DJO Global cefar basic Mode D'emploi page 157

Programmabeschrijving
Conventionele TENS (hoge-frequentie stimulatie) is de eerste keuze
voor zowel acute als chronische pijn, zowel neurogeen als nociceptief.
Conventionele TENS is gebaseerd op de poorttheorie (Gate Control theory),
welke zegt dat elektrische stimulatie van A-betavezels impulsenoverdracht in
de pijnbanen hindert.
In de regel dienen de elektroden te worden geplaatst op of in de nabijheid van
de pijnlijke plek of over een gebied dat segmentaal met het pijnlijke gebied in
verband staat. Stel de stroomsterkte zodanig in dat de stimulatie een sterke,
maar aangename paresthesie–tinteling geeft. Als er van hoge frequentie
stimulatie gebruik wordt gemaakt, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat
de patiënt over een normale gevoelsbeleving beschikt in het gebied waar de
elektroden worden geplaatst.
Burst TENS (lage frequentie stimulatie) is gewoonlijk het meest effectief bij
uitstralende (gerichte) pijn in armen en benen (rhizopathie), bij situaties met
verminderde of veranderde gevoelsbeleving, bij diepe spierpijn of wanneer
het nabehandelingseffect van conventionele TENS te kort is. Burst TENS-
behandeling verlicht pijn door spieren aan te zetten tot de afgifte van lichaam-
seigen morfineachtige stoffen, endorfinen.
Plaats de elektroden op een spier in het pijnlijke gebied zodat een zichtbare
samentrekking optreedt of op acupunctuurpunten in het pijnlijke gebied. De
stimulatie moet prettig aanvoelen en zichtbare spiersamentrekkingen veroor-
zaken. Onthoud dat de patiënt de stimulatie vaak duidelijk voelt voordat de
samentrekkingen zichtbaar worden.
Gemoduleerde pulsduur stimulatie is een type hoge frequentiestimulatie
waarbij de pulsduur constant varieert. Dit kan een trillend gevoel veroorzaken,
welke mogelijkerwijs aangenamer is dan een constante pulsduur. Gebruik pro-
gramma 3 voor pijnverlichting en een massage-effect, welke de bloedcirculatie
verhoogt, op spieren zoals de trapezius.
Voorbeelden van indicaties/EP-nr
Nekklachten ......................................................1
Schouderklachten .........................................2
Elleboogklachten ...........................................6
Reumatische klachten ...............................7
Gebroken ribben ..........................................12
Spit .................................................................10, 11
Menstruatiepijn ............................................ 13
Fantoompijn ...................................................14
Heupklachten ................................................16
Osteoartritische kniepijn ................. 17, 18
Wondgenezing .............................................19
Mononeuropathie.........................................8
Centrale pijn ................................................4, 5
Cervicale rhizopathie ..................................3
Ischias.................................................................15
Kniepijn..............................................................18
Trapezius-pijn .................................................9
Spit .................................................................10, 11
Voor meer voorbeelden,
zie programma 1.
157 157157