DRYDEN AQUA DA-GEN Guide D'installation page 66

10.1
pH module
Meting en sturing/bewaking van de
pH waarde van het water.
Temperatuur voeler
Temperatuurvoeler
1
rood
2
geel
3
zwart
Optionele vrij chloor module
Meting en sturing/bewaking van de
Vrij chloor waarde in ppm (mg/L) in het water.
1
2
3
4
Vrij chloor elektrode
4
rood zwart
3
Chloorsensor
FL2 (rotameter)
3
zwart
5
bruin
6
blauw
Indien een frequentiegestuurde
pomp wordt toegepast, gebruik dan
de laagste snelheid welke u heeft
ingesteld bij het kallibreren van de
vrij chloor voeler.
10. METINGEN
10.2
10.1 pH Kalibratie
10.11
pH
10.2 Temperatuur Kalibratie
10.21
1 2 3
10.3 Vrij Chloor Kalibratie
10.31 10.32
10.34 10.35
10.37
1
2
3
4
5
6
7
8
64
10.3
10.1 Metingen: instellen van de streefwaarden en electroden (voelers).
10.2 Instelwaarden: streefwaarden/setpoints voor alle metingen.
10.3 Instellen van de streefwaarden/setpoints: stel hier de ideale waarden in
per meting.
De standaardwaarden zijn:
pH: 7,4 Redox: 500-800mV en vrij chloor 0,1-0,5 ppm (mg/L),
Geleidbaarheid: ~2150 (µS).
10.12 10.13
10.14 10.15
10.22
10.22 Kalibratie van de temperatuur voeler: om het verschil
tussen de gemeten temperatuur en de werkelijke temperatuur
te kunnen opheffen, gebruikt u de PLUS/MIN toetsen en de
toetsen OMHOOG/OMLAAG. Stel de werkelijke temperatuur in
en bevestig met OK.
Let op: Niet kalibreren indien de chloorwaarde < 0.3 ppm is!
10.33
10.31 Kalibratie van het vrije chloor: minstens elke 2-3 maanden.
10.32 Kalibratie met buffervloeistof: (Fotometer DPD1): Volg de
aanwijzingen op het display.
10.33 Stap 1 van 6: Kalibratie Cl bij 0 ppm
(Offset): Flow door de voeler stoppen en wachten tot de waarde <
0,10 ppm aangeeft. Tussen 5 en 60 minuten wachten.
Druk op OK zodra de waarde nagenoeg 0 is. De waarde moet
stabiel zijn.
10.36
10.34 Stap 3 van 6: kalibratie Cl: De flow instellen op 80-100
L/h. Wacht tot de weergave van ppm stabiel is. Tussen 5 en 20
minuten wachten. Druk op OK zodra de waarde stabiel blijft.
10.35 Stap 5 van 6: met de toetsen PLUS/MIN de gemeten waarde
ingeven conform de waarde van de DPD 1 meting en bevestig
met OK.
10.36 Stap 6 van 6: indien niet de melding "kalibratie correct"
verschijnt, dan de kalibratie procedure herhalen.
10.38
10.38 Manuele kalibratie: flow openen en de flowmeter
(Rotameter) bij een correcte waarde (80-100L/h) vastzetten en
bevestigen. De waarde moet stabiel zijn. Met de toetsen PLUS/MIN
de gemeten chloorwaarde ingeven conform de DPD 1 (doel)meting
en bevestig met OK.
10.11 Kalibratie van de pH voeler: minstens elke
2-3 maanden. Altijd eerst een 2-punts kalibratie met
buffervloeistof uitvoeren.
10.12 Kalibratie met buffervloeistof:
(buffervloeistof pH7/pH10/Neutraal): volg de
aanwijzingen in 7 stappen, welke op het display
verschijnen.
10.14 Manuele kalibratie: maakt het mogelijk om de
waarden van de voeler te corrigeren (zonder gebruik
van buffervloeistoffen) – enkel geadviseerd om
kleine afwijkingen van de meetwaarde te corrigeren.
10.15 Zonder de voeler uit de vloeistof te
nemen, gebruikt u de PLUS/MIN toetsen, om de
weergegeven waarde te corrigeren zodat deze
overeenkomt met uw referentiewaarde (conform de
meting met een fotometer of andere meting).
NL