DRYDEN AQUA DA-GEN Guide D'installation page 67

De Redoxwaarde informeert ons over het oxidatie/reductiepotentieel van het water en wordt ingezet om de oxidatiebehoefte te bepalen. De instelwaarde is de minimale Redoxwaarde voor de
activering en de-activering van de titanium cel. De instelling van de ideale Redoxwaarde is de laatste stap bij het in bedrijf nemen van het systeem. Vergeet niet om de Redoxwaarde elke 2 à 3
maanden in te voeren of te controleren, vooral als de waterparameters anders zijn geworden (pH/temperatuur/geleidbaarheid).
Advies: breng het zwembadwater op orde met het juiste chloorgehalte en lees dan de Redox waarde af op het display. Deze waarde past bij het zwembad in deze situatie. Kies deze Redox
waarde als streefwaarde/setpoint (doorgaans tussen 500 en 700mV).
Redox controle
Let op: Enkel gouden elektroden gebruiken!
Optionele geleidbaarheid meting
Meting en sturing/bewaking van de
geleidbaarheid (conductiviteit) van het
water in micro Siemens (µS).
Geleidbaarheidsvoeler
1
geel
2
transparant
1200 TDS ≈ 2150 µS
110-230 V max 3.15 A POTENTIAALVRIJE KONTAKTEN
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
N L
FILTERPOMP
Filtersturing
A1 A2
7 en 8
14
11
12
FREQUENTIE-GESTUURDE POMP
Laag Middel Snel Neutraal
1 2 3 4
10.4 Redox-Kalibratie
10.41
redoX
10.5 Geleidbaarheid Kalibratie
10.51
1
2
11. VARIABELE SNELHEIDSPOMP
11.1
11.3
10.42
10.44
10.52 10.53
10.51 Kalibratie van de geleidbaarheid voeler: minstens elke
2-3 maanden.
10.52 Kallbratie met buffervloeistof: (buffervloeistof 1413 µS /
12880 µS/Neutraal): Volg de aanwijzingen in 7 stappen, welke
op het display verschijnen (afbeelding 10.53 komt overeen met
stap 1).
10.54 10.55
10.54 Manuele kalibratie: wordt niet geadviseerd
(VSP)
11.2
11.4
Kijk voor meer detailinformatie en aansluitschema's in de bijlagen.
65
10.43
10.41 Kalibratie van de Redox voeler:
minstens elke 2-3 maanden.
10.42 Kalibratie met buffervloeistof:
(buffervloeistof 468mV): volg de aanwijzingen op
het display.
10.45
10.44 Manuele kalibratie: wordt niet geadviseerd.
11.1 De installateur dient zorg te dragen
voor het correct aansluiten van een variabele
snelheidspomp.
11.2 / 11.3 Zodra de VSP pomp of
frequentieregelaar aangesloten is kan bij elke
vastgelegde filterperiode een pompsnelheid
worden toegewezen (zie H12 filtratie).
F = Fast (hoog), M = Middel en S = Slow (laag).
11.4 Terugspoelen/backwash:
om het filter schoon te maken/ het filter terug te
spoelen dient de hoge pompsnelheid te worden
gebruikt (zie H13 automatische terugspoeling).
NL