Bediening Van De Installatie; Veiligheid Ketel; Veiligheid Brander - Atlantic Calista 1 V 35 BN Notice De Référence

Calista 1 V 35 BN, code 026 490
-
De ketelthermostaat regelen om de gewenste
temperatuur van de ketel te bekomen (kent. 4, fig. 22)
zacht weer: 50 tot 60 °C,
koud weer: 60 tot 70 °C,
zeer koud weer: 70 tot 85 °C.
I n d i e n d e i n s t a l l a t i e u i t g e r u s t i s m e t e e n
kamerthermostaat, deze op de gewenste temperatuur
zetten.
Als de ketel niet vertrek
-
Kontroleren of de kamerthermostaat, als die bestaat,
in aanvraag is.
-
Kontroleren of de ketelthermostaat, in aanvraag is.
-
K o n t r o l e r e n o f d e
ingeschakeld is (zie hierna § veiligheid ketel).
-
Kontroleren dat de brander niet in veiligheid staat (zie
hierna § veiligheid brander).
Indien de ketel uitgerust is met een regeling, de
gebruiksaanwijzing van deze regeling navolgen.

Bediening van de installatie

3.3
De instrukties volgen van Uw installateur-chauffagist.
Regelmatig de waterdruk in de verwarmingsomloop
(tussen 1 en 2 bar) kent. 12, fig. 22.
Winter werking (verwarming + sanitair)
-
De schakelaar op "radiator en kraan" plaatsen.
-
De ketelthermostaat regelen om de gewenste
temperatuur van de ketel te bekomen.
-
Als de installatie voorzien is van een mengkraan:
De mengkraan regelen om de gewenste temperatuur
van de installatie verwarming te bekomen.
-
De eventuële kamerthermostaat op de gewenste
kamertemperatuur zetten.
Zomer werking (sanitair alleen)
Indien de installatie uitgerust is met een sanitaire boiler,
-
De schakelaar op "kraan" plaatsen.
-
Als de installatie voorzien is van een mengkraan:
Stel de hendel van de mengkraan in op 0 om circulatie
in het verwarmingscircuit te voorkomen.
Indien de ketel uitgerust is met een regeling, de
gebruiksaanwijzing van deze regeling navolgen.

Veiligheid ketel

3.4
Wanneer de temperatuur in het verwarmingslichaam
boven de 110 °C gaat, is de ketel beveiligd door een
veiligheidsthermostaat.
De knop (fig. 24) losdraaien en herwapenen wanneer
de watertemperatuur opnieuw normaal geworden is.
Indien dit incident zich herhaalt, de installateur
verwittigen.

Veiligheid brander

3.5
Wanneer het kontrolelampje (kent. 6, fig. 22) van de
brander aangaat, wordt deze laatste door zijn
18
v e i l i g h e i d s t h e r m o s t a a t
Zeer koude Koude
winter winter
70 tot 60 tot
85 °C 70 °C
7 tot 10
5 tot 8 4 tot 7
Figuur 23 - Bediening van de installatie
Figuur 24 - Herinschakelingsknop
(oververhittingsveiligheid)
Figuur 25 - Herinschakelingsknop
(branderveiligheid)
v e i l i g h e i d s s y s t e e m g e b l o k k e e r d , d e b r a n d e r
herwapenen (fig. 25).
Indien dit incident zich herhaalt, het volgende
kontroleren:
- De kraan van de voedleiding openen is.
- Het stookolieniveau in de tank kontroleren; indien dit
normaal is, de filter reinigen die op de leiding staat.
A l s d e b r a n d e r d a n n o g n i e t g a a t , n a d a t h i j
heringeschakeld is geworden, de chauffagist roepen.
Zachte
Zomer Stopzetten
winter
50 tot
- -
60 °C
0 -
Gebruiksaanwijzing "1188"