Télécharger Imprimer la page

Service; Beschrijving; Voeding; Installeren - TLS ELECTRONICS AutoDome LTC 5136 Serie Instructions D'installation

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 13
De doos is de veiligste verpakking voor elke vorm van transport.
Bewaar hem daarom voor eventueel later gebruik.
2

SERVICE

Als de unit ooit gerepareerd moet worden, dient de klant
contact op te nemen met het dichtstbijzijnde Service Center van
Philips Communication & Security Systems voor toestemming
om het terug te zenden en voor vervoersaanwijzingen.
3

BESCHRIJVING

De LTC 5136-serie bestaat uit controllers voor de AutoDome
camera's uit de series TC700 en LTC 0800. De controllers zijn
echter ook geschikt voor de besturing van elke conventionele
Allegiant
-receiver/driver.
®
De LTC 5136-serie bedient alle functies van AutoDome en
Allegiant receiver/drivers, inclusief pan/tilt/zoom met variabele
snelheid, 99 voorkeuzeposities, AutoDome Playback enz.
Normaal gesproken wordt de uitgang voor de biphase-
besturingscode van de LTC 5136 aansluiteenheid aangesloten
op één AutoDome-camera of -receiver/driver. In een
configuratie met doorgeluste bedrading (daisy chain) kunnen 8
camera's worden aangestuurd.
Als voor de biphase-besturingskabel een afgeschermde, getwiste
kabel van 1,0 mm
(18 AWG, Belden 8760 of vergelijkbaar)
2
wordt gebruikt, dan mag die verbinding maximaal 1,5 km zijn.
3.1

Voeding

Op het typeplaatje vindt u het modelnummer en de
netspanning.
Model-
Nominale
nummer
voedingsspanning
LTC 5136/50
230 V AC, 50/60 Hz
LTC 5136/60
120 V AC, 50/60 Hz
4

INSTALLEREN

4.1

Algemeen

Monteer de desktop-controller op een plaats waar hij makkelijk
te bedienen is. De controller heeft een RJ11-connector, die
zowel voor data als voor de voedingsspanning wordt gebruikt.
In de meeste toepassingen wordt de bijgeleverde
voedings/datakabel van 3,6 m rechtstreeks op de bijgeleverde
interface-eenheid aangesloten. Deze interface zet de door de
controller geleverde RS232-data om in biphase-besturingscodes
voor Allegiant. Bovendien beschikt de interface-eenheid over
een aansluiting voor de voedingsspanning voor de controller.
Een LED op de interface-eenheid knippert als de RS232-data
vanaf de controller correct zijn geconverteerd naar biphase-
besturingscodes.
Spannings-
Opgenomen
bereik
vermogen bij
nom. spanning
195,5 - 253 V
6 W
105 - 132 V
6 W
De controller heeft geen videoconnectors. De videosignalen van
camera's moeten op een passende monitor of andere
beeldapparatuur (switcher, multiplexer e.d.) worden
aangesloten.
Als een systeem gebruik maakt van een RS232-dataverbinding,
van rechtstreekse aansluitingen op AutoDome-camera's met een
RS232-poort of van Allegiant receiver/drivers met een RS232-
poort, dan wordt de bijgeleverde interface-eenheid niet gebruikt.
Voor RS232-toepassingen moet een LTC 8557 interface-kit
®
-
worden aangeschaft, die het installeren vereenvoudigt. Met een
van de aansluiteenheden bij die kit kunnen de RS232-geleiders
"Tx" en "Gnd" vanaf de controlleruitgang op de zelf
aangebrachte RS232-dataverbinding worden aangesloten. Voor
een RS232-protocol is een simplexverbinding van 9600 baud
nodig.
Kies een van de drie volgende installatieprocedures, afhankelijk
van de toepassing die u gaat gebruiken.
Dit document bevat tevens diverse schema's voor gangbare
toepassingen, die tijdens het installeren van pas kunnen komen.
4.2

Systeem met biphase-code

Installeer de interface-eenheid op minder dan 3,60 m van de
controller, zodat de bijgeleverde datakabel kan worden gebruikt.
De interface is niet geschikt voor montage in de buitenlucht. De
interface-eenheid bevat vier gaatjes waarmee hij op een egaal
oppervlak kan worden gemonteerd. Ook de voedingseenheid
(voor de voedingsspanning naar de controller en de interface-
eenheid) moet op een makkelijk bereikbare plaats in de buurt
van de interface-eenheid worden gemonteerd. Sluit de 'bajonet'-
connector van de voedingskabel aan op de jack-bus in de zijkant
van de interface-eenheid. Als de voedingskabel op de
voedingseenheid moet worden bevestigd, dan is de polariteit
niet van belang, want de interface-eenheid is bipolair. Sluit de
voedingseenheid vervolgens aan op een geschikte
wisselspanningsbron (AC).
Sluit de bijgeleverde datakabel (lengte 360 cm) aan tussen de
RJ11-bussen op de controller en op de interface-eenheid. Het
maakt niet uit welk uiteinde op welk van beide apparaten wordt
aangesloten.
De volgende stap is het aansluiten van de datakabel op de
uitgang voor de biphase-besturingscode van de interface-
eenheid. Meestal wordt de receiver/driver van één camera
aangesloten, maar de biphase-uitgang van de interface-eenheid is
geschikt voor in totaal 8 receiver/drivers in een doorlussysteem
over een maximale afstand van 1,5 km. In een dergelijke
configuratie wordt de kabel bij elke AutoDome-camera of
receiver/driver "doorgelust" (daisy chain). Alleen de laatste
eenheid in deze keten moet met een belastingsweerstand
(terminator) worden afgesloten. Bij alle andere receiver/drivers
moet die weerstand worden verwijderd als de doorgeluste kabel
wordt aangesloten.
5.2

Publicité

loading