Afstellingen Voor De Ontsteking; Servomotor; Starten Brander; Ontsteking Brander - Riello RS 28 Instructions Pour Installation, Utilisation Et Entretien

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

MIN. GASDRUKSCHAKELAAR
(A)
D897
(C)

SERVOMOTOR

(D)
Brander uit
Brander aan
(E)
LUCHTDRUKSCHAKELAAR
(B)
1
2
1. Vlamgang
2. Vlamgang

AFSTELLINGEN VOOR DE ONTSTEKING

De afstelling van de verbrandingskop, lucht en
gas is reeds beschreven op blz. 7.
Andere nog uit te voeren afstellingen zijn:
- Open de handbediende kleppen voor de gas-
straat.
- Stel de min. gasdruk af op het begin van de
schaal (A) (min. druk).
- Stel de luchtdruk af op het begin van de schaal
(B) (min. druk).
- Ontlucht de gasleiding.
Het is aan te raden de ontsnapte lucht met een
plastic slang buiten het gebouw te brengen tot
men het gas ruikt.
- Monteer een U-manometer (C) op het gas-
drukmeetpunt van de mof.
Deze dient om het vermogen van de brander
in de 2° vlamgang bij benadering te meten
door middel van de tabel op blz. 5.
- Parallel aan de elektromagnetische kleppen
VR en VS (D) twee lampjes of testers aanslui-
ten om het juiste moment te zien waarop ze
onder spanning komen.
Deze handeling is niet nodig als beide elektro-
magnetische afsluiters voorzien zijn van een
controlelampje dat de elektrische spanning
aangeeft.
Alvorens de brander te ontsteken, is het raad-
zaam de gasstraat zodanig af te stellen dat de
ontsteking plaatsvindt onder optimale veilig-
heidsomstandigheden; d.w.z met een zeer zwak
gasdebiet.
SERVOMOTOR (D)
De servomotor regelt tegelijkertijd de luchtklep
door middel van de variabele geprofileerde nok
en de gassmoorklep.
De draaihoek op de servomotor is gelijk aan de
hoek op de gegradueerde sector van de smoor-
klep. De servomotor draait 90° in 12 sec.
De vier nokken zijn voorafgesteld in de fabriek.
Wijzig deze instelling niet, controleer alleen of ze
afgesteld zijn zoals hieronder aangegeven:
D514
Nok St2
Beperkt de wenteling naar het maximum. Bij de
in 2° vlamgang functionerende brander dient de
gassmoorklep helemaal open te zijn: 90°.
Nok St0
Beperkt de wenteling naar het minimum. Als de
brander niet werkt, moeten de luchtklep en de
gassmoorklep gesloten zijn: 0°.
Nok St1
Regelt de positie van ontsteking en vermogen
van de 1° vlamgang.
Nok MV

STARTEN BRANDER

Sluit de afstandsbediening en zet:
• de schakelaar 1)(E) in positie "Brander aan"
• de schakelaar 2)(E) in positie "1° VLAMGANG"
Zodra de brander start, de draairichting van de
turbine van de ventilator controleren vanaf de
vlamviewer 18)(A)p. 3.
D517
Controleer of de lampjes of de testers, aangeslo-
ten op de elektromagnetische kleppen, of de
controle- lampjes op de elektro-magnetische
kleppen zelf afwezigheid van spanning aange-
ven. Geven deze spanning aan, stop dan de
brander onmiddellijk en controleer de elektri-
sche verbindingen.

ONTSTEKING BRANDER

Na de onder het vorige punt beschreven hande-
lingen te hebben uitgevoerd dient de brander
aan te slaan.
Als de motor start maar de vlam niet ontstoken
wordt en de brander vergrendelt, de brander ont-
grendelen en een nieuwe startpoging doen.
D469
Mocht er ook daarna geen ontsteking plaats vin-
den, dan kan het zijn dat het gas niet binnen de
veiligheidstijd van 3 sec. de branderkop bereikt.
Verhoog dan het gasdebiet bij de ontsteking
(startdebiet). De U-manometer (C) toont aan
wanneer het gas de mof bereikt.
Na de ontsteking verdergaan met de volledige
afstelling van de brander.
12
: 90°
: 0°
: 15°
: niet gebruikt

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières