Publicité
Datos técnicos:
Tensión de servicio: 110 V/AC o 230 V/AC (se aproxima por
las conexiones hacia el módulo de regulación de potencia) |
Salida: El módulo suministra una tensión excitadora para la
entrada del potenciómetro de los módulos de regulación de
potencia M012, M028 o M028N | Entrada: El módulo M150
se puede mandar opcionalmente con tensiones continuas
excitadoras de 1 - 5 V/DC o 3 - 12 V/DC o 6 - 24 V/DC. O con
impulsos TTL con una modulación de impulsos en duración
| Frecuencia entre: 1 - 10 kHz | Tensión de impulsos:
approx. 5 V/DC, anchura de impulso aprox. 10 - 90% PWM.
La potencia se ajuste mediante la anchura de impulso aprox.
10 - 90% | Resistencias de entrada: entrada de mando 1 - 5
V/DC >1,4 k, entrada de mando 3 - 12 V/DC >4,1 k, entrada
de mando 6 - 24 V/DC >9,1 k | Entrada de impulsos TTL:
>1,1 k | Separación galvánica: Por un optoacoplador entre
las entradas de mando y la salida de señal hacia el módulo
de regulación de potencia | Medidas: approx. 70 x 60 x 23
mm (sin eclisas de fijación)
FR
Description du montage:
Un coupleur opto-électronique à l'intérieur du module est
commandé par les tensions de commande différentes. Il y a
une électronique à la sortie du coupleur qui prend en charge
le réglage de l'entrée de potentiomètre du module réglage de
puissance intercalé à la suite (M012, M028 ou M028N). Le
réglage de la sortie du potentiomètre s'effectue linéairement
(pas en numérique).
Usage destiné:
Excitation de l'entrée du potentiomètre des modules
réglage de puissance M012, M028 ou M028N avec des
tensions de commande ou d'impulsions de commande des
microprocesseurs ou des ordinateurs, respectivement.
Instructions d'assemblage:
Connectez le module M150 avec le module réglage de
puissance M012, M028 ou M028N selon les dessins
(enlevez le potentiomètre qui se trouve là éventuellement).
La longueur du câble entre le module de commande M150 et
le module réglage de puissance peut être 1m au maximum.
Veuillez faire attention à ce que les câbles entre le M150
et le module réglage de puissance peuvent être parcourus
par des tensions de 230 V/AC ou 110 V/AC respectivement
et observez les instructions de sécurité correspondantes
(protection contre les contacts accidentels, etc., voir la
brochure ci-jointe M1002 „Renseignement généraux pour les
modules de Kemo").
Ensuite on peut appliquer respectivement une des 4 tensions
de commande à l'entrée du module M150. Le pôle négatif
de la tension de commande (masse en cas des signaux
numériques) est connecté avec le raccord du module
„Ground". Alors le pôle positif de la tension de commande est
câblé au raccord correspondant selon la gamme de tension.
Si vous voulez actionner le module p.ex. avec une tension
de commande de 1 - 5 V/DC, raccordez le pôle positif de la
tension de commande avec le raccord du module „+" 1 - 5
V/DC. On peut régler le module réglage de puissance entre
minimum - maximum par varier la tension de commande.
• Tension de commande basse = bas réglage du réglage de
puissance.
• Haute tension de commande (max. 5 V/DC) = plein
réglage du réglage de puissance.
Si vous voulez travailler avec d'autres tensions de commande,
vous devez prendre une des autres entrée de commande du
module M150: Il y a encore 2 entrées additionnelles pour
les tensions entre 3 - 12 V/DC ou 6 - 24 V/DC. Important:
Il faut commander d'amorçage seulement une des entrées
de commande du module M150 respectivement, jamais
plusieurs entrées en même temps!
Au lieu d'une tension de commande variable on peut aussi
commander le module avec une modulation d'impulsions en
durée. Le signal digital doivent être des signaux rectangulaires
avec une tension d'env. 5 V (signaux TTL standard). La
fréquence doit s'élever à une valeur entre 1 - 10 kHz. Le
réglage s'effectue par changer la durée d'impulsions (voir le
tableau).
