Bediening; Reiniging En Onderhoud; Opslag; Storingen En Hulp - Emil Lux BTP 4500/E-4 Notice Originale

Tiefbrunnenpumpe_118677.book Seite 58 Freitag, 9. August 2019 8:16 08
NL
Opstellen
LET OP! Gevaar voor schade aan het
apparaat! Het apparaat mag niet op de
bodem van de put staan, maar moet mini-
maal 1 m boven de bodem in het water han-
gen.
Zorg ervoor dat uw put over voldoende
zandfiltratie beschikt.
Het apparaat is niet geschikt voor zanderig
water. Als de put zanderig is, moet deze van
tevoren worden gespoeld om het zand te
verwijderen. Schade veroorzaakt door zan-
derig water maakt eventuele aanspraak op
garantie ongeldig.
X1
X2
X3
X4
X1 max. onderdompeldiepte = 15 m
X2 min. vloeistofhoogte boven de onderkant van de
pomp = 45 cm
X3 min. basisoppervlak = ø 11 cm
X4 minimale afstand tot de onderkant van de pompas
= 1 m
– Gebruik een touw om de pomp in de put te laten
zakken of uit de put te trekken. Gebruik daarvoor
nooit de toevoerleiding.
– Bevestig bij een diepte van meer dan 3 m de aan-
sluitkabel op regelmatige afstanden aan het touw
met corrosiebestendige klemmen.
Aanwijzing: Wanneer de aansluitkabel niet
is bevestigd, kan de aansluitkabel de pomp
blokkeren wanneer deze uit het water wordt
getrokken.
– Zorg dat het uiteinde van het touw na het neerla-
ten stevig is bevestigd.
Aanwijzing: Gebruik de pomp niet zonder
drukslang. Voorkom dat de pomp zich om
zijn lengteas draait.
Elektrische aansluiting
GEVAAR! Gevaar voor letsel! Zorg ervoor
dat de elektrische aansluiteenheid niet in
contact komt met water!
► P. 3, punt 2
– Bevestig de elektrische aansluiteenheid met 4
schroeven (8) op een spatwaterdichte plaats. De
aansluitleidingen (9) moeten naar beneden
wijzen.
– Steek de stekker in het stopcontact.
58

Bediening

LET OP! Gevaar voor schade aan het
apparaat! Het apparaat schakelt niet auto-
matisch uit
Door drooglopen, oververhitting na droog-
loop of continugebruik kan schade ont-
staan!
Laat het apparaat niet drooglopen (min.
waterniveau: ► Technische gegevens –
p. 59).
► P. 3, punt 2
– Schakel de pomp in met de aan-/uitschake-
laar (7).
Overbelastingsbeveiliging
De pomp is uitgerust met een overbelastingsbeveili-
ging die de motor uitschakelt bij overbelasting.
Wanneer de overbelastingsbeveiliging wordt geacti-
veerd:
1. Oorzaak van de overbelasting verhelpen (► Sto-
ringen en hulp – p. 58).
2. Motorbeveiligingsschakelaar (6) bedienen.

Reiniging en onderhoud

Reinigings- en onderhoudsoverzicht
Voor het neerlaten in de pompschacht
Wat? Hoe?
Behuizing, drukleiding en Visuele controle.
kabel op beschadigingen
controleren.
Na verwijdering uit de pompschacht
Wat? Hoe?
Apparaat reinigen.
Apparaat van buiten reinigen
Met schoon water afspoelen. Hardnekkige vervuiling
met een borstel en afwasmiddel verwijderen.
Om de pomp van binnen te spoelen, dompelt u de
pomp in een tank met schoon water en schakelt u het
apparaat kort in.
Aanwijzing: Vóór gebruik de pomp eerst
"inweken" zodat eventueel aanwezige vuil-
resten het apparaat niet blokkeren.

Opslag

Bij vorstgevaar het apparaat en toebehoren demon-
teren, reinigen en tegen vorst beschermd opslaan.
LET OP! Gevaar voor schade aan het
apparaat! Door vorst gaan apparaat en toe-
behoren stuk, aangezien deze altijd water
bevatten!

Storingen en hulp

Als iets niet functioneert...
GEVAAR! Gevaar voor letsel! Ondeskun-
dig uitgevoerde reparaties kunnen ertoe lei-
den dat uw apparaat niet meer veilig functi-
oneert. U brengt daarmee uzelf en uw
omgeving in gevaar.