekker voor aansluiting van de zoekspoel op het
bedieningsgedeelte
15 Stelmoer om de telescoopbuis te fixeren
16 Telescoopbuis
17 Stelschroef om de zoekspoelhoek in te stellen
18 Zoekspoel
19 Deksel van het batterijvakje

2 Veiligheidsvoorschriften

Dit toestel is in overeenstemming met de EU-richtlijn
89/336/EWG voor elektromagnetische compatibiliteit.
De zoekspoel (18) is vochtbestendig, maar het
bedieningsgedeelte (figuur 1 en 3) is dat niet. Bij
gebruik in de regen moet u aangepaste bescher-
ming voorzien. Vermijd extreme temperaturen (toe-
gestaan omgevingstemperatuurbereik 0 – 40 °C).
Gebruik voor de reiniging van het bedieningsge-
deelte alleen een droge, zachte doek. Voor de reini-
ging van de zoekspoel en de buis kunt u ook een
vochtige doek gebruiken, evenwel geen bijtende
detergenten of chemicaliën.
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik, fou-
tieve aansluiting, incorrecte bediening of van her-
16
stelling door een niet-gekwalificeerd persoon vervalt
de garantie en de verantwoordelijkheid voor hieruit
resulterende materiële of lichamelijke schade.
Wanneer het apparaat definitief uit bedrijf
wordt genomen, bezorg het dan voor
milieuvriendelijke verwerking aan een
plaatselijk recyclagebedrijf.
3 Toepassingen
Het apparaat GMD-20 wordt gebruikt om metalen
voorwerpen in de bodem op te sporen. De detector
functioneert in een laagfrequentiebereik en kan tussen
ijzerhoudende en niet-ijzerhoudende metalen differen-
tiëren. De vondst van een metalen voorwerp wordt
met de wijzer weergegeven en bovendien door een
meettoon in drie verschillende toonhoogten gesigna-
leerd. De meettoon is hoorbaar via de ingebouwde
luidspreker, maar ook via een optionele hoofdtelefoon.
Het apparaat beschikt over drie bedrijfsmodussen die
bij het onderscheiden van metaal van elkaar afwijken.
4 Ingebruikneming
4.1 Montage
1) Draai de moer tegenover stelschroef (17) los en
neem de schroef eruit.
2) Plaats de buis (16) in de opname van de zoekspoel
en positioneer deze zo dat u de stelschroef door de
houder en de buis kunt steken.
3) Steek de stelschroef door de houder en de buis, en
schroef deze aan de andere zijde met de moer
vast.
4) Wikkel het snoer van de zoekspoel rond de buis en
plug de stekker (14), zoals getoond op figuur 2, in
het contact onder het wijzerinstrument. Geef vol-
doende speling aan het snoer dat de lengte van de
buis en de hoek van de zoekspoel nog kan worden
aangepast.
5) Draai de stelschroef (13) voor de armleuning (12)
los. Breng de armleuning tot tegen de aanslag aan
en draai de schroef opnieuw vast.
4.2 De hoek van de zoekspoel en de lengte van
de buis instellen
1) Draai de stelschroef (17) los en stel de hoek van de
zoekspoel (18) zo in dat de spoel parallel met de
bodem kan worden gehouden. Zorg daarbij dat het
verbindingssnoer niet geknikt of uitgerekt wordt.
Draai de schroef vervolgens weer vast.
2) Draai de stelmoer (15) los in de richting van de lich-
tere kleur van de pijl (zie figuur 2). Trek of schuif het
onderste deel van de buis (16) uit, zodat de buis de
gewenste lengte heeft. Draai de moer vervolgens
weer vast.