Algemene Begrippen - Uponor 3D Instructions D'installation

Regulateur de chauffage
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

2 Algemene begrippen

Actuele aanvoertemperatuur
Actuele waarde van de temperatuur in de
aanvoer van de verwarmingsinstallatie.
Bedrijfsmodus indicator
Zwarte pijl rechts naast de symbolen, die in het
display weergeven, welke bedrijfsmodus (b.v.
manueel bedrijf, normaal bedrijf, ...) u geselec-
teerd heeft.
Bedrijfsmodus keuzetoets
Wordt gebruikt om de bedrijfsmodi van de
regelaar in te stellen.
Gewenste ruimtetemperatuur
Alleen wanneer aan de regelaar een ruimtetem-
peratuurvoeler aangesloten is, kan de gewenste
waarde van de kamertemperatuur nauwkeurig
worden geregeld. Is dit niet het geval, dan kan
de regelaar alleen de gewenste waarde van de
cv-aanvoertemperatuur regelen; de ruimtetem-
peratuur wordt dan met de individuele
ruimteregeling geregeld.
Verwarmingscircuit
Gelegde buisleidingen in een oppervlak zijn aan
een verdeler aangesloten (medium water).
Verwarmingsperiode
Een periode, waarin de installatie met de
verwarmingstemperatuur wordt bestuurd.
Verwarmingstemperatuur
De temperatuur in de verwarmingscircuits
tijdens de verwarmingsperiode.
Actuele waarde (actuele temperatuur)
De op een gegeven tijdstip gemeten tempera-
tuur.
Gemiddelde cv-watertemperatuur
Gemiddelde waarde tussen aanvoertemperatuur
en retourtemperatuur, b.v. aanvoer = 40°C/
retour = 30°C, gemiddelde cv-watertempera-
tuur = 35°C. Door de extra registratie van de
retourtemperatuur wordt bij het omschakelen
van gereduceerd bedrijf naar normaal bedrijf
met de verwarming van het gebouw rekening
gehouden.
1 0 2 2 7 0 0 0 6 / 2 0 0 7
Optimalisatie
Zelfstandig bepalen van de gunstigste in- en
uitschakeltijdstippen tijdens een verwarmings-
periode door de regelaar.
Pt 1000-sensor
Alle met de regelaar te verbinden voelers zijn
van het type Pt 1000. De weerstand bij 0°C
bedraagt 1000 Ohm en stijgt met 3,9 Ohm per
graad Celsius.
Gewenste waarde (gewenste temperatuur)
Waarde, die de temperatuur op een gegeven
tijdstip moet hebben.
Ruimtetemperatuur
De met de ruimtetemperatuurvoeler gemeten
temperatuur. Alleen wanneer een ruimtetempe-
ratuurvoeler aangesloten is, kan de ruimtetem-
peratuur nauwkeurig worden geregeld.
Ruimtetemperatuurvoeler
Deze voeler is in de ruimte aangebracht,
waarvan de temperatuur geregeld moet
worden. De voeler moet van het type Pt 1000
zijn.
Gereduceerde temperatuur
De temperatuur in de verwarmingsinstallatie
tijdens het gereduceerde bedrijf (b.v. 's nachts).
Retourtemperatuur
De bij of in de buisleiding richting warmtepro-
ducent gemeten temperatuur.
Statusindicatie
Pijl links van de symbolen voor de bedrijfsmo-
dus. De pijl geeft de actuele status van het
normaal bedrijf of het gereduceerde bedrijf
weer, wanneer de regelaar op automatisch
bedrijf (kloksymbool) ingesteld is.
Aanvoertemperatuurreferentie
Gewenste waarde van de aanvoertemperatuur
in de installatie. Wordt door de regelaar uit de
actuele buiten-, aanvoer- en ruimtetemperatu-
ren evenals de verwarmingscurve instelling
berekend.
19

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières