Bedieningsveld PT-FCS / PT-FCSD
Optische weergave van het aanvulvermogen
< 20 µS/cm groen / < 40 µS/cm geel / > 40 µS/cm rood
Elektronische waterteller
Restcapaciteit
gecumuleerde navulhoeveelheid
permasoft
(niet resetbaar)
Huidige
Volumestroom
Type permasoft
(Capaciteit in ° GSG x l)
1000 / 5000 / 28000
Relaisbesturing/ Impulsuitgang
Het apparaat beschikt over een potentiele signaalleiding (3V/0, 1A) voor de besturing van
een relais in een GBS. Het signaal wordt geactiveerd bij het bereiken van de theoretische pa-
trooncapaciteit, een aanvullingsvermogen van > 40 µS/cm in het navulwater of bij overschrij-
ding van de wekelijks toegestane aanvulhoeveelheid. Bovendien is er nog een impulsuitgang
(1 Imp./l; 3V/0,1 A) waarmee de hoeveelheid navulwater op een GBS of een radiomodule
(bijv. Ista) kan worden overgedragen.
Instellen van de achterdruk bij PT-DB
Om een andere installatiedruk in te stellen gaat u als volgt te werk:
1. Afsluitkogelkraan aan de kant van de ingang aansluiten aan de systeemverdeler en aan
de kant van de uitgang aan de navuleenheid.
a. Bij de PT-FCS moet erop worden gelet dat het magneetventiel geopend is.
b. Uitgangskant door openen van de ontluchtingskraan vrijmaken van druk, drukveer ont
spannen.
c. Verstelhendel aan de drukverlager naar links (-) tot de aanslag draaien.
d. Ontluchtingsventiel sluiten.
e. Afsluitkogelkraan aan de kant van de ingang langzaam opendraaien.
Verstelhendel naar rechts draaien, tot de manometer de gewenste waarde aangeeft.
g. Afsluitkogelkraan aan de kant van de uitgang langzaam opendraaien.
Navulinterval
Aanvulvermogen niet
gezuiverdwater
(100-1500 µS/cm)
Aanvulvermogen
Vulwater
Max. Navulhoeveelheid
per week
(10 - 190 l)
36
Ingebruikname PT-FCS 5000
Warmwaternavulstation controleren op installatie volgens de voorschriften, in verband
met een drukregelsysteem.
1. Kogelkraan aan de kant van de uitgang sluiten, kogelkraan aan de kant van de ingang
openen.
2. Open het ontluchtingsventiel aan de onderkant tot het water niet meer borrelt.
3. Sluiten van het ontluchtingsventiel.
4. Druk voor het instellen van de gegevens ongeveer 3 seconden op de ESC-knop, tot de
melding voor het niet gezuiverde water knippert.
5. Invoer van de aanvulling van niet gezuiverd water (van 100 – 1500 µS/cm in stappen van
10 µS/cm) met behulp van pijlknoppen. Deze invoer dient om de (theoretische) restcapa
citeit van het ingezette patroon van tevoren te kunnen bepalen. Bevestigen met OK.
6. Kies de patrooncapaciteit (1000, 5000, 28.000) en bevestig met OK
Op het display wordt nu de waterbereidingscapaciteit in liters aangegeven.
7. Kiezen van de toegestane wekelijkse hoeveelheid aanvulwater (10 - 190 7d) in stappen
van 10 liter; de controle van de aanvullingshoeveelheid kan ook gedeactiveerd worden
(Display geeft -- aan). Bevestigen met OK. Dit kenmerk dient ter bescherming tegen grote
lekkages. Bij overschrijding van de vastgelegde hoeveelheid hoort u een akoestisch sig
naal en wordt het navullen gestopt doordat het magnetische ventiel wordt gesloten.
8. Openen van de kogelkraan bij de uitgang. Bij een druk van > 0,3 bar
tussen de ingestelde nadruk en de druk in de installatie wordt nu ontzilt water nagevuld.
Op het display wordt daarbij het actuele volume in l/min. en het aanvullingsvermogen
van het ontzilte navulwater aangegeven. Bovendien wordt het aanvullingsvermogen nog
ter oriëntatie met behulp van verschillende kleuren lichten getoond.
9. Indien het magneetventiel door een overschrijding van de parameters gesloten is,
kan dit door bevestigen met OK tijdelijk worden geopend. De parameter-navulhoe
veelheid en de restcapaciteit worden dan teruggezet. Indien het rode LED-licht aan is,
wordt r zolang geopend tot de volgende meting van het aanvulvermogen is gebeurd.
Indien het gemeten navulvermogen < 40 µS/cm (rood LED-licht uit), dan blijft het
magneetventiel maximaal 20 minuten geopend; anders sluit het direct weer.
Gegevensopslag bij PT-FCS en PT-FCSD
Bij stroomuitval in het apparaat blijven alle relevante gegevens zoals inhoud, restcapaciteit,
grootte van het patroon, aanvulling van niet gezuiverd water en wekelijks toegestane
navulling behouden.
37
NL