Algemene Regels; Hydraulische Aansluitingen - Ferroli ATLAS D ECO 34 COND UNIT Instructions D'utilisation, D'installation Et D'entretien

Masquer les pouces Voir aussi pour ATLAS D ECO 34 COND UNIT:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 49
ATLAS D ECO COND UNIT
Regeling vanaf de timerafstandsbediening
tabella 1Is de verwarmingsketel aangesloten op een Timerafstandsbediening
A
(optioneel), dan worden de bovengenoemde afstellingen uitgevoerd volgens
hetgeen vermeld staat in . Bovendien wordt op het display van het bediening-
spaneel (detail 5 - fig. 1) de actuele, door de Timerafstandsbediening gemeten
omgevingstemperatuur weergegeven.
Tabella. 1
Regeling van verwarmingstem-
Deze temperatuur kan zowel in het menu van de Timerafstandsbediening
peratuur
afgesteld worden als op het bedieningspaneel van de verwarmingsketel.
Regeling van temperatuur
Deze temperatuur kan zowel in het menu van de Timerafstandsbediening
sanitair water
afgesteld worden als op het bedieningspaneel van de verwarmingsketel.
Omschakelen Zomer/Winter
De functie Zomer heeft voorrang op de eventuele vraag om verwarming
van de Timerafstandsbediening.
Bij uitschakeling van de functie Sanitair in het menu van de Timerafstand-
sbediening gaat de verwarmingsketel over naar de modus Economy. In
dit geval is toets 7 - fig. 1 op het bedieningspaneel van de verwarmin-
gsketel uitgeschakeld.
Keuze Eco/Comfort
Bij inschakeling van de functie Sanitair in het menu Timerafstandsbedie-
ning gaat de verwarmingsketel over naar de modus Comfort. In dit geval
kan met toets 7 - fig. 1 op het bedieningspaneel van de verwarmingsketel
een van beide functies gekozen worden.
Weersafhankelijke tempera-
Zowel de Timerafstandsbediening als de elektronische kaart van de ketel
tuur
beheren beide de regeling met Weersafhankelijke Temperatuur: van
deze twee is de Weersafhankelijke Temperatuur van de kaart van de
verwarmingsketel prioritair.
Regeling hydraulische druk installatie
De vuldruk bij een koude installatie, weergegeven op het display, moet ongeveer 1,0 bar
bedragen. Wanneer de druk in de installatie onder de minimumwaarden daalt, activeert
de kaart van de verwarmingsketel storing F37 (fig. 15).
fig. 15 - Storing druk installatie onvoldoende
Wanneer de druk in de installatie weer hersteld is, activeert de verwarmingske-
A
tel een ontluchtingscyclus van 120 seconden, hetgeen op het display met FH
wordt weergegeven.
2. INSTALLATIE

2.1 Algemene regels

DE INSTALLATIE VAN DE VERWARMINGSKETEL MAG UITSLUITEND DOOR GES-
PECIALISEERD EN SPECIFIEK OPGELEID PERSONEEL WORDEN UITGEVOERD,
MET INACHTNEMING VAN ALLE INSTRUCTIES VAN DEZE TECHNISCHE HAND-
LEIDING, VAN DE BEPALINGEN VAN DE GELDENDE WETGEVING, VAN DE VOOR-
SCHRIFTEN VAN DE PLAATSELIJK EN LANDELIJK VAN KRACHT ZIJNDE
NORMEN, EN VOLGENS DE REGELS VAN GOEDE TECHNIEK.
2.2 Installatieplaats
De verwarmingsketel moet in een aparte ruimte geplaatst worden, met ventilatieopenin-
gen naar buiten, in overeenstemming met de geldende voorschriften. Als er zich in de-
zelfde ruimte meerdere branders of afzuiginstallaties bevinden die tegelijkertijd kunnen
functioneren, moeten de ventilatieopeningen afmetingen hebben die geschikt zijn voor
gelijktijdige werking van alle apparatuur. Er mogen zich geen brandbare voorwerpen of
materialen in de ruimte bevinden of bijtende gassen, stoffen of vluchtige deeltjes die,
aangezogen door de branderventilator, verstopping van de interne branderleidingen of
van de verbrandingskop kunnen veroorzaken. Het vertrek moet droog zijn en mag niet
blootstaan aan regen, sneeuw of vorst.
Als het apparaat wordt omsloten door meubels of als er meubels naast worden
A
gemonteerd, moet er ruimte worden vrijgehouden voor demontage van de
behuizing en om de normale onderhoudswerkzaamheden te kunnen uitvoeren

