Sony BRAVIA KDL-55X4500 Mode D'emploi page 218

Beeldmodus
Reset
Verlichting
Contrast
Helderheid
Kleur
Kleurtint
Kleur Temperatuur
Beeldscherpte
Ruisonderdruk.
MPEG Ruisonderdr.
38
NL
Hiermee stelt u een beeldfunctie in. "Beeldmodus" bevat de opties die het meest
geschikt zijn voor respectievelijk video- en fotomateriaal. De opties die
geselecteerd kunnen worden kunnen verschillen afhankelijk van de ingangsbron.
Levendig Het beeldcontrast en de scherpte worden verbeterd.
Standaard
Voor standaardbeelden. Deze instelling wordt aanbevolen
voor home entertainment.
Bioscoop Voor het bekijken van films. Dit is het meest geschikt
wanneer u televisie kijkt in een bioscoopachtige omgeving.
Gebruiker
Hiermee kunt u voorkeursinstellingen opslaan.
Foto-Levendig
Voor het bekijken van foto's. Het beeldcontrast en de scherpte
worden verbeterd.
Foto-Standaard Voor het bekijken van foto's. Deze instelling biedt de
optimale beeldkwaliteit om foto's thuis te bekijken.
Foto-Origineel
Voor het bekijken van foto's. Deze instelling biedt de
beeldkwaliteit voor het bekijken van bewerkte foto's.
Foto-Gebruiker Voor het bekijken van foto's. Hiermee kunt u
voorkeursinstellingen opslaan.
Hiermee worden alle "Beeld"-instellingen teruggesteld op de fabrieksinstellingen,
behalve de "Doel Ingangen", "Beeldmodus" en "Advanced instell.".
Hiermee stelt u de helderheid van de verlichting in.
Hiermee wordt het beeldcontrast vergroot/verkleind.
Hiermee wordt het beeld lichter of donkerder.
Hiermee wordt de kleurintensiteit vergroot/verkleind.
Hiermee worden de groene tinten en rode tinten versterkt of afgezwakt.
~
• "Kleurtint" kan alleen worden ingesteld voor het NTSC-kleursignaal (bijv. voor
videocassettes uit de VS).
Hiermee stelt u de witte kleur in het beeld in.
Koel Geeft witte kleuren een blauwe tint.
Neutraal Geeft witte kleuren een neutrale tint.
Warm 1/Warm 2 Geeft witte kleuren een rode tint. "Warm 2" geeft een rodere
tint dan "Warm 1".
z
• "Warm 1" en "Warm 2" zijn niet beschikbaar als "Beeldmodus" ingesteld is op
"Levendig" (of "Foto-Levendig").
Hiermee wordt de scherpte van het beeld vergroot/verminderd.
Hiermee wordt de beeldruis (sneeuw) onderdrukt.
Auto
Om de beeldruis automatisch te onderdrukken (alleen in de
functie analoge televisie of bij composiet-, S video- of
DMPORT-ingangssignalen).
Hoog/Midden/
Om de sterkte van de ruisonderdrukking te wijzigen.
Laag
Uit Om de "Ruisonderdruk." uit te schakelen.
Hiermee wordt de beeldruis in videomateriaal met MPEG-compressie verminderd.
Dit is zinvol bij het bekijken van een DVD of een digitale uitzending.