Puissance de sortie du module réglage de
puissance en cas de commande avec:
10% TTL PWM
50% TTL PWM
1 V/DC | 3 V/DC | 6 V/DC
3 V/DC | 8 V/DC | 16 V/DC 5 V/DC | 12 V/DC | 24 V/DC
Puissance: min.
Puissance: ca. 50%
Service avec 110 V/AC:
On peut aussi actionner le module M150 ensemble avec les
modules réglage de puissance M012, M028 ou M028N à une
tension de réseau 110 V/AC (p.ex. aux États Unis). En ce cas
les tensions de commande ou les impulsions de commande
sont différentes: les tensions de commande (de minimum à
maximum, respectivement): 2 - 5 V/DC, ou 6 - 12 V/DC, ou
12 - 24 V/DC ou d'impulsions TTL env. 30 - 90% PWM. Les
tensions au départ sont plus basses à 110 V/AC.
Liste de contrôle pour le dépistage des erreurs:
Si les modules M150 + module réglage de puissance
interconnectés ne fonctionnent pas, veuillez poser le câble
no. 1 du module M150 à l'autre raccord du module réglage de
puissance pour le potentiomètre (vous avez le choix entre 2
câbles de raccordement de potentiomètre au module réglage
de puissance). Si ceci ne fonctionne non plus, échangez les
deux câbles no. 2 + 3 vers le module réglage de puissance.
Raison: Il y a encore des séries de production plus vieilles
M012 + M028 sur le marché où on a fait sorti les deux
raccords pour le potentiomètre ou les deux raccords
extérieurs de charge du module M012 respectivement de
manière échangée (cela n'était pas important avant, parce
que le module M150 n'existait pas encore).
Données techniques:
Tension de service: 110 V/AC ou 230 V/AC (est amenée par
les raccords vers le module réglage de puissance) | Sortie:
Le module délivre une tension de commande pour l'entrée
de potentiomètre des modules réglage de puissance M012,
M028 ou M028N | Entrée: On peut commander le module
M150 au choix avec des tensions continues de commande 1
- 5 V/DC ou 3 - 12 V/DC ou 6 - 24 V/DC. Ou avec d'impulsions
TTL-avec une modulation d'impulsions en durée | Fréquence:
entre 1 - 10 kHz | Tension d'impulsions: env. 5 V/DC, durée
d'impulsions env. 10 - 90% PWM. La puissance est réglée
avec la durée d'impulsions env. 10 - 90% | Résistances
d'entrée: entrée de commande 1 - 5 V/DC >1,4 k, entrée de
commande 3 - 12 V/DC >4,1 k, entrée de commande 6 - 24
V/DC >9,1 k | Entrée d'impulsions TTL: >1,1 k | Séparation
galvanique: Par un coupleur opto-électronique entre les
entrées de commande et la sortie de signal vers le module
réglage de puissance | Mesures: env. 70 x 60 x 23 mm (sans
éclisses de fixation)
Schema beschrijving:
Door middel van verschillende aanstuur-spanningen wordt in
het moduul een opto-coupler aangestuurd. Aan de uitgang
van de opto-coupler zit electronica, die de regeling van de
potmeter ingang van het volgende vermogens regeling-
moduul (M012, M028 of M028N) overneemt. Deze regeling
van de potmeter uitgang verloopt liniair (niet digitaal).
Toepassings mogelijkheden:
Aansturing van de potmeter-ingang van het vermogens
regeling-moduul M012, M028 of M028N met stuurspanningen
of stuurpulsen via de microprosessor of computer.
Montage voorschriften:
Het moduul M150 wordt volgens vermogens regeling-
moduul M012, M028 of M028N schema aangesloten (de
gebruikte potmeter wordt verwijderd). Het aansluitkabel
tussen aanstuur moduul M150 en het vermogens regeling-
moduul mag maximaal 1 mtr lang zijn. Let er wel op, dat
de kabel tussen M150 en het vermogens regeling-moduul
spanning van 230 V/AC of 110 V/AC aan kan, en raadpleeg
de veiligheids tips (lees extra boekje M1002 "Algemene
toepassingen voor Kemo-Modules".