2.3 Hydraulische aansluitingen

Aanwijzingen
Het thermisch vermogen van het apparaat moet vooraf worden vastgesteld door bereke-
ning van de warmtebehoefte van het gebouw volgens de geldende voorschriften. De instal-
latie moet uitgerust zijn met alle componenten, zodat ze correct en regelmatig kan werken
Het is raadzaam om tussen verwarmingsketel en verwarmingsinstallatie afsluitkleppen te
plaatsen waarmee de verwarmingsketel zo nodig van de installatie geïsoleerd kan worden
De afvoer van de veiligheidsklep moet worden ver-
B
bonden met een trechter of een verzamelleiding, om
te voorkomen dat er water over de vloer loopt als er
overdruk in het verwarmingscircuit is. Indien dit niet
gebeurt en de afvoerklep ingrijpt waardoor de ruimte
onder water loopt, kan de fabrikant van de verwar-
mingsketel niet aansprakelijk worden gesteld.
Gebruik de leidingen van de hydraulische installaties niet
voor aarding van elektrische apparaten
Reinig, voordat u de installatie verricht, alle leidingen van het systeem zorgvuldig om
eventuele restmaterialen of vuil te verwijderen, die de goede werking van het apparaat
nadelig kunnen beïnvloeden.
Verricht de aansluitingen op de overeenkomstige aansluitpunten, zoals in de afbeelding
van cap. 4 is weergegeven en volgens de op het apparaat aangebrachte symbolen
Hoog efficiënte circulatiepomp
Instelling circulatiepomp met verwarmingsketel aangesloten op een externe boiler
Voor een goede werking van de verwarmingsketel ATLAS D ECO COND UNIT met ve-
rwarmingsketel aangesloten op een externe boiler, moet de snelheidskeuzeknop (zie
fig. 16) op stand III gezet worden.
Instelling circulatiepomp zonder aansluiting op een externe boiler
De fabrieksinstelling is geschikt voor alle installaties; het is echter mogelijk om een an-
dere werkingsstrategie in te stellen, op basis van de eigenschappen van de installatie.
Waarde Dp-v
Proportionele prevalentie
1
4
7
- Waarde Dp-v Proportionele prevalentie (fig. 17)
De Prevalentie van de circulatiepomp zal automatisch beperkt worden bij de afname van
het door de installatie gevraagde debiet. Deze waarde blijkt optimaal voor installaties
met radiatoren (2 buizen of een enkele buis) en/of thermostaatkleppen.
De sterke punten zijn de beperking van elektriciteitsverbruik bij de afname van de vraag
van de installatie en de vermindering van het lawaai op radiatoren en/of thermostaatk-
leppen. Het werkingsbereik loopt van minimum (1) tot maximum (7).
- Waarde Vaste snelheid (fig. 18)
De circulatiepomp moduleert het eigen vermogen niet. Het werkingsprincipe is dat van
de traditionele circulatiepompen met 3 snelheden (met een beperking van het elektrici-
teitsverbruik ten opzichte daarvan). Het werkingsbereik loopt van snelheid 1 (I) tot
snelheid 3 (III).
cod. 3541Q464 - Rev. 00 - 12/2021
4
7
fig. 16
Waarde
Vaste snelheid
Min
.
I
4
II
7
III
fig. 17
Min
.
1
I
II
III
Min
.
1
I
II
III
fig. 18
67
NL

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Atlas d eco 45 cond unitAtlas d eco cond unit

Table des Matières