Draaiveldcontrole (> 120 V AC)
Beschermende kleding en isolerende standplaatsen kunnen de werking beïnvloeden.
Omsluit volledig de grepen L1 en L2 (zie afbeelding op pagina 7) onder de mechanische markering.
Leg de teststaven L1 en L2 aan twee buitengeleiders (fasen) en controleer of de buitengeleiderspanning van bijv. 400 V aanligt.
Een rechtsdraaiing (fase aan L1 vóór fase aan L2) is gegeven, als de 'R' LED oplicht.
Een linksdraaiing (fase aan L2 vóór fase aan L1) is gegeven, als de 'L' LED oplicht.
Na de vaststelling van het draaiveld moet altijd een controle met verwisselde teststaven plaatsvinden. Daarbij moet de draairichting
veranderen.
Aanwijzing:
De draaiveldcontrole is vanaf 200 V, 50/60 Hz (fase tegen fase) in het geaarde draaistroomnet mogelijk. De 'derde' fase (L3) wordt
met behulp van een sensor in het instrument gesimuleerd door de handdelen vast te pakken.
Verlichting van testpunten
Door kort op de lichtknop te drukken wordt de testpuntverlichting ingeschakeld. Het licht schakelt zichzelf na 30 seconden weer uit.
Continuïteitscontrole
(Om in te schakelen teststaven tegen elkaar aan houden)
Leg de teststaven aan aan de te controleren leiding, zekering e.d. Bij een weerstand van 0 - 500 k licht de 'Rx'-LED op en er
weerklinkt een akoestisch signaal.
Data Hold
Om de Data Hold functie in te schakelen de lichttoets langer dan 2 seconden ingedrukt houden. De activering wordt bevestigd met
een kort signaal. Het display geeft vanaf nu alleen nog de het laatst gemeten waarde en het 'HOLD' symbool weer. De Data Hold
modus kan door de lichttoets opnieuw in te drukken weer worden beëindigd. Ook dit wordt bevestigd met een signaal.
Onderhoud
Als het instrument door het dagelijks gebruik vuil is geworden, dan kan het met een vochtige doek en wat mild huishoudelijk reini-
gingsmiddel worden schoongemaakt. Nooit scherpe reinigingsmiddelen of oplosmiddelen gebruiken voor de reiniging.
Het instrument vergt bij bedrijf conform de handleiding geen bijzonder onderhoud, met uitzondering van de batterijen.
Ter vermijding van elektrische schokken geen vocht laten binnendringen in de behuizing.
Batterijen vervangen
Als de batterijen leeg zijn, dan weerklinken kort na elkaar waarschuwingssignalen en het instrument schakelt zich uit. Gelieve de
batterijen meteen te vervangen om de nauwkeurigheid van de testwaarden te garanderen.
Alvorens het batterijvak te openen de teststaven isoleren van de testkring!
Om de batterijen te vervangen moet het batterijvak aan de hoofdbehuizing worden geopend. Draai daarvoor afwisselend de schro-
even los met een geschikte schroevendraaier. Let bij het erin zetten van de nieuwe batterijen op de juiste polariteit!
Sluit het batterijvak en schroef het weer zorgvuldig vast.
Het instrument geeft zonder batterijen een aanliggende spanning boven de ELV-waarde aan met behulp van een LED.
Bij lage temperaturen onder 5°C kan de operationaliteit van de spanningzoeker negatief worden beïnvloed. Gelieve te zorgen voor
voldoende stroomtoevoer door geschikte batterijen te gebruiken, die ook voor het ingezette temperatuurbereik zijn gespecificeerd!
Batterijen horen niet bij het huisvuil. Ook bij u in de buurt is er een inzamelpunt!
®
Testboy
Profi III DUO
Bediening
49