Voorschriften Voor De Installatie; Reglementeringen En Voorschriften Voor De Inplanting - FRANCO BELGE IDRA 3200 Serie Notice De Référence

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

3 VOORSCHRIFTEN VOOR DE INSTALLATIE

3.1 REGLEMENTERINGEN EN
VOORSCHRIFTEN VOOR DE
INPLANTING
REGLEMENTERING INSTALLATIE VOOR BELGIE
Het toestel moet geïnstalleerd en onderhouden worden
door een gekwalificeerd vakman overeenkomstig de
geldende reglementaire teksten en regels van het vak,
met name de normen NBN D 51.003, NBN B 61.001, NBN
D 30.003 en het Algemeen Reglement op de Elektrische
Installaties (A.R.E.I.).
PLAATS
Het lokaal van de ketel moet overeenstemmen met de
geldende reglementering.
De ketel moet geïnstalleerd worden in een geschikt en
goed verlucht lokaal.
Het verseluchtvolume moet minstens 46 m
voor de IDRA 3224 en 3224 S en 56 m
3228 S.
Het lokaal mag niet vochtig zijn; vocht is immers
schadelijk voor elektrische toestellen. Bij installatie in
een badkamer of nat lokaal dient men zich te houden
aan de bijzondere veiligheidsregels van de norm C 15-
100.
OPGELET: de garantie van het verwarmingslichaam
vervalt in het geval van inplanting van het toestel in
een chloorhoudende omgeving (kapsalon, wasserij,
enz...) of in een omgeving met andere corrosieve
dampen.
MINIMUMAFSTANDEN
Om
de
onderhoudswerkzaamheden
vergemakkelijken en een gemakkelijke toegang tot de
diverse inwendige elementen mogelijk te maken, moet
men voldoende ruimte rondom de ketel voorzien:
minstens 5 cm aan weerszijden, 20 cm onder en 40 cm
boven het toestel.
Om het toestel correct te plaatsen moet men eraan
denken dat:
- het niet boven een fornuis of kookvlak geplaatst mag
worden
- het verboden is ontvlambare stoffen achter te laten
in het lokaal waar de ketel geïnstalleerd is
- warmtegevoelige wanden (zoals bijvoorbeeld houten
wanden) beschermd moeten worden met een
aangepaste isolatie.
AANSLUITING OP HET AFVOERKANAAL
Het afvoerkanaal en de aansluitleiding van de ketel
moeten overeenstemmen met de geldende wetgeving:
- norm NF P 45.204 voor Frankrijk
- normen NBN D 51.003 en NBN D 30.003 voor België.
Het afvoerkanaal moet goed gedimensioneerd zijn en
mag op slechts één toestel aangesloten worden. Het
moet waterdicht zijn en een goede thermische isolatie
hebben om alle condensatieproblemen te vermijden.
Zoniet moet de bebuizing van het kanaal met
condensaatopvangsysteem verwezenlijkt worden (de
condensaten mogen niet in de ketel gevoerd worden).
De doorsnede van de aansluitleiding mag niet kleiner
zijn dan die van de uitgangsbuis van het toestel. Deze
moet aangesloten zijn met een schuivend gedeelte om
de demontage van de valwindafleider-trekonderbreker
mogelijk te maken bij de onderhoudswerkzaamheden.
AANSLUITING OP DE INSTALLATIE
Installeer de ketel eventueel op trillingwerende blokjes,
of ieder ander verend materiaal, en isoleer hem van
de hydraulische kring door middel van slangen van 0,5
m om het geluid te wijten aan de voortplanting van
trillingen te beperken.
Beschikbare druk aan de uitgang van de ketel: de
leidingen van de verwarmingsinstallatie moeten
gedimensioneerd worden volgens de beschikbare
druk.
De ketel zal correct werken indien er in de wisselaar
een voldoende watercirculatie is. Daarom is de ketel
uitgerust met een automatische bypass die toelaat een
3
/u bedragen
juist waterdebiet te bekomen in de wisselaar. In het
3
/u voor de IDRA
geval van een installatie met thermostatische kranen
die geen debiet van 600 l/u toelaat, bevelen wij de
installatie van een bijkomende differentieelklep (of een
bypass) aan die voldoende ver van de ketel verwijderd
is om een voldoende debiet te bekomen.
V O O R Z O R G E N
corrosieverschijnselen kunnen optreden indien de
installatie uit materialen van verschillende soorten
bestaat. In dit geval is het wenselijk om een
corrosiewerend middel te gebruiken in de door de
fabrikant aangeduide verhoudingen. Anderzijds dient
men er zich ook van te vergewissen dat het behandelde
water niet agressief wordt.
te
BELANGRIJK: wij raden u aan om alle leidingen van
de installatie zorgvuldig te spoelen alvorens het toestel
te installeren teneinde al het eventuele vuil dat de
goede werking van de ketel in het gedrang zou kunnen
brengen te verwijderen. Gebruik geen oplosmiddel of
aromatische koolwaterstoffen (benzine, petroleum,
enz...).
Bij een oude installatie moet op de terugloop en op het
lage punt een afscheider voorzien worden met een
voldoende capaciteit en voorzien van een aftap om de
onzuiverheden op te vangen en weg te voeren (deeltjes
en koolaanslag). Voeg aan het water een alkalisch
product en een emulgator toe. Ook een filter mag nabij
de ketel geïnstalleerd worden.
UITRUSTING: het expansievat van 8 liter en de
veiligheidsklep zijn ingebouwd in de ketel. De klep
moet op de riool aangesloten worden voor afvoer bij
overdruk en om het toestel te ledigen. Voorzie een
ledigingskraan op het laagste punt van de installatie.
De afsluiter is eveneens ingebouwd in de ketel en moet
aangesloten worden op een afvalwaterleiding (behalve
IDRA 3224).
SANITAIRE KRING (BEHALVE IDRA 3224): het is niet
onontbeerlijk om een veiligheidsaggregaat dat op
7 bar geijkt is op de watertoevoer aan te sluiten. De
druk mag echter niet hoger zijn 6 bar. Installeer bij
twijfel een drukverlager.
In streken waar het sanitair water kalkhoudend is (Th
groter dan 20), is het aanbevolen om een anti-
kalktoestel te installeren op de koudwatertoevoer om
het aantal reinigingen van de sanitair waterbereider te
verminderen.
11
T E G E N
C O R R O S I E :

Hide quick links:

Publicité

Chapitres

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Idra 3224Idra 3224 sIdra 3228 s751.24.67752.24.67752.28.67

Table des Matières