resideo Braukmann KaltecSoft Instructions D'installation page 56

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 25
2.
Toevoer- en afvoeraansluitingen:
Met geopende bypasskraan en gesloten inlaat-/
uitlaatventielen kan het apparaat op het leidingsysteem
worden aangesloten.
Pijlen op de inlaat- en uitlaatleiding van de klep bevestigen de
doorstroomrichting.
Aansluitingen kunnen worden gemaakt met of conventionele
koperen buis en hulpstukken, of de bijgeleverde hoge
doorstroom, flexibele slangen; zorg ervoor dat de slangen
niet geknikt zijn omdat dit de doorstroom kan beperken.
3.
Afvoeraansluiting
Schuif de flexibele afvoerslang op het getande verbinding
(afvoer) zoals aangegeven in het hoofdstuken zet deze vast
met de bijgeleverde clip.
Leid de afvoerslang naar een standpijp of naar een
afvoerleiding.
De afvoerwaterslang moet op een afstand van minimaal 20
mm (vrije afvoer) op een zo hoog mogelijk afvoerwaterniveau
worden gemonteerd.
Het ontharde water zal geen ongunstig effect op een
septische tank hebben.
Bij voldoende druk (meer dan 3 bar) kunt u de afvoer
verlengen tot 9 m (horizontaal).
De afvoerslang mag op geen enkele manier worden geknikt
of beperkt, aangezien dit overlopen van de zoutkast
veroorzaakt.
Vorstbescherming:
Als de afvoerslang of de aansluitleidingen waarschijnlijk
worden blootgesteld aan temperaturen onder 0 °C, moeten
deze worden beschermd om bevriezing te voorkomen.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan
leiden tot overlopen van de waterontharder.
De afvoerslang omhoog brengen:
Bij een waterdruk van 3 bar of meer kunt u de afvoer tot
maximaal 3 meter boven de ventielkop verhogen.
4.
Overloop aansluitingen
De slang van de veiligheidsoverloop (niet meegeleverd met
de ontharder) moet worden aangesloten op de snelkoppeling
kniestuk aan de achterzijde van de kast (zie 3.5 Technisch
overzicht van het apparaat). Hij moet op een afstand van
minstens 20 mm (vrije afvoer) tot een zo hoog mogelijk
niveau van het afwateringswater worden gemonteerd.
Leid de pijp naar beneden tot aan de afvoer.
Als de waterontharder in een kelder is geplaatst, kan de
overloop naar een opslagtank worden geleid. Plaats de
overloopslang niet hoger.
5.
Elektrische aansluitingen.
Voor extra veiligheid, gemoedsrust en installatiegemak wordt
uw waterontharder gevoed door laagspanning via een
stekkertransformator.
6.
Het vullen van de zoutkast, gebruik van
zout:
NL
Plaats nu het zout van de waterontharder in de zoutkast.
Gebruik de zouttablet (blokje) van uw plaatselijke dealer.
Aanwijzingen voor het gebruik van zout: Uw waterontharder
werkt alleen effectief als er tijdens het regeneratieproces zout
in de zoutkast zit.
Het zoutgehalte mag daarom niet lager zijn dan 15 cm vanaf
de onderzijde van de zoutkast.
De ontharder hoeft niet op gang te worden gebracht, voeg
geen water toe aan de zouttank.
Tijdens de regeneratie komt er geen zout in uw watersysteem
terecht, omdat het zout dat bij het regeneratieproces wordt
gebruikt, veilig wordt afgespoeld om af te voeren.
7.
Regelen van het mengsel:
Alle machines zijn in de fabriek zo ingesteld dat ze zacht
water produceren.
Aanbevolen wordt een restwaterhardheid van
minstens 8°dH resp.15°fH in te stellen om
corrosieschade te voorkomen. Om de
restwaterhardheid in te stellen, draait u de mengknop
aan de linkerkant van het ventiel tegen de wijzers van
de klok in totdat het water aan uw eisen voldoet.
8.
Testen van de waterhardheid in uw
omgeving:
De waterhardheid kan van plaats tot plaats verschillen.
Gebruik voor de bepaling van zoet water (zacht leidingwater)
de meegeleverde hardheidstestkit.
9.
Voor de eerste keer inschakelen:
Controleer of de inkomende slangen en uitgaande
slangen of koppelingen goed zijn aangesloten, d.w.z.
inkomend naar inkomend, uitgaand naar uitgaand
Eerst moet de hoofdkraan van het mutiblok volledig gesloten
zijn door deze met de klok mee te draaien.
Controleer of de hoofdafsluiter geopend is.
Controleer dat de zoutkast (zie 3.5 Technisch
overzicht van het apparaat) bevat zout
Controleer of de waterontharder op de afvoer is
aangesloten en of de overloopbuis is aangesloten.
De afvoer en de overloop mogen niet met elkaar
verbonden zijn.
56
MU1H-1420 GE23 R0420

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Ks30e-30Ks30e-60Ks30i-30Ks30i-60Ks30i-80

Table des Matières