Aan de ingang van het moduul M150 kan een van de 4
stuurspanningen aangesloten worden. De minpool van de
stuurspanning (massa bij digitale signalen) wordt aangesloten
aan "ground" staat op het moduul. De pluspool van de
stuurspanning wordt afhankelijk van het spanningsbereik
aan de juiste aansluiting verbonden. Als u het moduul
bijvoorbeeld met een stuurspanning van 1 - 5 V/DC voeden
wil, dan wordt de pluspool van de stuurspanning op de
moduulaansluiting "+" 1 - 5 V/DC aangesloten. Door variatie
van de stuurspanning kan het vermogens regeling-moduul
tussen minimum - maximum geregeld worden.
• Kleine stuurspanning = kleine vermogens regeling
instelling.
• Hoge stuurspanning (max. 5 V/DC) = maximale vermogens
regeling instelling.
Als u met andere stuurspanningen wil werken, dan moet u
een andere stuur-ingang van het module M150 nemen. Er
zijn nog 2 andere ingangsspanningen namelijk 3 - 12 V/DC of
6 - 24 V/DC te gebruiken. Belangrijk is: er mag maar 1 stuur-
ingang gelijktijdig gebruiken, dus niet meerdere!
In plaats van de variabele stuurspanning kan het moduul
ook geregeld worden door pulsbreedte. Dit digitale signaal
moet rechthoek-signalen zijn met een spanning van ca. 5 V
(standaard TTL signaal). De frequentie moet tussen 1 - 10
kHz zijn. De regeling loopt door verandering van pulsbreedte
(zie tabel).
90% TTL PWM
Uitgangs vermogen van het vermogens
regeling-moduul bij aansturing van:
10% TTL PWM
Puissance: max.
1 V/DC | 3 V/DC | 6 V/DC
Vermogen: min.
Aansluiting aan 110 V/AC:
Het moduul M150 kan tegelijk met de vermogens regeling-
modules M012, M028 of M028N ook aan netspanning van
110 V/AC aangesloten worden (bijvoorbeeld in Amerika). In
dit geval zijn de stuurspanningen of stuurpulzen anders. De
stuurspanningen (afhankelijk van minimum naar maximum):
2 - 5 V/DC, of 6 - 12 V/DC, of 12 - 24 V/DC of TTL puls ca. 30
- 90% PWM. De beginspanning is bij 110 V/AC lager.
Fout zoek controle lijst:
Als de gezamenlijke modules M150 + vermogens regeling-
NL
50% TTL PWM
90% TTL PWM
3 V/DC | 8 V/DC | 16 V/DC 5 V/DC | 12 V/DC | 24 V/DC
Vermogen: ca. 50%
Vermogen: max.
moduul niet goed werkt, sluit dan de draad Nr. 1 van het
moduul M150 aan de andere aansluiting van het vermogens
regeling-moduul bij de potmeter (u heeft 2 draden aan de
potmeter bij de vermogens regeling-moduul te kiezen).
Als dit niet helpt, verwissel dan de draden Nr. 2 + 3 bij het
vermogens regeling-moduul.
Reden hiervoor is, dat er nog oude produktieserie modules
op de markt te koop zijn van M012 en M028 die beide
aansluiting van de potmeter verwisseld uitgevoerd zijn (speelt
vroeger geen rol, doordat moduul M150 nog niet op de markt
was).
Technische gegevens:
Voedingsspanning: 110 V/AC of 230 V/AC (wordt via de
aansluiting van het vermogens regeling-moduul geactiveerd)
| Uitgang: het moduul geeft een stuurspanning aan de
potmeter ingang van het vermogens regeling-moduul M012,
M028 of M028N | Ingang: Het moduul M150 kunt u kiezen
of stuur-gelijkspanningen 1 - 5 V/DC of 3 - 12 V/DC of 6 - 24
V/DC aansturen, of met TTL pulzen met een impulsbreedte
sturing | Frequentie: tussen 1 - 10 kHz | Impulsspanning:
ca. 5 V/DC, impulsbreedte van ca. 10 - 90% PWM. Door
middel van pulsbreedte ca. 10 - 90% wordt het vermogen
ingesteld | Ingangsweerstand: stuuringang 1 - 5 V/DC >1,4
k, stuuringang 3 - 12 V/DC >4,1 k, stuuringang 6 - 24 V/DC
+ >9,1 k | TTL-pulsingang: >1,1 k | Galvanische scheiding:
via opto-coupler tussen de stuuringangen en het signaal
uitgang van de vermogens regeling-moduul | Afmetingen:
ca. 70 x 60 x 23 mm (zonder bevestigings ogen)
PL
Opis układu połączeń:
Wewnątrz modułu, poprzez różne napięcia sterowania,
odbywa się sterowanie transoptora. Na wyjściu transoptora
znajduje się układ elektroniczny, który przejmuje regulację na
wejściu potencjometru modułu regulacji mocy (M012, M028
lub M028N) włączającego się z opóźnieniem. Regulacja na
wyjściu potencjometru odbywa się w sposób liniowy (nie
cyfrowo).
