Velleman K4040 Mode D'emploi page 7

draad met de N klem en de bruine draad met de L klem. De korte aardingsdraad wordt
verbonden met de EARTH aansluiting.
Aansluiten van de transformatoren:
BELANGRIJK: De aansluitdraden van de transformatoren mag men niet
inkorten. Indien er meer dan een draad in een isolatiekous zit, dan MOETEN deze
samen gesoldeerd worden en pas dan met de schroefconnector verbinden.
•
Verbind de linker uitgangstransformator met de linker schroefconnector SK7, en de rechter
uitgangstransformator met de rechter schroefconnector SK8.

De getorste gele en rode draden moet men ook verbinden. Zie fig 9.
YELLOW= geel; RED= rood; VIOLET= paars; GREEN= Groen; BLACK= zwart; BROWN= bruin;
ORANGE= oranje.
•
Verbind de draden van de voedingstransformator met de schroefconnector SK6 (zie fig 10).
PINK= rose; BROWN= bruin; BLACK= zwart; YELLOW= geel; BLUE= blauw; ORANGE= oranje;
RED= rood.
•
De grijze dikke draden mag men torsen en verbinden met de 6.3V (SK3) aansluiting van de linker
versterkerhelft. De groene dikke draden mag men op eenzelfde manier verbinden met de 6.3V
van de rechter versterkerprint.
•
Verbind de afgeschermde draad van het ingangsprintje met de aansluitingen L (linkerkanaal) en
de afscherming met de GND aansluiting, voer het zelfde uit voor het rechter kanaal R.
29. EINDCONTROLE
OPGELET: OP VEEL PUNTEN VAN DE PRINT STAAN SPANNINGEN VAN MEER
DAN 400V!!. Zorg voor aangepaste geisoleerde meet-snoeren. Zorg dat geen
kinderen in de omgeving zijn !!!
•
Zet de netschakelaar in de uit stand, volledig naar beneden.
•
Verbind de net- connector via een snoer met het stopcontact. Het kan gebeuren dat in uw land
de stekker moet aangepast worden. Knip in dat geval de stekker van het snoer en verbind een
aan uw land aangepaste stekker.
•
verbind de blauwe draad met de N aansluiting van het net, de bruine draad met de L aansluiting
en de geel/groene draad met de aarding.
•
Als de netspanning aanwezig is, moet de rode LED vooraan oplichten.
•
Zet de netschakelaar aan (volledig naar boven). De LED vooraan, moet afwisselend
groen/rood knipperen.
•
Zolang de verstrerker aan het opwarmen is. Na ongeveer een minuut zal de groene LED
continu oplichten, men moet dan ook een relais horen aantrekken.
Controleer met een voltmeter de volqende spanninqen:
Ongeveer 6.3VAC op de klemmen gemerkt 6.3VAC (SK3 en SK4) van elke versterkerhelft. De
6.3V moet men ook terugvinden op de aansluitingen 2 en 7 van de buisvoeten V1 tot V8 (Fig. 11).
ZET NU DE NETSCHAKELAAR UIT EN TREK HET NETSNOER UIT HET
STOPCONTACT. WACHT EEN PAAR MINUTEN TOT DE GEVAARLIJKE
SPANNING OP DE VOEDINGS ELCO'S VERDWENEN IS
7