Afstellingen Voor De Ontsteking; Servomotor; Starten Brander; Ontsteking Brander - Riello RS 190 Instructions Pour Installation, Utilisation Et Entretien

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

MIN. GASDRUKSCHAKELAAR
(A)
(C)

SERVOMOTOR

(D)
Brander uit
Brander aan
(E)
Voordat de brander wordt ingeschakeld, wordt verwezen naar para-
graaf "Veiligheistest - con met gastoevoer gesloten" op pag. 16
OPGELET
LUCHTDRUKSCHAKELAAR
(B)
1
2
1. vlamgang
2. vlamgang

AFSTELLINGEN VOOR DE ONTSTEKING

De afstelling van de verbrandingskop, lucht en
gas is reeds beschreven op blz. 7.
Andere nog uit te voeren afstellingen zijn:
-
Open de handbediende kleppen voor de
gasstraat.
-
Stel de min. gasdrukschakelaar af op het
begin van de schaal (A) (min. druk).
-
Stel de luchtdrukschakelaar af op het begin
van de schaal (B) (min. druk).
-
Ontlucht de gasleiding.
Het is aan te raden de ontsnapte lucht met
een plastic slang buiten het gebouw te bren-
gen tot men het gas ruikt.
-
Monteer een U-manometer (C) op het gas-
drukmeetpunt van de mof.
Deze dient om het brandervermogen bij
benadering te meten in de 2° vlamgang door
middel van de tabel op blz. 5.
D897
-
Parallel aan de elektromagnetische kleppen
VR en VS twee lampjes of testers aansluiten
om het juiste moment te zien waarop ze
onder spanning komen. Deze handeling is
niet nodig als beide elektromagnetische
afsluiters voorzien zijn van een controle-
lampje dat de elektrische spanning aangeeft.
Alvorens de brander te ontsteken, is het raad-
zaam de gasstraat zodanig af te stellen dat de
ontsteking plaatsvindt onder optimale veilig-
heidsomstandigheden d.w.z. met een zeer zwak
gasdebiet.
SERVOMOTOR (D)
De servomotor regelt tegelijkertijd de luchtklep
door middel van de variabele profielnok en de
gassmoorklep.
De servomotor draait 130° in 15 sec.
De vier nokken zijn voorafgesteld in de fabriek.
Wijzig deze afstelling niet, controleer alleen of
ze afgesteld zijn zoals hierboven aangegeve:
Nok I
Beperkt de wenteling naar het maximum. Bij de
D3038
in 2° vlamgang functionerende brander dient de
gassmoorklep helemaal open te zijn: 90°.
Nok II
Beperkt de wenteling naar het minimum. Als de
brander niet werkt, moeten de luchtklep en de
gassmoorklep gesloten zijn: 0°.
Nok III
Regelt de positie van ontsteking en het vermo-
gen van de 1° vlamgang.
Nok V
niet gebruikt.

STARTEN BRANDER

Sluit de afstandsbediening en zet:
• de schakelaar 1)(E) in positie "Brander aan"
• de schakelaar 2)(E) in positie "1° VLAMGANG"
Zodra de brander start, de draairichting van de
turbine van de ventilator controleren vanaf de
vlamviewer 14)(A)p. 3.
Controleer of de lampjes of de testers, aangeslo-
ten op de elektromagnetische kleppen, of de
D1272
controle- lampjes op de elektro-magnetische
kleppen zelf afwezigheid van spanning aange-
ven. Geven deze spanning aan, stop dan de
brander onmiddellijk en controleer de elektri-
sche verbindingen.

ONTSTEKING BRANDER

Na de onder het vorige punt beschreven hande-
lingen te hebben uitgevoerd dient de brander
aan te slaan.
Als de motor start maar de vlam niet ontstoken
wordt en de brander vergrendelt, de veiligheids-
D469
stop ontgrendelen en een nieuwe startpoging
doen. Mocht er ook daarna geen ontsteking
plaats vinden, dan kan het zijn dat het gas niet
binnen de veiligheidstijd van 3 sec. de brander-
kop bereikt. Verhoog dan het gasdebiet bij de
ontsteking (startdebiet).
De U-manometer (C) toont aan wanneer het gas
de mof bereikt.
Na de ontsteking verdergaan met de volledige
afstelling van de brander.
10
: 130°
: 0°
: 15°
: 125°

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

835 t1378581320030087

Table des Matières