Stosowanie zgodne z przeznaczeniem:
Sterowanie na wejściu potencjometrów modułów regulacji
mocy M012, M028 lub M028N z napięciem sterującym lub
impulsem sterującym z mikroprocesora wzgl. komputera.
Instrukcja dotycząca struktury układu:
Moduł M150 jest połączony z modułem regulacji mocy
M012, M028 lub M028N zgodnie z rysunkami (ewentualne
potencjometry są usuwane). Kable pomiędzy modułem
sterowania M150 a modułem regulacji mocy mogą mieć
maksymalnie długość 1 m. Należy zwrócić uwagę, że
kable między modułem M150 a modułem regulacji mocy
mogą przewodzić napięcie 230 V/AC wzgl. 110 V/AC
oraz przestrzegać odpowiednich wskazówek dotyczących
bezpieczeństwa
(ochrona
przeciwdotykowa
załączony zeszyt M1002 „Ogólne wskazówki dotyczące
modułów Kemo").
Na wejściu modułu M150 może być za każdym razem
przyłożone jedno z 4 napięć sterowania. Biegun ujemny
napięcia sterowania (masa w przypadku sygnałów cyfrowych)
jest połączony z przyłączem modułu „Ground". Biegun
dodatni napięcia sterowania w zależności od zakresu
napięcia włączany jest do odpowiedniego przyłącza. Jeśli chcą
Państwo stosować moduł np. z napięciem sterowania od 1
do 5 V/DC, wówczas biegun dodatni napięcia sterowania jest
łączony z przyłączem modułu „+" 1 - 5 V/DC. Poprzez zmiany
napięcia sterowania można regulować moduł regulacji mocy
w zakresie od minimum do maksimum.
• Niskie napięcie sterowania = mały zakres regulacji mocy
• Wysokie napięcie sterowania (maks. 5 V/DC) = pełen
zakres regulacji mocy.
Jeśli chcą Państwo pracować z innymi napięciami sterowania,
wówczas muszą Państwo wybrać jedno z pozostałych wejść
modułu M150: Do dyspozycji są jeszcze 2 dodatkowe wejścia
dla napięć między 3 - 12 V/DC lub 6 - 24 V/DC. Ważne: W
danym momencie można sterować tylko jednym z wejść
sterowania modułu M150, nigdy większa ilością wejść
równocześnie!
Zamiast zmiennym napięciem moduł może być również
sterowany poprzez sterowanie szerokością impulsu. Sygnał
cyfrowy powinien być sygnałem prostokątnym o napięciu
wynoszącym ok. 5 V (sygnały standardowe TTL). Częstotliwość
powinna mieć wartość z przedziału 1 - 10 kHz. Regulacja
następuje poprzez zmianę szerokości impulsu (patrz tabela).
Moc wyjściowa modułu regulacji mocy
przy sterowaniu na:
10% TTL PWM
50% TTL PWM
1 V/DC | 3 V/DC | 6 V/DC
3 V/DC | 8 V/DC | 16 V/DC 5 V/DC | 12 V/DC | 24 V/DC
Moc: min.
Moc: ok. 50%
Używanie modułu z napięciem sieciowym 110 V/AC:
Moduł M150 może być stosowany razem z modułami regulacji
mocy M012, M028 lub M028N również przy napięciu
sieciowym 110 V/A (np. w USA). W takim przypadku wartości
napięcia sterującego lub impulsów sterujących są inne:
Wartości napięcia sterującego (od minimum do maksimum):
P / Module / M150 / Beschreibung / 10042DU / KV040 / Einl. Ver. 003
itp.,
patrz
90% TTL PWM
Moc: maks.
3/4
Publicité
